gepubliceerd op 29 november 2004
Koninklijk besluit betreffende een verbod op hulp en bijstand in verband met militaire activiteiten aan Usama bin Laden, de leden van de Al-Qa'ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten
10 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende een verbod op hulp en bijstand in verband met militaire activiteiten aan Usama bin Laden, de leden van de Al-Qa'ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 mei 1995, inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op de Resolutie 1390/2002 goedgekeurd door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 16 januari 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen Usama bin Laden, de leden van de Al-Qa'ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, onderrnemingen en entiteiten;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan, gewijzigd door de Verordening (EG) nr. 951/2002 van de Commissie van 3 juni 2002, Verordening (EG) nr. 1580/2002 van de Commissie van 4 september 2002, Verordening (EG) nr. 1644/2002 van de Commissie van 13 september 2002, Verordening (EG) nr. 1754/2002 van de Commissie van 1 oktober 2002, Verordening (EG) nr. 1823/2002 van de Commissie van 11 oktober 2002, Verordening (EG) nr. 1893/2002 van de Commissie van 23 oktober 2002, Verordening (EG) nr. 1935/2002 van de Commissie van 29 oktober 2002, Verordening (EG) nr. 2083/2002 van de Commissie van 22 november 2002, Verordening (EG) nr. 145/2003 van de Commissie van 27 januari 2003, Verordening (EG) nr. 215/2003 van de Commissie van 3 februari 2003, Verordening (EG) nr. 244/2003 van de Commissie van 7 februari 2003, Verordening (EG) nr. 342/2003 van de Commissie van 21 februari 2003, Verordening (EG) nr. 350/2003 van de Commissie van 25 februari 2003, Verordening (EG) nr. 370/2003 van de Commissie van 27 februari 2003, Verordening (EG) nr. 414/2003 van de Commissie van 5 maart 2003, Verordening (EG) nr. 561/2003 van de Commissie van 27 maart 2003, Verordening (EG) nr. 742/2003 van de Commissie van 28 april 2003, Verordening (EG) nr. 866/2003 van de Commissie van 19 mei 2003, Verordening (EG) nr. 1012/2003 van de Commissie van 12 juni 2003, Verordening (EG) nr. 1184/2003 van de Commissie van 2 juli 2003, Verordening (EG) nr. 1456/2003 van de Commissie van 14 augustus 2003, Verordening (EG) nr. 1607/2003 van de Commissie van 12 september 2003, Verordening (EG) nr. 1742/2003 van de Commissie van 29 september 2003, Verordening (EG) nr. 1991/2003 van de Commissie van 12 november 2003, Verordening (EG) nr. 2049/2003 van de Commissie van 20 november 2003, Verordening (EG) nr. 2157/2003 van de Commissie van 10 december 2003, Verordening (EG) nr. 19/2004 van de Commissie van 7 januari 2004, Verordening (EG) nr. 100/2004 van de Commissie van 21 januari 2004, Verordening (EG) nr. 180/2004 van de Commissie van 30 januari 2004, Verordening (EG) nr. 391/2004 van de Commissie van 1 maart 2004, Verordening (EG) nr. 524/2004 van de Commissie van 19 maart 2004 en Verordening (EG) nr. 667/2004 van de Commissie van 7 april 2004;
Gelet op het advies van de Interministeriële Economische Commissie, gegeven op 11 mei 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 mei 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002, het met ingang van 30 mei 2002 voor een Belg, of voor een houder van om het even welke nationaliteit, handelend vanuit het nationaal grondgebied van de lid-Staten van de Europese Unie, verboden is om, direct of indirect, technisch advies, een technische bijstand of opleiding aan de door het bevoegde VN-Sanctiecomité aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, groepen of entiteiten te verstrekken, te verkopen, te leveren of over te dragen, in verband met militaire activiteiten en meer in het bijzonder opleiding en bijstand in verband met de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en bijbehorend materieel van enigerlei aard, en om, bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de bovenvermelde transacties te bevorderen;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het is voor een Belg of een houder van om het even welke nationaliteit, handelend vanuit het nationaal grondgebied verboden om, direct of indirect, het technisch advies, de bijstand of opleiding bedoeld in het artikel 3 van de Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 te verstrekken, te verkopen, te leveren of over te dragen aan de in de bijlage bij dit besluit vermelde natuurlijke of rechtspersonen, groepen of entiteiten.
Art. 2.Het is voor een Belg of een houder van om het even welke nationaliteit, handelend vanuit het nationaal grondgebied verboden om, bewust en opzettelijk deel te nemen aan de activiteiten bedoeld in het artikel 4.1. van de Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 mei 2002.
Art. 4.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN