Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 1998
gepubliceerd op 15 juli 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022332
pub.
15/07/1998
prom.
10/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/10/1998022332/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en de koninklijke besluiten van 23 december 1996 en 25 april 1997;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 29, §§ 1, 2, 3 en 12, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996 en 29 november 1996;

Gelet op de voorstellen van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen geformuleerd op 13 mei 1997;

Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige controle geformuleerd op 30 mei 1997;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole uitgebracht op 2 juni 1997;

Gelet op beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op 14 juli 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Artikel 29, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996 en 29 november 1996, wordt gewijzigd als volgt : 1° onder punt F.« PROTHESE BOVENSTE LEDEMATEN », wordt na de verstrekking 653811 het volgend lid ingevoegd : « De verstrekking 653811 mag worden gecumuleerd met de verstrekkingen 652536 tot en met 652831. »; 2° op het einde wordt een punt J.toegevoegd, luidend als volgt : « J. MYO-ELEKTRISCHE PROTHESEN : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De myo-elektrische prothesen mogen niet gecumuleerd worden met F. Prothesen van de bovenste ledematen indien het gaat om hetzelfde lidmaat.

De Technische Raad mag in uitzonderlijke gevallen op basis van een medische verantwoording opgemaakt door de behandelend geneesheer en een gemotiveerd verslag opgemaakt door de erkende zorgverlener eventueel de cumulatie toestaan. »; § 2. In artikel 29, § 2, van de bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996 en 29 november 1996 wordt na de zinsnede « waarvan sprake in § 8 » de volgende zinsnede toegevoegd : « , van de myo-elektrische prothesen die enkel mogen worden voorgeschreven door de geneesheren waarvan sprake in § 12 »; § 3. In artikel 29, § 3, eerste lid, van de bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996 en 29 november 1996 wordt : 1° de zinsnede « Onder handgemaakte toestellen, immediate fitting en geprefabriceerde toestellen moet worden verstaan : » vervangen door de volgende zinsnede : « Onder handgemaakte toestellen, immediate fitting, geprefabriceerde toestellen en hoog technologisch maatwerk moet worden verstaan : »;2° na punt c) wordt het volgende punt ingevoegd : « d) hoog technologisch maatwerk : toestellen die individueel worden vervaardigd volgens de maten van de patiënt en die zijn gefabriceerd op basis van onderdelen en modules van hoog technologische kwaliteit. ». § 4. § 12 van artikel 29 van de bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 september 1993, 28 maart 1995, 25 februari 1996 en 29 november 1996, wordt vervangen door de volgende paragraaf : « § 12. A. 1° De in § 1, J. bedoelde verstrekkingen (myo-elektrische prothesen) worden enkel vergoed, wanneer ze zijn voorgeschreven zowel voor de eerste aflevering als voor de vernieuwing door een geneesheer-specialist voor orthopedie, voor fysische geneeskunde en revalidatie, voor reumatologie, voor neurologie, voor pediatrie, voor algemene heelkunde, voor neurochirurgie en voor plastische heelkunde. 2° Het geneeskundig voorschrift opgemaakt op het reglementair document zoals bedoeld onder punt B, 1° door een onder punt A.1° bedoelde geneesheer-specialist moet ondermeer een beschrijving omvatten van de letsels en de functionele stoornissen, en de datum waarop ze zijn opgetreden. 3° Voor het herstellen, het onderhoud en nazicht en de verstrekking 655395 is geen geneeskundig voorschrift vereist. B. Aanvraagprocedure : 1° De aanvraag om verzekeringstegemoetkoming wordt ingediend via het reglementair document waarvan het model is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen.2° Dat reglementair document omvat een luik met betrekking tot het fysisch, het psycho-intellectueel, het beroepskundig functioneren, de vrijetijdsbesteding en de sociale integratie.3° Het reglementair document bevat eveneens : - een technische motivering, - een gedetailleerd verslag van de testen met betrekking tot het voorgeschreven systeem en tot de bedienbaarheid van de prothese, - een omstandig bestek van het gevraagde materiaal (verstrekkingsnummers van de onderdelen en het toebehoren, een korte omschrijving, de T-waarden en de aangerekende prijs).4° Het reglementair document en de onder punt B, 3° bedoelde elementen moeten vóór de levering van het toestel voor akkoord aan de adviserend geneesheer worden voorgelegd.5° De erkende verstrekker wordt er op gewezen dat in geval van tegemoetkoming voor het toestel en/of ook voor alle toebehoren, deze ten laste vallen van de patiënt indien de levering geschiedt vóór de beslissing van de adviserend geneesheer gekend is.6° De erkende verstrekker voert de aflevering aan de rechthebbende zelf uit en ondertekent de documenten ad hoc. C. Hernieuwingstermijnen : 1° Alleen voor de toestellen die onbruikbaar zijn geworden, niet meer kunnen worden hersteld of niet meer kunnen worden gewijzigd, mag een nieuwe tegemoetkoming worden verleend. De hernieuwingstermijn voor de verstrekkingen 654010 tot en met 655314 mag : - voor de rechthebbenden wier vorig toestel is afgeleverd vóór hun 8ste verjaardag niet korter zijn dan : - 8 maanden voor het prothesegedeelte en de ophangingsbandages, - 2 jaar voor de volledige myo-elektrische prothese; - voor de rechthebbenden wier vorig toestel is afgeleverd vanaf hun 8ste verjaardag en vóór hun 18de verjaardag niet korter zijn dan : - 1 jaar voor het prothesegedeelte en de ophangingsbandages, - 3 jaar voor de volledige myo-elektrische prothese; - voor de rechthebbenden wier vorig toestel is afgeleverd vanaf hun 18de verjaardag niet korter zijn dan : - 4 jaar voor het prothesegedeelte en de ophangingsbandages, - 4 jaar voor de volledige myo-elektrische prothese. 2° De vervanging van het prothesegedeelte inclusief de herassemblage sluit de vergoeding van een volledig nieuwe prothese uit voor : - de rechthebbenden vóór hun 8ste verjaardag gedurende 4 maanden; - de rechthebbenden vanaf hun 8ste verjaardag en vóór hun 18de verjaardag gedurende 6 maanden.

D. Algemene voorwaarden : De toestand van de patiënt mag geen contra-indicatie vormen voor de myo-elektrische prothese. Rekening houdende met medische (fysische, psycho-intellectuele en mentale) en sociale elementen moet een duurzaam en effectief gebruik van de voorgeschreven prothese verwacht worden.

E. Minimumfabricagemaatstaven : De prothesen moeten voldoen aan normen van goed functioneren.

Onder « Dynamic Mode Control » (hierna « D.M.C. » genoemd) wordt verstaan : het proportioneel besturen van de hand. De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de intensiteit van het spiersignaal; daardoor is het signaal van fysiologische aard en is het voorzichtig vastnemen van kleine, breekbare voorwerpen probleemloos mogelijk.

Bij de proportioneel gestuurde hand, besturen twee onafhankelijke meet- en regelsystemen de grijpbeweging en de grijpkracht.

Een in het systeem geïntegreerde grijpkrachtschakelaar kan onderscheiden of de grijpkracht proportioneel geregeld moet worden.

Wanneer de patiënt een voorwerp vastneemt en er wordt bij het sluiten van de hand een bepaalde weerstand overschreden, dan wordt de grijpkrachtmodus omgeschakeld, waardoor men een grijpkracht bereikt die evenredig is aan de spierspanning.

Het D.M.C.-systeem heeft een maximum grijpkracht van minstens 75 N (Newton).

In geval van discussie rond ernstige dysfunctie zal de Technische raad voor bandagen, orthesen en prothesen uitsluitsel brengen.

F. 1) De waarborg geldt exclusief de productwaarborg van de producent van het myo-elektrisch gedeelte. De verstrekker treedt bemiddelend op als zich problemen voordoen in verband met de productwaarborg. 2) De geleverde verstrekkingen, wat de juiste assemblage en de functionele anatomische aanpassing betreft (maatwerk) met goede werking, zijn gedurende 6 maanden gewaarborgd na de levering of na elk onderhoud.3) Om vroegtijdig defecten en slijtage op te sporen en te voorkomen, wordt een systeem met nazichtbeurt om de 6 maanden opgelegd. (verstrekkingen 655513 en 655535). 4) Het onderhoud en nazicht dient telkens te gebeuren in de loop van de 6de of de 7de maand.De periodes van 6 maanden worden gerekend vanaf de datum van de levering van de volledige prothese.

G. Onderhoud en nazicht : Onder myotrainer moet worden verstaan : Toestel waarmee de myo-elektrische spieractiviteit aan het huidoppervlak met behulp van 2 elektroden kan gemeten worden. Aan de hand van de gevonden data kan een optimale verzorging uitgewerkt worden.

Het toestel wordt aangewend voor : - het meten van de spieractiviteiten; - het testen, het in- en bijstellen van de myo-elektrische prothesen en het opsporen van defecten; - het opstellen van een trainingsprogramma.

De technische data worden bewaard in het patiëntendossier.

H. Herstellingen : De aangerekende kosten moeten in verhouding staan tot de werkelijk uitgevoerde werken en mogen de hierna vermelde maxima niet overschrijden : - voor de verstrekkingen 654010, 654032, 654091, 654113, 654135, 654150, 654511, 654533 en eventuele toebehoren : 1) vanaf het 2de jaar, met een maximum tot T 150;2) vanaf het 3de jaar, met een maximum tot T 200;3) vanaf het 4de jaar, met een maximum tot T 250. - voor de verstrekkingen 654216, 654231, 654290, 654312, 654371, 654393, 654415, 654430 en eventuele toebehoren : 1) vanaf het 2de jaar, met een maximum tot T 200;2) vanaf het 3de jaar, met een maximum tot T 250;3) vanaf het 4de jaar, met een maximum tot T 300. I. Technisch-paramedisch dossier : Het « technisch-paramedisch dossier van de patiënt met een myo-elektrische prothese », waarvan het model is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen, is een functionele en selectieve verzameling van relevante paramedische, administratieve en technische gegevens van een bepaalde patiënt die uitgerust is met een myo-elektrische prothese, met als doel bruikbaar te zijn voor een optimale verzorging en opvolging.

Het wordt door de zorgverstrekker bijgehouden tot 6 jaar na het laatste contact.

Volgende elementen moeten minimaal aanwezig zijn : - administratieve patiëntengegevens, - fysische parameters gebruikt bij de opbouw van de prothese, - type van prothese, - de gebruikte myo-elektrische onderdelen, - de opvolging van het 6-maandelijks nazicht en onderhoud, - de beschrijving van de uitgevoerde herstellingen.

J. Onderhouds- en waarborgboekje : Bij het afleveren van de myo-elektrische prothese wordt aan de patiënt een onderhouds- en waarborgboekje overhandigd, waarvan het model is vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, op voorstel van de Overeenkomstencommissie orthopedisten-verzekeringsinstellingen.

Onder « onderhouds- en waarborgboekje » wordt verstaan : een document dat minimaal de volgende gegevens bevat : - administratieve patiëntengegevens, - type van prothese, - de opvolging van het 6-maandelijks nazicht en onderhoud, - de beschrijving van de uitgevoerde herstellingen, - de waarborgmodaliteiten, - de onderhouds- en zorgvoorschriften voor de patiënt.

K. Overgangsmaatregelen : De verstrekkingen die als revalidatie- of herscholingsverstrekking zijn verleend vóór 1 augustus 1998 worden, waar het gaat om de vaststelling van de cumulregels en van de hernieuwingstermijnen voor die verstrekkingen, geacht te zijn toegekend in uitvoering van de nomenclatuur in werking vanaf diezelfde datum.

De eventuele kosten voor onderhoud en nazicht en/of herstelling voor de myo-prothesen afgeleverd vóór 1 augustus 1998 kunnen worden vergoed op basis van een gemotiveerd verslag en een bestek en na akkoord van het College van geneesheren-directeurs. ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1998.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en de koninklijke besluiten van 23 december 1996 en 25 april 1997;

Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op het artikel 28, § 8, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 april 1995 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1995, 10 juli 1996 en 29 november 1996;

Gelet op de voorstellen van de Overeenkomstencommissie bandagisten-verzekeringsinstellingen geformuleerd op 13 mei 1997;

Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige controle geformuleerd op 30 mei 1997;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole geformuleerd op 2 juni 1997;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op 14 juli 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 april 1995 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1995, 10 juli 1996 en 29 november 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A. in 1°, a) wagentjes zonder persoonlijke aandrijving :, Nederlandse tekst, wordt in de omschrijving van de verstrekking 8456 - 615134 - 615145 voor het woord « wandelwagen » het woord « Vouwbare » ingevoegd;

B. in 1°, d), groep 4. - Benen : 1° wordt na de verstrekking 8543 - 617131 - 617142, de volgende verstrekking ingevoegd, luidend als volgt : 617271 - 617282 Afneembare en opklapbare voetenplank bestaande uit twee ophangdelen en een in de hoogte verstelbare, doorlopende voetenplank .. . . .

Y 42,42 2° worden in de noncumulregel van de verstrekking 8543 - 617131 - 617142 de woorden « De verstrekking 617131 - 617142 mag niet » vervangen door de woorden « De verstrekkingen 617131 - 617142 en 617271 - 617282 mogen niet »; C. in 1°, e), orthopedische driewielers, wordt de verstrekking 8578 - 618170 geschrapt;

D. in 6°, a), wordt de eerste volzin vervangen door de volgende tekst : « Maatstaven inzake tegemoetkoming voor de onder de rubrieken 1°, a), b), c), d) en g) vermelde verstrekkingen, met uitzondering van de verstrekkingen 615171 - 615182 en 615215 - 615226 ».

E. 6° wordt in fine aangevuld met het lid e) : « e) Maatstaven inzake tegemoetkoming voor de onder de rubriek 1°, e) en f) vermelde verstrekkingen.

De verzekeringstegemoetkoming wordt verleend op voorwaarde dat : 1. de bewijzen worden geleverd dat de rechthebbende wegens letsels of stoornissen van de motorische functie van de onderste ledematen in staat is zich zelfstandig te verplaatsen met behulp van het voorgestelde toestel;2. het gebruik van het toestel definitief is of de vermoedelijke duur ervan op zijn minst gelijk is aan de in 12° vastgestelde vernieuwingstermijn »; F. in 13° Cumulaties : 1° wordt het eerste lid, vervangen door de volgende bepaling : « Een onder rubriek a) of b) vermelde verstrekking, eventueel aangevuld met één of meer onder de rubrieken c) en d) vermelde supplementen, of onder rubriek e), mag worden samengevoegd met één enkele onder rubriek f) opgenomen verstrekking.»; 2° wordt na het derde lid, het volgende lid ingevoegd : De statoestellen met tafelblad mogen worden gecumuleerd met één enkele onder de rubrieken a) of b) vermelde verstrekking, eventueel aangevuld met één of meer onder de rubrieken c) en d) vermelde supplementen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^