gepubliceerd op 30 januari 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen
11 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, inzonderheid, op artikel 25, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005, op artikel 26, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1999 en 12 oktober 2005, op artikel 28, vervangen bij het koninklijke besluit van 12 december 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005;
Overwegende dat de bezoldiging geregeld dient te worden voor de extra week postnataal verlof in het geval van een problematische zwangerschap;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 september 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 september 2006;
Gelet op het protocol nr. 566 van 27 september 2006 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op advies 41.566/3 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 25 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende ingevoegd, luidende : « De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan in toepassing van artikel 28, derde lid, mag niet meer dan één week bestrijken. ».
Art. 2.In de Nederlandse tekst van artikel 26, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1999 en 12 oktober 2005, worden de woorden « in bevallingsverlof » vervangen door de woorden « in moederschapsverlof ».
Art. 3.In artikel 28 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijke besluit van 12 december 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het tweede en derde lid wordt het volgende lid ingevoegd, luidende : « Op vraag van de vrouwelijke ambtenaar wordt de periode van arbeidsonderbreking na de negende week, verlengd met één week, wanneer de vrouwelijke ambtenaar afwezig is geweest wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de ganse periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de bevalling, of de achtste week wanneer de geboorte van een meerling wordt verwacht.»; 2° in het vroegere derde lid, dat het vierde lid is geworden, worden de woorden « in het tweede lid » vervangen door de woorden « in het tweede en het derde lid ».
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2006.
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de bevallingen die plaatsvinden na de inwerkingtreding van dit artikel.
Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT