10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van de vrije kinderbijslagfondsen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, inzonderheid op artikel 17, § 4, vervangen door de wet van 2 mei 2002 en § 6 vervangen door de wet van 2 mei 2002 en gewijzigd bij de wet van 16 januari 2003;

Gelet op de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders van 19 december 1939, inzonderheid op artikel 154, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1960;

Gelet op de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen zoals laatst gewijzigd bij de wet van 22 mei 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 1956 ter uitvoering van artikel 154 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen zoals laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen;

Gelet op het voorstel nr. 178 van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, gegeven op 9 november 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 novembre 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 december 2005;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de bekommernis aan de vrije kinderbijslagfondsen een voldoende rechtsgrond te verschaffen voor de nieuwe boekhoudkundige verplichtingen die op hen van toepassing zijn vanaf het boekjaar 2005;

Gelet op het advies 40.790/1/V van de Raad van State, gegeven op 18 juli 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De verplichting om hun boekhouding te houden en hun jaarrekening op te maken overeenkomstig artikel 17, § 3, van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, geldt ook voor de vrije kinderbijslagfondsen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 17, § 2, van de voornoemde wet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit vangt het boekjaar aan op 1 januari en eindigt op 31 december van elk kalenderjaar.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, hierna genoemd het koninklijk besluit van 19 december 2003, is van toepassing op de krachtens artikel 19 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, erkende vrije kinderbijslagfondsen, behoudens de hiernavolgende regels.

TITEL II. - Aanpassingen aan de verplichtingen betreffende het voeren van een volledige boekhouding

Art. 4.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, worden voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, in artikel 9, § 1, eerste zin, van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, de woorden « ten minste eens per jaar » vervangen door de woorden « minstens op het einde van elk boekjaar ».

Art. 5.In afwijking van artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, moet voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, het rekeningenstelsel bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, qua inhoud, voorstelling en nummering in overeenstemming zijn met de minimumindeling van het rekeningenstelsel, zoals weergegeven als bijlage bij onderhavig besluit.

Art. 6.Artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 2003 is niet van toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, tenzij met voorafgaandelijke goedkeuring door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.

TITEL III. - Aanpassingen aan de verplichtingen betreffende de maatstaven voor de waardering van de inventaris

Art. 7.In afwijking van artikel 6 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, wordt voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, artikel 29, tweede lid van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, vervangen door de volgende bepaling : « Dergelijke afwijking wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers en in de toelichting vermeld en verantwoord. ».

Art. 8.In afwijking van artikel 6 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, zijn de artikelen 56 en 57 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, niet van toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen.

Art. 9.In afwijking van artikel 6 van het koninklijk besluit van 19 december 2003 worden voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, de artikelen 61, § 1, tweede lid, en 64, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, aangevuld als volgt : « Dergelijke afschrijvingen worden voorafgaandelijk goedgekeurd door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers en in de toelichting vermeld en verantwoord. ».

In afwijking van artikel 6 van het koninklijk besluit van 19 december 2003 worden voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, de artikelen 61, § 1, derde lid, en 64, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, aangevuld als volgt : 'De terugname van de afschrijvingen wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers en in de toelichting vermeld en verantwoord. ».

Art. 10.Artikel 7, 6° van het koninklijk besluit van 19 december 2003 wordt voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen aangevuld als volgt : « Indien de raad van bestuur beslist om dergelijke waarderingsmethode toe te passen, wordt voorafgaandelijk een akkoord gevraagd aan de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. ».

TITEL IV. - Aanpassing aan de verplichtingen betreffende de vorm en de inhoud van de jaarrekening HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen

Art. 11.De verplichting om de jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België zoals bepaald in artikel 17, § 6, van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, geldt ook voor de vrije kinderbijslagfondsen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 17, § 2, van de voornoemde wet.

Art. 12.In afwijking van artikel 9 van het koninklijk besluit van 19 december 2003 wordt voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen, artikel 26, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, vervangen door de volgende bepaling : « De balans wordt opgesteld na toewijzing, dit wil zeggen rekening houdend met de besteding van het saldo van de resultatenrekening krachtens de artikelen 91 tot 94 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. ».

Art. 13.In afwijking van artikel 10 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, wordt voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen, artikel 82, § 2 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Voorzover ze niet onder het toepassingsgebied vallen van artikel 17, § 5 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, hebben de kinderbijslagfondsen die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 17, § 2 en § 3, van deze wet, de mogelijkheid hun balans en resultatenrekening op te stellen volgens de verkorte vorm bepaald in afdeling III van onderhavig hoofdstuk en een verkorte toelichting met de bijkomende informatie bedoeld in punt A van subafdeling III van afdeling III, alsmede de inlichtingen betreffende de sociale balans bepaald in punt B van subafdeling III van afdeling III indien de vereniging een jaargemiddelde van ten minste 20 personeelsleden telt, uitgedrukt in voltijdse equivalenten en ingeschreven in het personeelsregister dat wordt bijgehouden krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het houden van sociale documenten. ». HOOFDSTUK II. - Volledige jaarrekening Afdeling I. - Schema van de balans

Art. 14.Voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen worden in afwijking van artikel 12 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, voor het schema van de balans, de rekeningen onder rubriek 48 van de minimumindeling van het rekeningenstelsel opgenomen in de rubriek IX.F.3. Niet-rentedragend of gekoppeld aan een abnormaal lage rente. Afdeling II. - Inhoud van de toelichting

Art. 15.In afwijking van artikel 15 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, wordt voor de toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen, artikel 91 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, aangepast als volgt : Onder A. Aanvullende gegevens, wordt na rubriek XX. De volgende gegevens over bestuurders en zaakvoerders, de volgende tekst ingevoegd : « XXI. Een staat van de sociale prestaties die vermeldt : 1. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar verschuldigde gezinsbijslagen;2. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar niet verschuldigde gezinsbijslagen;3. het saldo van de dubieuze debiteuren van ten onrechte uitgekeerde gezinsbijslagen op het einde van dit boekjaar en vorig boekjaar;4. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar verschuldigde hoofdelijke bijdragen;5. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar niet verschuldigde hoofdelijke bijdragen.». HOOFDSTUK III. - Jaarrekening in verkorte vorm Afdeling I. - Schema van de balans

Art. 16.Voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen worden in afwijking van artikel 16 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, voor het schema van de balans, de rekeningen onder rubriek 48 van de minimumindeling van het rekeningenstelsel opgenomen in de rubriek IX.F.3. Niet-rentedragend of gekoppeld aan een abnormaal lage rente. Afdeling II. - Inhoud van de toelichting

Art. 17.In afwijking van artikel 18 van het koninklijk besluit van 19 december 2003, wordt voor de toepassing door de vrije kinderbijslagfondsen, artikel 94 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, aangepast als volgt : Onder A. Aanvullende gegevens, wordt na de tekst van rubriek X. de volgende tekst ingevoegd : « XI. Een staat van de sociale prestaties die vermeldt : 1. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar verschuldigde gezinsbijslagen;2. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar niet verschuldigde gezinsbijslagen;3. het saldo van de dubieuze debiteuren van ten onrechte uitgekeerde gezinsbijslagen op het einde van dit boekjaar en vorig boekjaar;4. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar verschuldigde hoofdelijke bijdragen;5. het bedrag van de tijdens het boekjaar en vorig boekjaar niet verschuldigde hoofdelijke bijdragen.».

TITEL V. - Slotbepalingen

Art. 18.Artikel 37, §§1 en 3, van het koninklijk besluit van 19 december 2003 is niet van toepassing op de vrije kinderbijslagfondsen.

Artikel 37, § 2, van het koninklijk besluit van 19 december 2003 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van dit besluit gelden, stemt overeen met de afsluitingsbalans van vorig boekjaar. ».

Art. 19.Het koninklijk besluit van 26 juni 1956 ter uitvoering van artikel 154 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, wordt opgeheven.

Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.

Art. 21.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van de vrije kinderbijslagfondsen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE