Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2024
gepubliceerd op 24 december 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024009238
pub.
24/12/2024
prom.
10/10/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2024 Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2024 onder het nummer 186531/CO/102.08)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk ressorteren.

Onder "werklieden" worden de arbeiders en arbeidsters verstaan.

HOOFDSTUK II. - Lonen en premies Minimumuurlonen

Art. 2.Vanaf 1 januari 1984, is de arbeidstijdregeling vastgesteld op 38 uren per week.

De minimum barema-uurlonen zijn de volgende op 1 januari 2023 :

EUR

EUR

Groep 1

15,7542

Groupe 1

15,7542

Groep 2

16,3721

Groupe 2

16,3721

Groep 3

17,0243

Groupe 3

17,0243

Groep 4

17,5228

Groupe 4

17,5228


Deze schaalminima dienen te worden beschouwd als een gewaarborgd minimumuurloon, alle om het even welke premies inbegrepen, met uitsluiting van de ploegenpremies.

Deze minimumuurlonen gelden voor de werklieden die met normaal rendement werken en stemmen overeen met de indexreeks 125,41 tot 126,66 (afgevlakte gezondheidsindex zoals gedefinieerd in de wet van 23 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2015 pub. 27/04/2015 numac 2015014139 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verbetering van de werkgelegenheid sluiten).

De minimum barema-uurlonen zijn de volgende op 1 november 2023 :

EUR

EUR

Groep 1

15,9117

Groupe 1

15,9117

Groep 2

16,5358

Groupe 2

16,5358

Groep 3

17,1945

Groupe 3

17,1945

Groep 4

17,6980

Groupe 4

17,6980


Art. 3.Aan de werklieden die in ploegen werken wordt bij hun uurlonen een minimumpremie uitbetaald die als volgt is vastgesteld op 1 november 2023 in een arbeidstijdregeling van 38 uren per week :

EUR

EUR

Ochtendploeg

0

Equipe du matin

0

Namiddagploeg

1,0541

Equipe de l'après-midi

1,0541

Nachtploeg

3,1210

Equipe de nuit

3,1210


De werkgever kan de gemiddelde premie als volgt berekenen : Regeling van 38 uur/week - voor de 3 ploegen : (0 EUR + 1,0541 EUR + 3,1210 EUR) : 3 = 1,3917 EUR/uur; - voor de 2 ploegen : (0 EUR + 1,0541 EUR) : 2 = 0,5271 EUR/uur.

Deze premies worden geïndexeerd zoals de lonen.

Art. 4.De werklieden hebben recht op het loon van hun beroepscategorie dat in artikel 2 is bepaald. Wanneer zij bij gelegenheid in een lagere looncategorie moeten gaan werken, dan hebben zij recht op hun gewoon loon. Wanneer zij bij gelegenheid in een hogere looncategorie moeten gaan werken, dan hebben zij recht op het loon van die categorie.

HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen en de ploegenpremies aan de afgevlakte gezondheidsindex

Art. 5.In toepassing van artikel 3bis van de wet van 23 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2015 pub. 27/04/2015 numac 2015014139 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verbetering van de werkgelegenheid sluiten tot verbetering van de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 27 april 2015) wordt het indexcijfer der consumptieprijzen vervangen door de afgevlakte gezondheidsindex.

Op 1 januari 2023 is de spilindex 126,66.

Art. 6.Er zal geen negatieve toepassing van de index gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn, voor zover de lonen tussen 124,16 en 129,23 schommelen.

Art. 7.Elke stijging van het indexcijfer van 1 pct. van zijn waarde geeft recht op een verhoging met 1 pct. van de lonen die op dat ogenblik betaald worden, behalve de bepalingen voorzien in artikel 6.

Uitzondering Indien de lonen niet werden verlaagd bij het terugvallen van de afgevlakte index onder het laagste indexcijfer van de reeks, heeft ook de eerste overschrijding van dit niveau geen invloed op de lonen en de premies.

Voorbeeld :

Laagste indexcijfer van de reeks (basis 2013)

Hoogste indexcijfer van de reeks (basis 2013)

Indice limite inférieure de la tranche (base 2013)

Indice limite supérieure de la tranche (base 2013)

124,16

125,40

124,16

125,40

125,41

126,66

125,41

126,66

126,67

127,94

126,67

127,94

127,95

129,23

127,95

129,23

129,24

130,53

129,24

130,53

130,54

131,85

130,54

131,85

131,86

133,18

131,86

133,18


Bij toepassing van de afgevlakte gezondheidsindex zoals gedefinieerd in de wet van 23 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2015 pub. 27/04/2015 numac 2015014139 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot verbetering van de werkgelegenheid sluiten tot verbetering van de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 27 april 2015) geeft dit volgende grenswaarden :

129,24

130,53

129,24

130,53

130,54

131,85

130,54

131,85

131,86

133,18

131,86

133,18

133,19

134,52

133,19

134,52

134,53

135,88

134,53

135,88

135,89

137,25

135,89

137,25

137,26

138,63

137,26

138,63

138,64

140,03

138,64

140,03


De waarde van het indexcijfer dat als hoogste grens van de reeks is aangegeven is het indexcijfer dat overschreden moet worden om een nieuwe verhoging met 1 pct. te veroorzaken.

Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere eenheid. Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen.

De lonen die worden uitbetaald na de overschrijding van het hoogste grensindexcijfer van de reeks blijven bijgevolg onveranderd zolang de afgevlakte gezondheidsindex boven het begin van de reeks blijft en de volgende reeks nog niet bereikt heeft.

Voorbeeld : De uurlonen die betaald worden ingevolge de overschrijding van het hoogste grensindexcijfer van de reeks 122,92 - 124,15 blijven geldig zolang het indexcijfer tussen 124,16 en 125,40 schommelt.

Art. 8.De loonwijzigingen gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarop het indexcijfer van de consumptieprijzen betrekking heeft.

HOOFDSTUK IV. - Premie 2023-2024

Art. 9.Koopkrachtpremie In uitvoering van het koninklijk besluit van 23 april 2023Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2023 pub. 28/04/2023 numac 2023202158 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de koopkrachtpremie sluiten zal een koopkrachtpremie worden toegekend door de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk vallen en in 2022 een hoge winst of een uitzonderlijk hoge winst hebben behaald.

Deze premie wordt uiterlijk op 15 december 2023 toegekend in de vorm van een consumptiecheque aan de werknemers die op 1 december 2023 bij de onderneming in dienst zijn. De referentieperiode wordt vastgelegd op de twaalf opeenvolgende maanden van het kalenderjaar 2022. Voor deeltijdse werknemers of werknemers die in dienst zijn getreden in 2022 wordt een rata toegepast. Voor de gehele maand is de situatie op de eerste dag van de maand bepalend (berekening in twaalfden).

Perioden gewerkt als interim uitzendkracht of van afwezigheid na een arbeidsongeval worden gelijkgesteld.

Voor de toekenning van deze premie verstaan de sociale partners van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk onder "winst", het resultaat dat overeenkomt met de BNB-code 9904 (winst van het boekjaar), vermeerderd met de bedragen opgenomen onder de BNB-codes 630 (afschrijvingen en verminderingen van het boekjaar), 631/4 (waardeverminderingen op voorraden) en 635/8 (voorzieningen voor risico's en kosten).

Rekening houdend met de bijzonderheden van de activiteit van de subsector worden bedrijven geacht een "hoge winst" te hebben, wanneer de bedrijven die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk vallen, in 2022 winst hebben gemaakt en waarvan de winst in 2022 hoger is dan die van ten minste één uit de jaren 2019, 2020 of 2021.

De sociale partners van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk bedoelen met "een uitzonderlijk hoge winst" : een winst in 2022 die hoger is dan die van de beste jaren 2019, 2020 of 2021.

Voor de ondernemingen waarvan het boekjaar niet samenvalt met het kalenderjaar wordt rekening gehouden met de boekjaren die hoofdzakelijk overeenkomen met de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022 (voorbeeld voor 2022 : jaarrekening 2021-2022 indien het boekjaar eindigt na 30 juni - jaarrekening 2022-2023 als het boekjaar vóór 1 juli begint).

Er zal een premie ten bedrage van 500 EUR worden toegekend in de vorm van een consumptiecheque aan werknemers die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen en in dienst zijn van bedrijven die een hoge winst hebben behaald zoals hierboven gedefinieerd.

Er zal een premie ten bedrage van 501 EUR worden toegekend in de vorm van een consumptiecheque aan werknemers die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen en die tewerkgesteld zijn bij bedrijven die een uitzonderlijk hoge winst hebben behaald zoals hierboven gedefinieerd.

De ondernemingen die niet voldoen aan de hierboven gespecificeerde toekenningsvoorwaarden zijn vrijgesteld van de betaling van de premie mits toestemming van het paritair subcomité, op basis van het onderzoek van de hierboven gedefinieerde criteria.

De aanvraag tot vrijstelling wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk.

HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie

Art. 10.De werklieden die op 1 december van het lopende jaar in de onderneming ingeschreven zijn, zullen vóór 31 december van het refertejaar een jaarlijkse eindejaarspremie van 169 uren (in 39-urenstelsel) of 164,66 uren (in 38-urenstelsel) van hun individueel loon op 30 november van het refertejaar ontvangen.

Onder "individueel loon" dient te worden verstaan : het uurloon verhoogd met de premies uitgedrukt per uur, met uitzondering van de ploegenpremies.

Hebben recht op de premie naar rato van hun effectieve arbeidsprestaties en voor zover zij ten minste 3 maand in dienst zijn in de onderneming : - de werklieden die op 1 december van het refertejaar ingeschreven zijn.

Hebben recht op de premie naar rato van hun effectieve arbeidsprestaties en pro rata tot het refertejaar, zonder op 1 december van het refertejaar ingeschreven te zijn : - de werklieden die door de werkgever werden ontslagen, behalve bij ontslag om dringende of disciplinaire reden en voor zover zij ten minste 3 maand van het refertejaar in dienst geweest zijn in de onderneming; - de gepensioneerden, de werkzoekenden met bedrijfstoeslag en de rechthebbenden van de overleden werklieden voor zover zij in hun hoedanigheid als werklieden ten minste 3 maand van het refertejaar in dienst geweest zijn in de onderneming.

De effectieve activiteit van de onderneming en/of de afdelingen, uitgedrukt in dagen, is index 100 voor de berekening van de evenredige delen.

De dagen die verloren gingen door een arbeidsongeval, zullen worden beschouwd als effectief gewerkte dagen net als de dagen syndicale vorming.

De premies die in sommige ondernemingen worden betaald voor het patroonsfeest blijven behouden, maar worden beperkt tot 24,79 EUR.

HOOFDSTUK VI. - Bijkomende uitkering in geval van werkloosheid

Art. 11.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden, in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van het werk wegens vorst, sneeuw of ijzel, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering, die ten laste van hun werkgever valt.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst beslist de werkgever met instemming van de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis ervan, van de meerderheid van het personeel, over de gepastheid om het werk volledig of gedeeltelijk stil te leggen wegens de in het 1ste lid van dit artikel opgesomde oorzaken, over de datum van deze stilligging en over de datum van de volledige of gedeeltelijke hervatting van het werk.

De oorzaken die vreemd zijn aan de onderneming, zoals de totale stillegging van de vervoersmiddelen, de schorsingen van de arbeid bij leveranciers of kopers, voor zover zij toegeschreven worden aan weerverlet, kunnen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering indien de onderneming, die enkel om deze vreemde redenen het werk moet staken, haar personeel uit dien hoofde werkloos stelt.

Art. 12.De in artikel 11 bepaalde uitkeringen zijn ook verschuldigd voor elke vorm van werkloosheid, uitgezonderd de technische werkloosheid. Zij worden gedurende maximum 30 dagen per jaar toegekend.

Art. 13.Het bedrag van de werkgeverstussenkomst betaald aan de werklieden bij tijdelijke werkloosheid wordt voor alle werklieden op 6,6307 EUR (bedrag op 1 januari 2017) per dag gebracht voor de eerste 30 dagen tijdelijke werkloosheid. Sinds 1 januari 2014 wordt het basisbedrag van 6,50 EUR immers geïndexeerd volgens het systeem van toepassing voor de lonen.

Sinds 1 januari 2012 en na de periode van de 30 eerste dagen tijdelijke werkloosheid vermeld in bovenstaande paragraaf wordt het bedrag van de werkgeversbijdrage dat aan de arbeiders wordt betaald bij tijdelijke werkloosheid, op 2 EUR per dag gebracht.

Dit bedrag werd vanaf 1 oktober 2017 geïndexeerd op basis van het systeem van toepassing voor de lonen.

Dit geïndexeerd bedrag is per 1 januari 2023 2,4404 EUR. De samenvoeging van deze uitkeringen en van de werkloosheidsuitkeringen is evenwel beperkt tot 90 pct. van het normale nettodagloon.

Art. 14.De in artikel 11 bedoelde dagen zijn die dewelke worden vergoed bij toepassing van de werkloosheidsreglementering.

De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde uitkering wordt nochtans ook toegekend, wanneer alle andere voorwaarden zijn vervuld, aan de werklieden die van het recht op werkloosheidsuitkeringen uitgesloten zijn, in de volgende gevallen : 1. wanneer zij de voorwaarden inzake stage die door de werkloosheidsreglementering worden gesteld, niet vervullen;2. wanneer zij de 65-jarige leeftijd hebben bereikt;3. wanneer te hunnen opzichte krachtens de werkloosheidsreglementering, een sanctie werd toegepast.

Art. 15.De in artikel 1 bedoelde werklieden hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover : 1. zij in de marmergroeven en -zagerijen die onder het Paritair Comité voor het groefbedrijf ressorteren ten minste negen maanden ingeschreven zijn vóór de datum van de eerste stillegging van het werk in het lopende kalenderjaar, waarvan drie maanden in de onderneming zelf;2. zij in de onderneming niet meer dan één dag ongeoorloofd verzuim per maand aanwezigheid in deze onderneming tellen, met een maximum van negen dagen;3. zij, vóór de datum van de uitbetaling van de uitkering, hun arbeidsovereenkomst voor werklieden niet hebben opgezegd of niet om een dringende reden door hun werkgever werden ontslagen.

Art. 16.De uitkering wordt niet toegekend voor de weerverletdagen wegens vorst, sneeuw of ijzel die in een periode van staking of lock-out vallen.

Art. 17.De uitkering wordt rechtstreeks uitbetaald aan de arbeider door de werkgever die hem tewerkstelt.

De uitkering wordt uitbetaald op de gewone betaaldag van de lonen voor de periode waarin de stillegging zich heeft voorgedaan, of op een datum overeen te komen tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging.

HOOFDSTUK VII. - Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 18.Er is een bijdrage voorzien van 0,92 pct. van de loonmassa geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die zal teruggestort worden aan het fonds voor bestaanszekerheid van de sector.

Er zal een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de sociale partners worden opgericht om de tussenkomst van het fonds voor bestaanszekerheid in geval van langdurige ziekte te evalueren.

HOOFDSTUK VIII. - Syndicale premie

Art. 19.Vanaf het boekjaar 2009, is de syndicale premie op 135 EUR/jaar gebracht. Deze premie werd verhoogd tot 145 EUR/jaar vanaf het boekjaar 2018.

HOOFDSTUK IX. - Vorming en tewerkstelling

Art. 20.0,20 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal worden aangewend voor de vorming van de werklieden van de sector en voor de personen behorend tot de risicogroepen.

Het fonds voor bestaanszekerheid van de sector zal zorgen voor de opleiding en de beroepsvervolmaking van de werklieden die in dienst worden genomen in het kader van de brugpensioneringen of van de werklieden aan wie in hetzelfde kader wordt gevraagd andere functies uit te oefenen.

Art. 21.Over alle problemen betreffende het behoud van het tewerkstellingsniveau in de ondernemingen zal voortdurend op paritair niveau overleg worden gepleegd in de ondernemingsraden of met de vakbondsafvaardigingen.

Art. 22.De jaarlijks vormingspremie is opgeheven.

HOOFDSTUK X. - Maaltijdcheques

Art. 23.Sinds 1 apri1 2014, wordt aan het arbeiderspersoneel, per werkelijk gepresteerde dag, een maaltijdcheque met een nominale waarde van 6,75 EUR toegestaan, waarvan 1,09 EUR ten laste van de arbeider.

Aan de deeltijdse wordt één maaltijdcheque toegekend per gepresteerde periode van 7 uur 36 in 38-urenstelsel of 7 uur 48 in 39-urenstelsel.

HOOFDSTUK XI. - Carenzdag en opzeggingstermijnen

Art. 24.Sinds 1 januari 2014, is er totale afschaffing van de carenzdag voor alle werklieden.

Art. 25.Er wordt naar het wettelijke kader verwezen betreffende de opzeggingstermijnen.

HOOFDSTUK XII. - Werkbaar werk

Art. 26.De sociale partners verbinden zich ertoe om op sector- en bedrijfsniveau alle wegen te onderzoeken om de gezondheid van de werknemers te beschermen (met name het einde van hun eindeloopbaan tijdskrediet, collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 103 en nr. 104) en om concrete en meetbare vooruitgang te realiseren, rekening houdend met bedrijfssituaties en de behoeften van werklieden.

De sociale partners verbinden zich ertoe om een werkgroep op te richten om de sectoriële maatregelen te evalueren. Deze werkgroep evalueert ook de maatregelen inzake de vormingsinspanningen voorzien in een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK XIII. - Eindeloopbaanmaatregelen

Art. 27.Vanaf 1 januari 2016, wordt per jaar één eindeloopbaan verlofdag toegekend aan de werknemers die de volle leeftijd van 55 jaar hebben bereikt en die een effectieve aanwezigheid in de onderneming van 25 jaar hebben.

Vanaf 1 januari 2020 wordt de leeftijdsvoorwaarde van 55 jaar teruggebracht tot 50 jaar.

Vanaf 1 januari 2022 wordt de leeftijdsvoorwaarde afgeschaft.

De partijen verbinden zich ertoe om een bijzondere aandacht te besteden aan de inrichting van het einde van de loopbaan, met name op de kwesties betreffende de werkorganisatie en de werkdruk (bijvoorbeeld : problematiek van de eventuele vervangingen).

HOOFDSTUK XIV. - Vervoerskosten

Art. 28.Bij toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 van de Nationale Arbeidsraad van 23 april 2019 hebben werklieden tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en onder de daarin aangegeven voorwaarden recht op een vrijgestelde financiële bijdrage. Deze financiële bijdrage wordt voor de werknemers van het Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk vanaf de eerste kilometer betaald tegen 100 pct. van het sociaal abonnement vanaf 1 september 2019.

Bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164 van 24 januari 2023 hebben de werklieden vanaf 1 oktober 2023 recht op een vrijgestelde financiële bijdrage van 0,27 EUR per kilometer voor het woon-werk verkeer afgelegd per fiets.

Het bedrag van de fietsvergoeding voor de werkelijk afgelegde afstand zal in de toekomst automatisch worden aangepast aan het belastingplafond, dit wil zeggen het bedrag per kilometer vastgesteld overeenkomstig artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 164, afgesloten door de Nationale Arbeidsraad op 24 januari 2023, betreffende de tussenkomst van de werkgever voor verplaatsingen per fiets van de werknemer tussen zijn woning en zijn werkplek.

HOOFDSTUK XV. - Indienstneming, integratie of aan het werk houden van personen met beperkte mentale of fysieke capaciteiten al dan niet veroorzaakt door een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte

Art. 29.Na raadpleging met de sociale organen, zal men in de mate van het mogelijke personen met mentale en/of fysische beperkingen, al dan niet veroorzaakt door een (arbeids)ongeval of een (beroeps)ziekte, bevoordelen bij aanwerven, integreren en/of aan het werk houden.

HOOFDSTUK XVI. - Kwartsstof

Art. 30.Er zal naleving en toepassing zijn van het Europees sociaal akkoord met betrekking tot het kristallijn silica.

HOOFDSTUK XVII. - Anciënniteitsverlof

Art. 31.Sinds 2020 wordt één verlofdag toegekend aan de voltijdse arbeider met minstens 1 effectieve werkdag in het kalenderjaar en 15 dienstjaren in de onderneming (in geval van deeltijdse arbeid : pro rata op basis van het wekelijkse arbeidsstelsel). Het moment waarop dit verlof wordt genomen, wordt bepaald in overleg tussen de werkgever en de betrokken werknemer. Als er geen verlofdag wordt gegeven, zal een anciënniteitspremie voor een gelijkwaardig bedrag worden betaald.

Vanaf 1 januari 2023 wordt een extra verlofdag toegekend aan de arbeider die voltijds in dienst is van de onderneming en 30 dienstjaren in deze onderneming heeft. Bij gebrek aan een vrije dag wordt door de werkgever een anciënniteitspremie of een geschenk van een gelijkwaardig bedrag of waarde betaald/aangeboden.

HOOFDSTUK XVIII. - Duur van de overeenkomst

Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2024. Zij vervangt en heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2023 op betreffende de arbeidsvoorwaarden, geregistreerd onder het nummer 184220/CO/102.08.

De vroegere akkoorden die niet worden gewijzigd bij deze collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing, zonder afbreuk te doen aan de eventuele meer gunstigere akkoorden gesloten op ondernemingsniveau.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^