gepubliceerd op 01 juni 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren
10 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik U ter ondertekening voorleg, strekt tot wijziging van de artikelen 8 en 11 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren. 1. Wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren Artikel 8 van voornoemd besluit bepaalt « de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren ».De toepassing van dit artikel heeft aanleiding gegeven tot vele discussies, inzake vanaf welke datum de verhoogde bedragen van toepassing zijn.
Derhalve is beslist deze bepaling opnieuw te formuleren en daarbij rekening te houden met de tijdens deze discussies naar voren gebrachte elementen. Het nieuwe artikel bevat dan ook een aanvangsindexcijfer.
De beginselen van deze nieuwe bepaling werden voorgelegd aan verscheidene leden van de rechterlijke orde en deze hebben een gunstig advies uitgebracht. 2. Wijziging van artikel 11 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren Artikel 11 voorziet in de toekenning van een forfaitaire vergoeding aan de curator voor de administratieve kosten als gevolg van het faillissement die rechtstreeks verband houden met de afwikkeling ervan.De kosten voor het doorzenden van de post van de gefailleerde waren evenwel niet opgenomen in deze opsomming.
Aangezien De Post een autonoom overheidsbedrijf is geworden, werkt het dus volgens het rentabiliteitsprincipe en kan het deze taak met betrekking tot het doorzenden van de post niet langer kosteloos op zich nemen. Daar voor deze dienst moet worden betaald, is het niet aangewezen dat de curatoren deze last op zich nemen.
Daarom worden de kosten voor het doorzenden van de post naar luid van het nieuwe artikel 11 opgenomen in de forfaitaire vergoeding en betaald uit de boedel.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
10 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de faillissementwet van 8 augustus 1997, inzonderheid op artikel 33;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren, inzonderheid op de artikelen 8 en 11;
Gelet op advies 39.560/2 van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren wordt vervangen als volgt : «
Art. 8.Telkens als de stijgingen of dalingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari van het volgende jaar leiden tot een stijging of daling van 5 % of meer, worden de bedragen genoemd in de artikelen 2 en 6, alsook die van artikel 11, vanaf dezelfde datum met hetzelfde percentage verhoogd of verlaagd. Die aanpassingen worden bij een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Het indexcijfer van december 1997 geldt als basis. »
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « - kosten voor het doorzenden van de post van de gefailleerde, volgens het tarief bepaald in de nadere regels voor de uitvoering van artikel 144 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX