gepubliceerd op 21 december 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 november 2007 tot vaststelling van de modaliteiten in toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de financiering van een project « Vinca » voor de invoering van gegevens in de sector thuisverpleging
10 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 november 2007 tot vaststelling van de modaliteiten in toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de financiering van een project « Vinca » voor de invoering van gegevens in de sector thuisverpleging
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 1°, gewijzigd door de wet van 22 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 november 2007 tot vaststelling van de modaliteiten in toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de financiering van een project « Vinca » voor de invoering van gegevens in de sector thuisverpleging;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 24 juli 2009;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 27 juli 2009;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 augustus 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 1 oktober 2009;
Gelet op het advies 47.296/2 van de Raad van State, gegeven op 9 november 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 2 november 2007 tot vaststelling van de modaliteiten in toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 1° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de financiering van een project « Vinca » voor de invoering van gegevens in de sector thuisverpleging, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende : «
Art. 3bis.Aan de geselecteerde kandidaten na afloop van de procedure omschreven in artikel 7 worden de kandidaten toegevoegd die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1°in 2009 gebruik maken van een gehomologeerde softwarepakket voor het beheer van het patiëntendossier met betrekking tot de verpleegkunde dat bovendien slaagt in de testen Vinca 2009 uitgevoerd door FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; 2° aan de voorwaarden voldoen om de tegemoetkoming te genieten, bepaald bij het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een financiële tegemoetkoming verleent aan de verpleegkundigen voor het gebruik van telematica en het elektronisch beheer van dossiers;3° zich ertoe verbinden om de nieuwe functionaliteiten, gepreciseerd in de overeenkomsten bedoeld in artikel 2, voortdurend te gebruiken tijdens de volledige duur van het project;4° zich ertoe verbinden om deel te nemen aan de evaluatiefasen van het project.
Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Maximaal 1000 kandidaten worden geselecteerd volgens artikel 3bis. Als het aantal kandidaten dat in aanmerking komt, minder dan 1000 bedraagt, worden alle kandidaten geselecteerd.
Indien het aantal kandidaten dat in aanmerking komt meer dan 1000 bedraagt, worden alle kandidaten verdeeld in categorie naargelang van het professioneel hoofdstatuut en vervolgens in subcategorieën per Gewest, bedoeld in artikel 3 van de Grondwet. 1° Selectie op basis van het professioneel hoofdstatuut van de aanvrager naar rata van de volgende quota's : 50 % (500) voor de categorie van de personen met het statuut van zelfstandige en 50 % (500) voor de categorie van de personen met het statuut van loontrekkende. Indien er te weinig kandidaten zijn in verhouding tot de quota in een categorie, dan worden alle kandidaten binnen die categorie geselecteerd en wordt de quota van de andere categorie verhoogd met dat tekort. Deze verhoging wordt verdeeld in subcategorieën bedoeld onder 2° in verhouding tot hun relatief belang. 2° In elk van de categorieën bedoeld onder 1°, wordt de geografische verdeling van de kandidaten in verhouding gebracht met de populatie van elk Gewest, bedoeld in artikel 3 van de Grondwet. Praticiens de l'art infirmier sous statut indépendant
Praticiens de l'art infirmier sous statut salarié
Verpleegkundige met het statuut van zelfstandige behorende tot
Verpleegkundige met het statuut van loontrekkende behorende tot
Région flamande
Région wallonne
Région Bruxelles- capitale
Région flamande
Région wallonne
Région Bruxelles- capitale
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Brussels Hoofd-stedelijk Gewest
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Brussels Hoofd-stedelijk Gewest
285
165
50
285
165
50
285
165
50
285
165
50
Die quota's van kandidaten onder subcategorieën worden zo nodig verhoogd in toepassing van het laatste lid van 1° hierboven.
Indien er binnen een subcategorie te weinig kandidaten zijn in verhouding tot de quota die hierboven is bepaald, worden alle kandidaten geselecteerd en wordt het tekort aangewend voor de verhoging van de quota's van de andere subcategorieën van dezelfde categorie, naar rato van hun relatief belang.
De selectie van de kandidaten gebeurt, binnen elke categorie of subcategorie, in volgorde van inschrijven.
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden « volgens artikel 7. »; 2° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin : « De kandidaten echter die bedoeld zijn in artikel 3 kunnen genieten van een bijkomend bedrag van 280 euro op voorwaarde dat zij ook aan de voorwaarden van artikel 3 bis voldoen.»; 3° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin : « Het bedrag van de tegemoetkoming wordt teruggevorderd bij de kandidaten die de verbintenissen opgenomen in artikel 3bis, 3° en 4° niet naleven.».
Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 7.De verpleegkundigen die kandidaat zijn om een overeenkomst met het Verzekeringscomité te ondertekenen onder de voorwaarden waarin dit besluit voorziet, dienen op uiterlijk 15 januari 2010 hun kandidatuur in via de website van de FOD Volksgezondheid.
De kandidaturen worden door de FOD Volksgezondheid uiterlijk op 15 februari 2010 bezorgd aan het Verzekeringscomité met oog op de selectie van de kandidaten en het afsluiten van de overeenkomsten. ».
Art. 5.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 december 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX