Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 februari 2013
gepubliceerd op 21 februari 2013

Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013201070
pub.
21/02/2013
prom.
11/02/2013
ELI
eli/besluit/2013/02/11/2013201070/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat we de eer hebben Zijne Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als doel de samenstelling en de werking te regelen van de Administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie, ingesteld bij artikel 329, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006. Het geeft uitvoering aan artikel 329, § 5, en artikel 338, § 2, vierde lid van de voornoemde wet, zoals vervangen bij de wet van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/08/2012 pub. 11/09/2012 numac 2012021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft sluiten.

Naar aanleiding van het advies nr. 52.427/1 van de Raad van State van 13 december 2012, werd het ontwerp van koninklijk besluit aangepast.

Er werd rekening gehouden met alle gemaakte opmerkingen.

Zo werden in de aanhef de verwijzingen geschrapt naar artikel 108 van de Grondwet en naar artikel 329, § 2, van de voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten.

De Raad van State vroeg ook om te verduidelijken wat werd bedoeld met de woorden "niet meer op duurzame wijze deelnemen" in artikel 3, § 2, eerste lid. Die woorden werden vervangen als volgt : "meermaals zonder verantwoording niet hebben deelgenomen". In het tweede lid van hetzelfde artikel werden de woorden "tot op het moment van hun vervanging" vervangen als volgt : "tot wanneer een nieuw lid van de Administratieve commissie is benoemd".

Tot slot werd de Nederlandse tekst van artikel 6, § 3, eerste lid, gewijzigd als volgt : "bij aanwezigheid van de meerderheid van de leden of vertegenwoordigde leden, voor zover de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden".

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren, De Eerste Minister, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Staatssecretaris voor de Bestrijding van sociale en fiscale fraude, J. CROMBEZ

11 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 27 december 2006, artikelen 329, § 5, en 338, § 2, vierde lid, vervangen bij de wet van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/08/2012 pub. 11/09/2012 numac 2012021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 oktober 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 26 november 2012;

Gelet op het advies 52.427/1 van de Raad van State, gegeven op 13 december 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Zelfstandigen, de Minister van Werk en de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie ingesteld bij artikel 329, § 1 van de programmawet (I) van 27 december 2006, hierna genoemd "Administratieve Commissie", wordt ingesteld bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid.

Art. 2.§ 1. Overeenkomstig artikel 329, § 2, eerste lid van de programmawet (I) van 27 december 2006, bestaat elke kamer van de Administratieve Commissie, naast de voorzitter : 1° uit minstens twee leden aangewezen op voorstel van de minister bevoegd voor Middenstand, onder de personeelsleden van de Directie-generaal Zelfstandigen van de FOD Sociale Zekerheid of onder de personeelsleden van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen;2° uit minstens twee leden aangewezen op voorstel van de ministers bevoegd voor Sociale Zaken en Werk, onder de personeelsleden van de Directie-generaal Sociaal Beleid van de FOD Sociale Zekerheid, onder de personeelsleden van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg of onder de personeelsleden van de Rijksdienst voor sociale zekerheid. Elke kamer van de Administratieve Commissie wordt voorgezeten door een magistraat aangewezen door de Minister van Justitie. § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van een lid, bedoeld in § 1, 1°, kan het worden vervangen door een ander lid dat afkomstig is uit de instelling of directie-generaal bedoeld in § 1, 1°.

In geval van afwezigheid of verhindering van een lid, bedoeld in § 1, 2°, kan het worden vervangen door een ander lid dat afkomstig is uit de instelling of directie-generaal bedoeld in § 1, 2°.

In geval van afwezigheid of verhindering van de voorzitter van een kamer, kan het voorzitterschap waargenomen worden door de voorzitter van een andere kamer.

Art. 3.§ 1. De voorzitters en de leden worden benoemd voor een hernieuwbaar mandaat van zes jaar.

De leden worden benoemd voor het geheel der kamers. § 2. Het mandaat kan beëindigd worden indien wordt vastgesteld dat de in de vorige paragraaf bedoelde leden meermaals, zonder reden, niet deelnamen aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie.

De leden, bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, maken niet langer deel uit van de Administratieve Commissie wanneer hun administratief ambt een einde neemt. Zij blijven evenwel aan tot wanneer een nieuw lid van de Administratieve Commissie wordt benoemd.

Art. 4.Het secretariaat en de griffie van de kamers van de Administratieve Commissie worden verzekerd door ambtenaren van de FOD Sociale Zekerheid.

Art. 5.Aan de voorzitters wordt een zitpenning van 100 euro toegekend per deelname aan een zitting van een duur van minstens 3 uur.

De voorzitters hebben recht op terugbetaling van hun reiskosten, onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Voor de toepassing van het voorgaande lid worden de voorzitters gelijkgesteld met ambtenaren van niveau A.

Art. 6.§ 1. De voorzitter stelt de dagorde van de zittingen vast.

De voorzitter wordt ermee belast : 1° te waken over de eenheid van de beslissingen;2° te waken over de goede uitvoering van het artikel 12;3° elk jaar een activiteitenverslag te bezorgen aan de bevoegde ministers. De voorzitters kiezen een eerste voorzitter in hun midden, voor een termijn van drie jaar.

De eerste voorzitter wordt ermee belast : 1° de zaken over de kamers te verdelen;2° te waken over de eenheid van de beslissingen;3° te waken over de goede uitvoering van het artikel 12;4° elk jaar een activiteitenverslag te bezorgen aan de bevoegde ministers; De Administratieve Commissie stelt een huishoudelijk reglement op dat inzonderheid de dagen van de zittingen en de termijn bepaalt waarbinnen de dagorde aan de leden wordt meegedeeld. Dit reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van de ministers bevoegd voor Sociale Zaken, Werk en Middenstand. § 2. De zittingen van de kamers van de Administratieve Commissie zijn niet openbaar.

Deze kamers beslissen op stukken na in voorkomend geval de partij(en) van de arbeidsrelatie gehoord te hebben, hetzij op vraag van de meerderheid der leden of de Voorzitter, hetzij op uitdrukkelijke vraag van de een of andere partij.

In voorkomend geval kunnen de partijen zich laten vertegenwoordigen door een advocaat of door elke andere persoon naar keuze die beschikt over een schriftelijk mandaat.

Wanneer bijkomende inlichtingen noodzakelijk blijken te zijn om te oordelen, kan de voorzitter van elke kamer deze op eigen initiatief aanvragen. § 3. De kamers beraadslagen geldig bij aanwezigheid van de meerderheid van de leden of vertegenwoordigde leden, voor zover de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, zich gunstig uitspreken.

De voorzitter heeft geen stemrecht behalve in geval van staking van stemmen.

Art. 7.Om de goede werking van de Administratieve Commissie te garanderen wordt gevraagd, voor de aanvragen bedoeld in artikel 338, § 2, eerste lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006 : 1° de aanvraag in te dienen bij de griffie van de administratieve afdeling, hetzij door de neerlegging van een verzoekschrift ter plaatse, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, binnen de termijn voorzien in het genoemde artikel;2° de volgende gegevens op de aanvraag te vermelden : a) de naam, de voornaam, de woonplaats en in voorkomend geval het rijksregisternummer van de partijen van de arbeidsrelatie vermelden;b) het voorwerp van de aanvraag;c) de betrokken activiteitssector en beroep vermelden;3° bij de aanvraag alle documenten te voegen die dienstig kunnen zijn om de arbeidsrelatie te kwalificeren en die met name de voorwaarden betreffende de uitvoering ervan verduidelijken;4° de aanvraag door alle partijen van de arbeidsrelatie te laten ondertekenen.

Art. 8.§ 1. Om de goede werking van de administratieve Commissie te garanderen, wordt gevraagd, voor de aanvragen bedoeld in artikel 338, § 2, tweede lid, van de voormelde programmawet : 1° de aanvraag in te dienen bij een sociaal verzekeringsfonds tegelijkertijd met de aansluitingsverklaring;2° de volgende gegevens op de aanvraag te vermelden : a) de naam, de voornaam, de woonplaats en in voorkomend geval het rijksregisternummer van de partijen van de arbeidsrelatie vermelden;b) het voorwerp van de aanvraag;c) de betrokken activiteitssector en beroep vermelden;3° bij de aanvraag alle documenten te voegen die dienstig kunnen zijn om de arbeidsrelatie te kwalificeren en die met name de voorwaarden betreffende de uitvoering ervan verduidelijken;4° de aanvraag te ondertekenen. § 2. De aanvrager kan de hulp inroepen van het betreffende sociaal verzekeringsfonds om de aanvraag zoals bedoeld in § 1 op te stellen of om informatie te verkrijgen over de algemene of bijzondere criteria die toelaten om het bestaan of de afwezigheid van een gezagsrelatie te beoordelen. § 3. Zodra de aanvraag voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in § 1, bezorgt het sociaal verzekeringsfonds deze aan de griffie van de Administratieve Commissie, samen met een kopie van de aansluitingsverklaring die behoorlijk is ingevuld.

Art. 9.Om de goede werking van de Administratieve Commissie te garanderen, wordt gevraagd, voor de aanvragen bedoeld in artikel 338, § 2, derde lid, van voormelde programmawet : 1° de aanvraag in te dienen bij de griffie van de Administratieve Commissie, hetzij door de neerlegging van een verzoekschrift ter plaatse, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven;2° de volgende gegevens op de aanvraag te vermelden : a) de naam, de voornaam, de woonplaats en in voorkomend geval het rijksregisternummer van de aanvrager;b) het voorwerp van de aanvraag;c) de betrokken activiteitssector en beroep vermelden;3° bij de aanvraag alle documenten te voegen die dienstig kunnen zijn om de arbeidsrelatie te kwalificeren en die met name de voorwaarden betreffende de uitvoering ervan verduidelijken;4° de aanvraag te ondertekenen.

Art. 10.Om de goede werking van de Administratieve Commissie te garanderen, wordt gevraagd, voor de aanvragen bedoeld in artikel 338, § 6, van voormelde programmawet : 1° de aanvraag in te dienen bij de griffie van de Administratieve Commissie, hetzij door de neerlegging van een verzoekschrift ter plaatse, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven;2° de volgende gegevens op de aanvraag te vermelden : a) de naam, de voornaam, de woonplaats en in voorkomend geval het rijksregisternummer van de aanvrager;b) het voorwerp en de reden van de aanvraag;c) de wijzigingen aan de arbeidsrelatie;3° bij de aanvraag alle documenten te voegen die dienstig kunnen zijn om de arbeidsrelatie te kwalificeren en die met name de voorwaarden betreffende de uitvoering ervan verduidelijken;4° de aanvraag te ondertekenen.

Art. 11.De griffie houdt een lijst bij van alle aanvragen, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van dit besluit. Een kopie van deze lijst wordt minstens een keer per kwartaal bezorgd aan de diensten van de RSZ, het RSVZ, de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Art. 12.De beslissingen van de Administratieve Commissie worden genomen binnen de drie maanden volgend op de datum van indiening van de aanvraag. Deze termijn wordt in voorkomend geval verlengd met het aantal dagen tussen de datum van de aanvraag van bijkomende documenten waarvan sprake in artikel 6, § 2, vierde lid, van dit besluit, en de datum van ontvangst van deze documenten.

Voor de aanvragen bedoeld in artikel 8, van dit besluit, begint de termijn van drie maanden evenwel pas te lopen vanaf de dag waarop de griffie deze ontvangt van het betreffende sociaal verzekeringsfonds.

Art. 13.De Eerste Minister, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, op 11 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Middenstand, K.M.O.'s, Zelfstandigen en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, J. CROMBEZ

^