10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de tandprothese;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de tandprothese Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 1999 Vaststelling van de arbeids- en beloningsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1999 onder het nummer 53390/CO/305.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de tandprothese ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt gelaten gunstigere voorwaarden overeen te komen, rekening houdende met de bekwaamheden en de persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.

Zij mogen geen afbreuk doen aan beschikkingen welke voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

De minimumuurlonen en de minimummaandlonen zijn vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van maximum negenendertig uren. HOOFDSTUK II. - Werknemers die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten

Art. 3.De werknemers worden in acht categorieën ondergebracht en kunnen tot de hoogste categorie opklimmen.

Categorie 1. Schoonmaker, bode, niet-gespecialiseerd onderhoudsman.

Categorie 2. Tandtechnisch ongeschoolde arbeider die wel tandtechnische prestaties levert.

Categorie 3. Tandtechnicus die 1, 2 of 3 disciplines uitvoert.

Categorie 4. Tandtechnicus die tot 4 disciplines uitvoert.

Categorie 5. Tandtechnicus die tot 5 disciplines uitvoert.

Categorie 6. Tandtechnicus die tot 6 disciplines uitvoert.

Categorie 7. Tandtechnicus die tot 7 disciplines uitvoert.

Categorie 8. Tandtechnicus die benevens de 7 disciplines : a) nog zeer gespecialiseerde technieken uitvoert, zoals maxillofaciale prothesen en epithesen en/of nieuwe technische ontwikkelingen opvolgt en deze ook in toepassing brengt in het laboratorium;b) instaat voor de dagelijkse leiding en de verantwoordelijkheid opneemt van het laboratorium of een afdeling ervan, en dit uitsluitend op technisch vlak.

Art. 4.Een werknemer behoort tot één van de categorieën 3 tot 8, bepaald in artikel 3, als hij het aantal disciplines, voorzien voor die categorie, beheerst en uitvoert.

De lijst van disciplines wordt als volgt samengesteld : 1. Vervaardigen, herstellen, afwerken, polijsten, relining en rebasing van kunststofprothesen, plooien van klemmen, statisch opstellen.2. Voorbereidende werken, zoals gipswerken en vervangingsproducten van gips.3. Vervaardigen van dynamische opstellingen.4. Vervaardigen, herstellen, afwerken en polijsten van metaalstructuren van uitneembare prothesen.5. Vervaardigen, herstellen, afwerken en polijsten van metaalstructuren van vaste prothesen.6. Vervaardigen, herstellen, afwerken en polijsten van keramiek en kunststof voor vaste prothesen.7. Vervaardigen, herstellen, afwerken en polijsten van vaste en uitneembare orthodontische apparaten.

Art. 5.§ 1. De minimumlonen van kracht op 30 september 1999 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 oktober 1999.

De minimumlonen van kracht op 31 mei 2000 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 juni 2000.

De minimumuurlonen geldig op 1 oktober 1999, rekening houdend met de verhoging van 1 pct. en staande tegenover de indexspil 103,14 (100 pct.), worden als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De werkelijk uitbetaalde uurlonen van kracht op 30 september 1999 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 oktober 1999.

De werkelijk uitbetaalde uurlonen van kracht op 31 mei 2000 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 juni 2000. HOOFDSTUK III. - Werknemers die hoofdzakelijk geestesarbeid verrichten 1. Beroepenclassificatie A.Administratief personeel

Art. 6.Het administratief personeel wordt in drie categorieën ingedeeld, bepaald volgens de hierna vermelde algemene maatstaven : 1. Tot de eerste categorie behoort de bediende die niet voldoet aan de vereisten gesteld voor de tweede of derde categorie.2. Tot de tweede categorie behoort de bediende met een vorming verworven door studie van hoger middelbaar onderwijs of een gelijkwaardige praktische opleiding verworven door stages of het bekleden van identieke of gelijkwaardige betrekkingen.3. Tot de derde categorie behoort de bediende met een vorming verworven door studies van hoger secundair onderwijs aangevuld met specifieke studies, of een gelijkwaardige praktische opleiding verworven door stages of het bekleden van identieke of gelijkwaardige betrekkingen. B. Kaderpersoneel

Art. 7.Tot het kaderpersoneel behoort de bediende die instaat voor de dagelijkse leiding en de verantwoordelijkheid opneemt van het laboratorium of een afdeling ervan zowel op technisch als op administratief vlak. 2. Loonschalen Art.8. De minimummaandlonen van het administratief personeel en van het kaderpersoneel van kracht op 30 september 1999 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 oktober 1999.

De minimummaandlonen van het administratief personeel en van het kaderpersoneel van kracht op 31 mei 2000 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 juni 2000.

De minimummaandlonen van het administratief en kaderpersoneel, geldig op 1 oktober 1999, rekening houdend met de verhoging van 1 pct. en staande tegenover de indexspil 103,14 (100 pct.), worden als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De werkelijk uitbetaalde maandlonen van het administratief en kaderpersoneel, van kracht op 30 september 1999 worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 oktober 1999.

De werkelijk uitbetaalde maandlonen van het administratief en kaderpersoneel, van kracht op 31 mei 2000, worden met 1 pct. verhoogd vanaf 1 juni 2000. 3. Bevordering van het personeel Art.9. Bij zijn bevordering bekomt de administratief bediende onmiddellijk het loon dat is voorzien in de nieuwe categorie, rekening houdend met zijn leeftijd.

Art. 10.Bij de bevordering van een werknemer tot kaderlid ontvangt hij de anciënniteit overeenstemmend met het onmiddellijk hogere loon van zijn vroegere categorie. HOOFDSTUK IV. - Jongerenbarema's

Art. 11.De minimumlonen en -wedden zoals bepaald bij artikelen 5 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden vastgesteld voor een minimumleeftijd van 21 jaar. Deze lonen en wedden worden met 5 pct. per jaar beneden die leeftijd verminderd volgens de hiernavolgende tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 12.Al de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde lonen en wedden, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid.

Zij worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het spilindexcijfer 103,14 (vereffeningscoëfficiënt 100 pct.).

Iedere maal dat het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van twee opeenvolgende maanden een van de spilindexen bereikt of erop wordt teruggebracht, worden de lonen, gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 opnieuw berekend door er de coëfficiënt 1,02 op toe te passen.

Onder spilindexcijfers moet worden verstaan de getallen behorend tot een reeks waarvan het eerste 103,14 is en elk van de volgende wordt bekomen door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02, terwijl de delen van honderdsten van een punt worden afgerond op het naasthogere honderdste of worden verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.

De verhoging of vermindering van de lonen wordt toegepast vanaf de tweede maand welke volgt op het einde van de periode van twee maanden tijdens welke het gemiddelde indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt volgens de hiernavolgende tabel, welke als voorbeeld wordt gegeven, maar niet limitatief is.

Bij toepassing van deze bepalingen wordt de volgende tabel opgemaakt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De indexberekeningen van de uurlonen worden telkens berekend tot op 2 cijfers na de decimaal en afgerond tot op de hogere deciem voor zover het tweede decimale cijfer gelijk is aan of hoger is dan 5. Zo niet wordt het tweede decimale cijfer verwaarloosd.

De indexberekeningen van de maandlonen worden telkens berekend tot op 1 cijfer na de decimaal en afgerond tot op de hogere frank voor zover het decimale cijfer gelijk is aan of hoger is dan 5. Zo niet wordt het decimale cijfer verwaarloosd. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 oktober 1999 de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1992, gesloten in het Paritair Subcomité voor de tandprothese, tot vaststelling van de arbeids- en beloningsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1993 (Belgisch Staatsblad van 17 november 1993).

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 1999 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, met een opzegging van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de tandprothese.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX