gepubliceerd op 17 januari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de vaststelling van zijn statuten
10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en de vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2006 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 betreffende de oprichting van een waarborg- en sociaal fonds en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2006 onder het nummer 80491/CO/320) TITEL I. - Oprichting
Artikel 1.Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen richt, bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, geregistreerd onder het nr. 78889/CO/320.
Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen.
TITEL II. - Statuten I. Benaming en maatschappelijke zetel
Artikel 1.Er wordt met ingang van 1 januari 2005 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht genaamd "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen".
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Drakenhoflaan 21, te 2100 Antwerpen.
II. Doel
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking;2° het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de werknemers en werkneemsters van de begrafenisondernemingen;3° de uitkering van deze voordelen te verzekeren;4° de uitvoering verzekeren van de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen. III. Toepassingsgebied
Art. 4.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en op de werknemers en werkneemsters, hierna werknemers genoemd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen.
IV. Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen
Art. 5.De in artikel 4 bedoelde werknemers hebben recht op aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds waarvan de aard, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 6.De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de bijdragen die hem zijn opgelegd.
V. Beheer
Art. 7.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer die paritair is samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en de werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen.
Deze raad bestaat uit acht leden, te weten : vier afgevaardigden van de werkgevers en vier afgevaardigden van de werknemers. De leden van de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen onder de gewone of plaatsvervangende leden van dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het paritair comité. In dat geval worden zij vervangen door een lid van het paritair comité dat behoort tot dezelfde groep als het lid van wie het mandaat een einde nam.
Art. 8.De raad van beheer duidt in zijn midden de voorzitter aan onder de vertegenwoordiging van de werknemers.
Art. 9.De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
De voorzitter is gehouden de raad minstens eenmaal per jaar bijeen te roepen en telkens wanneer twee leden van de raad erom verzoeken.
De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgemaakt door de door de raad van beheer aangewezen secretaris en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.
De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders. De beslissingen worden eenparig genomen. Opdat de stemming geldig zou zijn moeten minstens vier leden aanwezig zijn, waarvan de helft de werkgevers en de andere helft de werknemers vertegenwoordigt. Er kan slechts worden gestemd over de punten die op de agenda voorkomen.
Art. 10.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de leiding van het fonds.
De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in rechte bij monde van de voorzitter of de daartoe aangestelde afgevaardigde beheerder.
De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat. Zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wegens hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.
Art. 11.De raad van beheer kan zijn bevoegdheden geheel of ten dele overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden.
Art. 12.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks door de raad van beheer vastgesteld.
VI. Financiering
Art. 13.De bijdrage van de werkgevers wordt percentsgewijze vastgesteld op de brutolonen die in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen.
Het bedrage van de bijdrage wordt vastgesteld op 0,10 pct. bestemd voor de financiering van risicogroepeninitiatieven en op 0,05 pct. voor de uitbetaling van een syndicale premie.
Art. 14.Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het bevoegd paritair comité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 15.De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
Art. 16.Het bedrag van de bijdrage wordt bepaald op 0,40 pct. voor het vierde kwartaal 2006 (inhaalbeweging van de syndicale bijdrage van 0,05 pct. voor het jaar 2005 en de eerste 3 kwartalen van het jaar 2006).
Vanaf het eerste kwartaal 2007 wordt de bijdrage bepaald op 0,15 pct. (0,10 pct. risicogroepen en 0,05 pct. syndicale premie).
VII. Balans en rekeningen
Art. 17.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december van hetzelfde jaar.
Art. 18.Elk jaar, op 31 december, worden de balans en de rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten.
De balans en de rekeningen moeten op gebied van boekhouding duidelijk zijn omschreven.
VIII. Toezicht
Art. 19.De raad van beheer alsmede de, bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, door het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen aangewezen persoon brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar. De balans met hogergenoemde schriftelijke verslagen moet uiterlijk gedurende de maand april ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen worden voorgelegd.
IX. Ontbinding en vereffening
Art. 20.De ontbinding van het fonds wordt door het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen uitgesproken.
Het comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds, na kwijting van het passief, door aan deze goederen en waarden een bestemming te geven die overeenkomt met het doel waartoe het fonds is opgericht.
Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen wijst de in artikel 7 bedoelde leden van de raad van beheer als vereffenaars aan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN