gepubliceerd op 22 november 2006
Koninklijk besluit waarbij de toepassingsregels worden bepaald voor toekenning van betaald educatief verlof aan werknemers die examens afleggen, georganiseerd door de gefedereerde overheden in het kader van een systeem van certificering van verworven competenties
10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij de toepassingsregels worden bepaald voor toekenning van betaald educatief verlof aan werknemers die examens afleggen, georganiseerd door de gefedereerde overheden in het kader van een systeem van certificering van verworven competenties
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikelen 109, § 1, 7°bis, 111, § 7 en 112, gewijzigd door de programmawet van 30 december 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 juli 2006;
Gelet op de aanvraag die op 14 maart 2006 bij de Nationale Arbeidsraad is ingediend en gelet op het feit dat geen advies is verstrekt binnen de termijn voorgeschreven in de wet van 29 mei 1952;
Gelet op het advies 41.150/1 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het systeem van certificering van verworven competenties van toepassing is in de gefedereerde overheden en dat de federale regering haar goedkeuring heeft gegeven aan de integratie in het systeem van het betaald educatief verlof zonder de bestaande budgettaire enveloppe te verhogen;
Op de voordracht van onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 20 juli 2006, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de regels van toepassing bij toekenning van betaald educatief verlof aan werknemers die examens voorbereiden en afleggen georganiseerd door de gefedereerde overheden in het kader van het systeem van erkenning of certificering van verworven competenties, ter uitvoering van artikel 109, § 1, 7°bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.
Art. 2.In afwijking van artikel 111, § 1, van voornoemde wet, heeft de werknemer die examens van certificering van verworven competenties voorbereidt en aflegt het recht om, met behoud van zijn normaal loon dat op het gewone tijdstip moet worden uitbetaald, op het werk afwezig te zijn gedurende acht uren. Er dient rekening gehouden te worden met deze acht uren bij de maximale begrenzingen voorzien in artikel 111 van voornoemde wet.
Art. 3.De werknemer die gebruik wenst te maken van het betaald educatief verlof, licht zijn werkgever hierover in door middel van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij regelmatig ingeschreven is om een examen van certificering van verworven competenties af te leggen.
De werknemer bezorgt dit getuigschrift aan zijn werkgever ten laatste binnen dertig dagen die volgen op de inschrijving.
Art. 4.Het betaald eductief verlof met betrekking tot de voorbereiding en het afleggen van examens van certificering van verworven competenties wordt opgenomen op de dag van het examen van certificering van verworven competenties.
Art. 5.§ 1. De overheidsbesturen belast met de registratie van de inschrijvingen van het examen van certificering van verworven competenties zijn gehouden aan de werknemers het getuigschrift bedoeld bij artikel 3 uit te reiken, evenals het attest van deelname aan het examen.
Dit getuigschrift bevat volgende vermeldingen : 1° de naam, de voornaam en de hoedanigheid van de afgevaardigde van het overheidsbestuur belast met de registratie van de inschrijvingen;2° de naam, de voornaam, de geboorteplaats en-datum, alsook het adres van de werknemer;3° de benaming van het examen waarvoor de werknemer is ingeschreven en de zittijd van het jaar waarvoor werd ingeschreven. Voormeld overheidsbestuur plaatst zijn stempel op het uitgereikt getuigschrift. § 2. De werknemer bezorgt het attest van deelname aan het examen aan zijn werkgever, ten laatste binnen acht dagen volgend op de uitreiking.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN