Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2007
gepubliceerd op 20 november 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012634
pub.
20/11/2007
prom.
10/10/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Van Koningswege : P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 Nationaal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 8 juni 2007 onder het nummer 83418/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 3.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering

Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4 maandelijks gemiddelde) december van het voorgaande kalenderjaar tegenover december van het kalenderjaar daarvoor. Afdeling 2. - Verhoging van de minimumuurlonen en de effectieve

uurlonen - Op 1 juli 2007 worden alle lonen verhoogd met 0,7 pct.; - Op 1 juli 2008 wordt het saldo berekend volgens volgende formule : 5,0 pct. verminderd met de som van de reële index op 1 januari 2007, de loonsverhoging van 0,7 pct. op 1 juli 2007 en de reële index op 1 januari 2008.

Indien dit saldo negatief is, wordt er geen verhoging toegepast.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 28 juni 2005 zal vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 4.Eindejaarspremie - algemeen regime Voor de berekening van de anciënniteitvoorwaarde en de eindejaarspremie worden de dagen vaderschapsverlof, weergegeven door DMFA met code 52 gelijkgesteld.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2006 inzake eindejaarspremie - algemeen regime zal vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 5.Eindejaarspremie - FEE/RTD Het vaderschapsverlof dient te worden beschouwd als gelijkgestelde dagen en dient te worden geïntegreerd in artikel 5, § 2.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2003 inzake eindejaarspremie - FEE/RTD zal vanaf 1 december 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 6.Fonds voor bestaanszekerheid § 1. Op 1 januari 2008 worden de aanvullende vergoedingen bij de eerste zestig dagen tijdelijke werkloosheid verhoogd tot 8,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en tot 4,00 EUR per halve werkloosheidsvergoeding. § 2. Op 1 januari 2008 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexering op 1 januari 2006 en op 1 januari 2007 (de sociale index van de maand december van het voorgaande kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand december van het kalenderjaar daarvoor).

Door deze berekening, met name 2,08 pct. op 1 januari 2006 en 1,85 pct. op 1 januari 2007 worden de aanvullende vergoedingen met 3,97 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 januari 2008 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding voor de eerste 60 dagen tijdelijke werkloosheid : - 8,32 EUR per werkloosheidsuitkering; - 4,16 EUR per halve werkloosheidsuitkering. - Aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid vanaf de 61ste dag tot en met de 120ste dag : - 6,46 EUR per werkloosheidsuitkering; - 3,23 EUR per halve werkloosheidsuitkering.

Deze aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid vanaf de 61ste tot en met de 120ste dag worden door het fonds voor bestaanszekerheid bij de werkgever gerecupereerd. - Aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen, oudere zieken en minimumvergoeding bij brugpensioen : - 5,38 EUR per werkloosheids- en ziekteuitkering; - 2,69 EUR per halve werkloosheids- en ziekteuitkering. - Aanvullende vergoedingen bij ziekte : - 1,51 EUR per ziekteuitkering; - 0,76 EUR per halve ziekteuitkering. - Aanvullende vergoeding bij sluiting : - 266,75 EUR + 13,44 EUR /jaar met een maximum van 879,81 EUR. - Aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 66,69 EUR. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid van 28 juni 2005, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 20 december 2005 en 11 januari 2006, zal vanaf 1 januari 2008 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur, met uitzondering van § 1 die van toepassing is tot 31 december 2009.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt.

Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst te worden aangepast om uitvoering te geven aan het generatiepact.

Art. 7.Sectoraal pensioenfonds Vanaf 1 januari 2008 wordt de bijdrage van 1,36 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voor het sectoraal pensioenstelsel verhoogd met 0,10 pct. tot 1,46 pct..

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2006 inzake het sectoraal pensioenstelsel zal vanaf 1 januari 2008 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 8.Sectorale tewerkstellingscel en sectoraal outplacement § 1. De sectorale tewerkstellingscel die in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 in de schoot van "Vormelek" werd ingevoerd, dient uitvoering te geven aan de afspraken gemaakt in het generatiepact alsook aan de regelgeving op regionaal vlak.

De sociale partners zullen binnen "Vormelek" - rekening houdend met bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale tewerkstellingscel. § 2. Outplacement blijft de individuele verantwoordelijkheid van de werkgever en blijft ten laste van de werkgever.

Partijen engageren zich om een ondersteunende collectieve sectorale regeling via de sectorale tewerkstellingscel uit te werken.

Partijen engageren zich tegen 31 december 2007 een collectieve arbeidsovereenkomst inzake outplacement uit te werken, rekening houdend met de afspraken opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 inzake outplacement en rekening houdend met de afspraken terzake gemaakt in het interprofessioneel akkoord 2007-2008.

Opmerking De principes van deze sectorale tewerkstellingscel en het sectoraal outplacement zullen worden uitgewerkt in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake tewerkstellingscel en outplacement vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009.

Art. 9.Contracten bepaalde duur, bepaald werk en uitzendarbeid - Wanneer een arbeider wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere opeenvolgende contracten van bepaalde duur, bepaald werk of uitzendarbeid, wordt de anciënniteit opgebouwd tijdens deze contracten meegerekend. - Wanneer een arbeider wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere opeenvolgende contracten van bepaalde duur, bepaald werk of uitzendarbeid van minimum 14 dagen, mag er geen proefperiode worden opgenomen.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake contracten bepaalde duur, bepaald werk en uitzendarbeid zal worden opgemaakt vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 10.Bestrijding zwartwerk De sociale partners engageren zich om tijdens de duurtijd van dit akkoord maatregelen uit te werken om het zwartwerk in de sector te bestrijden.

De sociale partners engageren zich de nodige stappen te zetten om de gegevens waarover de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid beschikt in het kader van de DIMONA-aangifte in dit kader te kunnen aanwenden. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding

Art. 11.Algemene bepalingen § 1. De ondersteuning betreffende vorming en opleiding, evenals betreffende technologische dienst- en adviesverlening aan de bedrijven behorende tot Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie zal gebeuren vanuit de afdeling vorming van het fonds voor bestaanszekerheid door middel van dotaties aan de VZW's Vormelek en Tecnolec. § 2. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich de participatiegraad van de arbeiders met 5 pct. te verhogen en voorzien hiervoor het volgende menu : - het verruimen van het aanbod van opleidingen georganiseerd door "Vormelek"; - het verbeteren van de kwantiteit van de opleidingsplannen en van de kwaliteit van de sectorale opleidingsplanner; - een sectoraal vormingsaanbod buiten de werkuren; - een beperkt individueel recht op opleiding voor elke arbeider.

Deze elementen worden verder uitgewerkt in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding, gebaseerd op de bepalingen van de artikelen 12 en 13 van dit akkoord.

Art. 12.Risicogroepen § 1. Bevestiging van de bijdrage van 0,15 pct. voor onbepaalde duur bestemd voor de risicogroepen, waarvan 0,05 pct. kan worden aangewend voor innoverende projecten. § 2. Gezien deze inspanning vragen de partijen dat de Minister van Werk de sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2007 en 2008 bestemd voor het "Tewerkstellingsfonds". § 3. Voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs. § 4. Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom van risicogroepen met bijzondere aandacht voor werkzoekenden die na hun opleiding in VDAB, Bruxelles Formation en Forem worden tewerkgesteld in de sector. § 5. Aanpassing van de bepalingen met betrekking tot de instroom van risicogroepen in functie van de beheersbaarheid van de kosten en de tewerkstelling in de sector. § 6. Verlenging van de vrijstelling tot verplichte aanwerving van arbeiders met een startbaanovereenkomst, en dit voor de duurtijd van dit akkoord.

Art. 13.Recht op permanente vorming § 1. Bevestiging van de bijdrage van 0,60 pct. voor onbepaalde duur bestemd voor permanente vorming. § 2. De huidige erkenningscriteria van "Vormelek" worden uitgebreid met : - Opleidingen buiten de werkuren; - Bedrijfsspecifieke opleidingen; - Opleidingen van minder dan 7 uren.

De vraag tot erkenning van een opleiding is steeds op initiatief van de werkgever. § 3. Permanente vorming op initiatief van de werkgever : a) Binnen de werkuren : - het inschrijvingsgeld wordt betaald door de werkgever; - de premie wordt betaald aan de werkgever en afgebouwd van het premiekrediet van de onderneming. b) Buiten de werkuren - op vrijwillige basis; - beperkt tot 16 uur per 2 jaar; - het inschrijvingsgeld wordt betaald door de werkgever; - de partijen nemen de tijd om samen met de betrokken overheidsinstanties de mogelijkheid te onderzoeken een premie voor arbeiders te kunnen invoeren; - de bij wet opgelegde opleidingen buiten de werkuren en die reeds erkend worden door "Vormelek" volgen alle criteria van opleidingen binnen de werkuren. § 4. Permanente vorming op initiatief van de arbeider, met name het invoeren van een individueel recht op permanente vorming van één dag per arbeider per twee jaar. Het recht op opname is beperkt in de tijd en niet cumuleerbaar. a) Binnen de werkuren : - op voorwaarde dat de arbeider de afgelopen 3 jaar geen opleiding genoten heeft bij de betrokken onderneming; - op voorwaarde dat de arbeider een anciënniteit heeft van minstens 2 jaar in de onderneming; - in overleg met de werkgever met betrekking tot de planning; - de werkgever schrijft de arbeider in; - de premie wordt betaald aan de werkgever en afgebouwd van het premiekrediet van de onderneming. b) Buiten de werkuren - de opleiding dient reeds erkend te zijn door "Vormelek"; - op voorwaarde dat de arbeider de afgelopen 3 jaar geen opleiding genoten heeft bij de betrokken onderneming; - op voorwaarde dat de arbeider een anciënniteit heeft van minstens 2 jaar in de onderneming; - de partijen nemen de tijd om samen met de betrokken overheidsinstanties de mogelijkheid te onderzoeken een premie voor arbeiders te kunnen invoeren; - "Vormelek" informeert de onderneming over het feit dat de betrokken arbeider een opleiding gevolgd heeft en bijgevolg gebruik gemaakt heeft van het individuele recht.

De modaliteiten en omkaderingsmaatregelen zullen verder worden uitgewerkt.

Opmerking De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om, rekening houdend met deze principes, een collectieve arbeidsovereenkomst inzake Vorming en Opleiding af te sluiten, en dit vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009, met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot de bijdragen die van onbepaalde duur zijn.

Bovendien dient het ganse artikel 13 te worden geëvalueerd ten laatste op 31 december 2008. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 14.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 15.Flexibiliteit Opmerking § 1. De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake flexibiliteit van 28 juni 2005 wordt verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009. § 2. De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 28 juni 2005 wordt verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009.

Art. 16.Stand-by Inzake stand-by kunnen op ondernemingsvlak afspraken worden gemaakt via een collectieve arbeidsovereenkomst over de aard en de hoogte van de vergoedingen rekening houdend met volgende principes : - De periode dat een arbeider stand-by is wordt niet als arbeidstijd beschouwd; - Wanneer de arbeider effectief prestaties levert moet hiervoor loon worden betaald; - De effectief gewerkte tijd moet worden meegeteld als arbeidstijd zowel voor de arbeidsduur als voor de berekening van het loon.

Voor ondernemingen waar nog geen regeling bestaat inzake stand-by, met inbegrip van de vergoedingen, bevelen de partijen de ondernemingen aan een collectieve arbeidsovereenkomst op te maken die rekening houdt met bovenvermelde principes.

Voor ondernemingen waar wel een regeling bestaat dient deze verder ongewijzigd toegepast te worden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden op ondernemingsvlak zullen tijdens de volgende onderhandelingsperiode als basis dienen om een sectorale regeling inzake stand-by uit te werken.

Art. 17.Kort verzuim De gewijzigde adoptiewetgeving dient te worden opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 10 oktober 2001.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 10 oktober 2001 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 juli 2007 voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning

Art. 18.Tijdskrediet en loopbaanvermindering Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering van 3 oktober 2001 dient vanaf 1 juni 2007 te worden aangepast aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater inzake tijdskrediet.

Art. 19.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2010.

Opmerking In die zin zullen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen worden aangepast en verlengd, met name de collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 28 juni 2005 en de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen na ontslag van 28 juni 2005. § 2. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 28 juni 2005 wordt verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 56 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake halftijds brugpensioen van 28 juni 2005 wordt verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en zal in die zin worden aangepast. § 4. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt er een recht op brugpensioen geïnstalleerd vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.

De betaling van de aanvullende vergoedingen zal integraal door het sociaal fonds worden ten laste genomen.

Opmerking In uitvoering hiervan wordt vanaf 1 januari 2008 en collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid van 28 juni 2005, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 20 december 2005 en 11 januari 2006, zal vanaf 1 januari 2008 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. § 5. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op brugpensioen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen het recht op de aanvullende vergoeding : - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen; - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen en inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid zullen vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast. § 6. Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de aanbevelingen brugpensioen - procedure voorzien in artikel 15, § 4, van het nationaal akkoord 2005-2006 verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste twee maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg

Art. 20.Statuut van de vakbondsafvaardiging § 1. In artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardiging van 18 oktober 1999 dient de laatste alinea te worden vervangen door : "Indien het effectief of plaatsvervangend mandaat van een vakbondsafgevaardigde, om gelijk welke redenen, een einde neemt tijdens de uitoefening van dit mandaat, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, het recht om de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen.

Deze aanduiding mag in geen geval aanleiding geven tot het verhogen van het aantal beschermden, waarop de werknemersorganisaties volgens de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst recht hebben. ».

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 inzake statuut van de vakbondsafvaardiging zal vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. § 2. In artikel 15, § 4, van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders en minstens 35 werknemers van 28 juni 2005 dient ook de kandidaat-vakbondsafgevaardigde te worden opgenomen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005 inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders en minstens 35 werknemers zal vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Sectorale projecten 2007-2008

Art. 21.Lonen jonge arbeiders De sociale partners van de sector engageren zich om tegen 1 januari 2009 een alternatieve regeling uit te werken die ervoor zorgt dat de leeftijdsdiscriminaties zoals opgenomen in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst loonvorming van 24 juni 2003, weggewerkt wordt.

Art. 22.Werkkledij Partijen zullen de nieuwe wetgeving inzake werkkledij onderzoeken teneinde een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst inzake het onderhoud van de werkkledij op voorwaarde dat de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van arbeider en zijn directe omgeving op te maken tegen 1 januari 2008.

Art. 23.Ongezond en gevaarlijk werk Partijen engageren zich de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake premie voor ongezond en gevaarlijk werk van 1 juni 1993 te actualiseren tegen 1 januari 2008. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord

Art. 24.Sociale vrede Onderhavig akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Art. 25.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.

De artikels die van toepassing zijn op het fonds voor bestaanszekerheid voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage de de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 Paritair Subcomité voor de elektriciens : Installatie en distributie Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^