gepubliceerd op 20 december 2002
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 102 van de wet op de ziekenhuizen
11 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 102 van de wet op de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 102, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002 en 11 november 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 november 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 november 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het gedeelte van het budget van financiële middelen dat ten laste is van de Staat gekend moet zijn vóór 1 januari 2003; dat de vaststelling van dit gedeelte geen bijkomende uitgaven voor de Staat mag meebrengen en dat de verzekeringsinstellingen hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht moeten worden;
Gelet op het advies 34.460/3 van de Raad van State, gegeven op 3 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bijkomende toelage zoals bedoeld in artikel 102, § 1, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002, is gelijk aan het bedrag van het onderdeel B7 van het budget van financiële middelen zoals bedoeld in artikel 79 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002 en 11 november 2002.
Art. 2.De bijkomende toelage zoals bedoeld in artikel 102, § 2, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002, is gelijk aan het bedrag van onderdeel B8 van het budget van financiële middelen zoals bedoeld in artikel 80, 1°, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 oktober 2002 en 11 november 2002.
Art. 3.Dit besluit heeft betrekking op de verschuldigde Staatssubsidie voor de verstrekkingen verleend vanaf 1 januari 2003.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE