gepubliceerd op 08 december 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, ter wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juli 2005 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt
10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, ter wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juli 2005 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. enkomst van 4april 2006, gesloten in het Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, ter wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juli 2005 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juli 2005 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt (Overeenkomst geregistreerd op 30 mei 2006 onder het nummer 79916/CO/145)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, met uitzondering van het seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en hun werkgevers, van de ondernemingen in de fruitteelt, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Art. 2.Artikel 4 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door : "
Art. 4.§ 1. De minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen worden verhoogd met 0,50 pct. op 1 april 2006. § 2. Met uitzondering van de ondernemingen die instaan voor het sorteren voor derden, worden de minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen verhoogd met 0,77 pct. op 1 juli 2006.
Onder "ondernemingen die instaan voor het sorteren voor derden" verstaat men : de ondernemingen met als enige activiteit het sorteren voor derden. Ondernemingen die meerdere activiteiten combineren (bijvoorbeeld sorteren en plukken van fruit,...) dienen beide loonsverhogingen toe te passen.
De sociale partners komen overeen om tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst de nieuwe functie van fruitsorteerder te definiëren en in te schalen in de bestaande functieclassificatie."
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN