gepubliceerd op 12 juli 2006
Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen
10 JUNI 2006. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 5°, hersteld bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het geldelijk statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, en 4°, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1995 en 5 september 2002, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Regie der Gebouwen, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 17 september 2000, 4 december 2001, 8 april 2003 en 10 november 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen;
Gelet op het advies van de Directieraad;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 april 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 april 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 oktober 2005;
Gelet op het protocol nr. 132/1 van 23 februari 2006 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat er, in het kader van het moderniseringsproces van de federale administratie, naar het voorbeeld van de hervormingen die reeds werden doorgevoerd inzake de loopbaan voor de personeelsleden van de niveau B, C en D een nieuwe loopbaan voor de personeelsleden van niveau 1 moet worden ingevoerd;
Overwegende dat de statutaire bepalingen die van toepassing zijn op het Rijkspersoneel van niveau 1 moeten worden aangepast aan de omzetting van niveau 1 naar niveau A zoals beschreven;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de Regie der Gebouwen zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel;
Overwegende dat bij de toepassing van artikel 225, § 7, van het koninklijk besluit van 5 september 2002 een materiële fout is begaan in artikel 15, § 6, tweede lid van het koninklijk besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen waarbij de weddenschaal 28C in plaats van 28H dient gelezen te worden;
Gelet op de noodzakelijkheid iedere, juridische onzekerheid te vermijden in de loopbaan van de ambtenaren van de Regie der Gebouwen;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de bijzondere loopbanen van niveau 1 in niveau A
Artikel 1.In afwijking van artikel 4, § 1, eerste tot derde lid van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel zoals het op het personeel van de instellingen van openbaar nut toepasselijk is verklaard bij het koninklijk besluit van 8 januari 1973, behouden de ambtenaren die op 1 december 2004 titularis waren van de graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen het genot van de weddenschalen vermeld in kolom 2 en behouden de graad vermeld in kolom 3.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Wijziging van diverse verordeningsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 september
1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Regie der Gebouwen
Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 september 1997 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Regie des Gebouwen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 2000, 4 december 2001, 2 december 2002 en 8 april 2003 wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.§ 1. De weddenschaal van de onderstaande bijzondere graden bij de Regie der Gebouwen wordt vastgesteld als volgt : Directeur-generaal der Gebouwen . . . . . A52 Adjunct-directeur-generaal . . . . . A51 § 2. In afwijking van § 1 van dit artikel behoudt de directeur-generaal der gebouwen in dienst op 1 december 2004 het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal voor zover deze gunstiger is. 48.656,09 - 64.596,85 11 x 2 x 1.449,16 Kl. 24 j. - N1 - GA » HOOFSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen
Art. 3.Artikel 15, § 6, tweede lid van het koninklijk besluit van 10 november 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Regie der Gebouwen en houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen wordt vervangen door de volgende bepalingen : « De niet-geslaagden bekomen indien zij achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28C opgenomen in de bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. » HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004 met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 5.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS