gepubliceerd op 04 december 2006
Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, 10, § 2 en 19 van de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep
10 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikelen 4, § 2, 10, § 2 en 19 van de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep, inzonderheid op de artikelen 4, § 2, 10, § 2 en 19;
Gelet op advies 41.424/1 van de Raad van State, gegeven op 19 oktober 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Dienstverlenende intellectuele beroepen
Artikel 1.De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties die, bij toepassing van artikel 3 van de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep, hierna « de kaderwet » genoemd, een verzoekschrift tot reglementering indienen, bewijzen door de overlegging van daartoe geschikte documenten, dat zij voldoen aan de voorwaarden vermeld bij artikel 2 van de kaderwet.
Art. 2.Het verzoekschrift wordt in twee exemplaren ingediend. Het draagt de handtekening van de personen die volgens de statuten hun federatie kunnen verbinden.
De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties opgericht als beroepsvereniging overeenkomstig de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen, voegen daarbij een afschrift van de in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte bekrachtigingsakte der statuten.
De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties opgericht als vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen voegen daarbij een exemplaar van hun statuten en de lijst van de beheerders, met de aanduiding van de datum van de bekendmakingen in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.In voorkomend geval vraagt de Minister bevoegd voor Middenstand, binnen de twee maanden na ontvangst van het verzoekschrift, de inlichtingen en bescheiden die nodig zijn om het verzoekschrift aan te vullen.
Art. 4.De in artikel 4, § 2, van de kaderwet bepaalde termijn, gaat in na de ontvangst van een volledig verzoekschrift. HOOFDSTUK II. - Ambachtelijke beroepen
Art. 5.De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties, die bij toepassing van artikel 9 van de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep, een verzoekschrift tot reglementering indienen, bewijzen door de overlegging van daartoe geschikte documenten, dat zij voldoen aan de voorwaarden vermeld bij artikel 8 van de kaderwet.
Art. 6.Het verzoekschrift wordt in twee exemplaren ingediend. Het draagt de handtekening van de personen die volgens de statuten hun federatie kunnen verbinden.
De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties opgericht als beroepsvereniging overeenkomstig de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen, voegen daarbij een afschrift van de in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte bekrachtigingsakte der statuten.
De beroepsfederaties en de nationale interprofessionele federaties opgericht als vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen voegen daarbij een exemplaar van hun statuten en de lijst van de beheerders, met de aanduiding van de datum van de bekendmakingen in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.In voorkomend geval vraagt de Minister bevoegd voor Middenstand, binnen twee maanden na ontvangst van het verzoekschrift, de inlichtingen en bescheiden die nodig zijn om het verzoekschrift aan te vullen.
Art. 8.De in artikel 10, § 2, van de kaderwet bepaalde termijn, gaat in na de ontvangst van een volledig verzoekschrift. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 9.De kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep treedt in werking op de dag dat dit besluit in werking treedt.
Art. 10.Onze Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE