10 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 augustus 1976 tot vaststelling van de weddeschalen voor sommige graden van het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend burgerpersoneel van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1955 betreffende twee regionale onderafdelingen van de Koninklijke Cadettenschool, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 september 1956, 22 maart 1957, 28 maart 1959 en 21 juni 1978;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende de bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, laatst gewijzigd bij de wet van 27 februari 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 houdende oprichting van de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 september 1966, 8 mei 1973, 18 december 1975, 27 januari 1977, 28 november 1984, 18 september 1985, 10 juni 1992, 11 augustus 1994 en 28 mei 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 1976 tot vaststelling van de weddeschalen voor sommige graden van het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1992, 10 mei 1993, 28 april 1995 en 28 mei 1997;

Gelet op de protocollen nr. 166, 190 en 192 van 17 mei 1993, 26 april 1994 en 5 juli 1994 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd binnen het comité voor de nationale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten worden vermeld;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 november 1996 en 9 april 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 25 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 mei 1998;

Gelet op het protocol van 12 oktober 1998 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XIV zijn vermeld;

Gelet op het feit dat de globale herziening van de barema's ook moet van toepassing zijn voor het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1976 tot vaststelling van de weddeschalen voor sommige graden van het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1992, 10 mei 1993, 28 april 1995 en 28 mei 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Artikel 1.De weddeschaal voor elke navernoemde graad van het burgerlijk onderwijzend personeel van het Ministerie van Landsverdediging, wordt vastgesteld als volgt : a) vanaf 1 juni 1994 - Tekenleraar aan de Koninklijke Cadettenschool en aan de regionale onderafdelingen van deze school 831 103 - 1 488 528 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Leraar aan de Koninklijke Cadettenschool en aan de regionale onderafdelingen van deze school (Licentiaat houder van het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs) 864 444 - 1 521 869 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Leraar aan de Koninklijke Cadettenschool en aan de regionale onderafdelingen van deze school (Licentiaat niet houder van het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs) 810 206 - 1 467 631 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Leraar aan de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht licentiaat niet houder van het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs of industrieel ingenieur niet houder van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid) 864 444 - 1 521 869 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Leraar aan de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht (Burgerlijk ingenieur, licentiaat, houder van het diploma van geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs of industrieel ingenieur houder van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid) 810 206 - 1 467 631 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Leraar aan de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht (Technisch ingenieur) 810 206 - 1 402 589 41 x 26 081 112 x 44 369 (Klasse 23 jaar) - Leraar aan de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht (technisch ingenieur, benoemd in dit ambt en die op 31 maart 1972 de weddeschaal toegekend aan de leraar technische vakken, houder van het diploma van technisch ingenieur, genoot) 837 563 - 1 403 535 41 x 26 081 112 x 41 968 (Klasse 23 jaar) - Leraar aan de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke Technische School van de Luchtmacht (Geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs - Regent) 810 206 - 1 320 161 31 x 22 485 122 x 36 875 (Klasse 22 jaar) - Repetitor aan de Koninklijke Militaire School 831 103 - 1 488 528 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) - Taalleraar aan de Koninklijke Militaire School 1 106 306 - 1 763 731 31 x 27 881 112 x 52 162 (Klasse 24 jaar) De taalleraar die, op het ogenblik van zijn benoeming tot deze graad, in aanmerking komende diensten telt waarvan de virtuele waarde lager is dan F 187 967, heeft recht op een weddecomplement van dit bedrag; de voormelde in aanmerking komende diensten worden in dit geval niet meegeteld bij de berekening van zijn complement. b) vanaf 1 november 1993. - Eerstaanwezend taalleraar aan de Koninklijke Militaire School 1 372 283 - 2 023 190 81 x 27 604 112 x 51 645 (Klasse 24 jaar) De eerstaanwezend taalleraar die, op het ogenblik van zijn benoeming tot deze graad, in aanmerking komende diensten telt waarvan de virtuele waarde lager is dan F 186 102, heeft recht op een weddecomplement van dit bedrag; de voormelde in aanmerking komende diensten worden in dit geval niet meegeteld bij de berekening van zijn complement. - Docent aan de Koninklijke Militaire School 1 351 216 - 2 134 800 83 x 97 948 (Klasse 24 jaar) - Hoogleraar aan de Koninklijke Militaire School 1 585 703 - 2 431 613 63 x 140 985 (Klasse 24 jaar) - Gewoon hoogleraar aan de Koninklijke Militaire School 1 778 639 - 2 728 429 53 x 189 958 (Klasse 24 jaar)"

Art. 2.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY