Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 1998
gepubliceerd op 02 september 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de opleiding en tewerkstelling van risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012340
pub.
02/09/1998
prom.
10/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/10/1998012340/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de opleiding en tewerkstelling van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de opleiding en tewerkstelling van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997 Opleiding en tewerkstelling van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1997 onder het nummer 45748/CO/142.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.

Onder werklieden wordt verstaan de werklieden en werksters, tenzij anders bepaald. HOOFDSTUK II. - Terminologie

Art. 2.Met de term "risicogroepen" worden in deze collectieve arbeidsovereenkomst onder meer volgende categorieën bedoeld : - langdurig werkzoekenden en bestaansminimumtrekkers; - jongere werklozen, na minstens één jaar werkloosheid; - jongeren die een leercontract hebben gevolgd; - jonge werklieden in een systeem van alternerend leren, alternerend werken volgens de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 495 van 31 december 1986; - jongere werksters die tewerkgesteld worden in een technische functie; - werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werkzoekenden hebben gevolgd; - laaggeschoolde werklozen of werklieden (geen diploma of getuigschrift van hoger secundair onderwijs); - oudere werklozen die de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt; - werkzoekenden die wensen terug te keren op de arbeidsmarkt na hun beroepsactiviteit te hebben onderbroken; - erkende mindervaliden of werklieden die overstappen van een beschutte werkplaats naar een onderneming welke ressorteert onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen; - werklieden die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën; - werklieden van 45 jaar en ouder. HOOFDSTUK III. - Opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen

Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers die in de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998 overgaan tot de vervanging van een bruggepensioneerde door een werkzoekende behorend tot één van de categorieën bedoeld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 11 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, kunnen genieten van een financiële tussenkomst in de opleidingskosten van de vervanger vanwege het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van metalen", hierna het "Fonds" genoemd.

Art. 4.§ 1. Opleidingsinitiatieven gericht op risicogroepen, zoals niet-limitatief omschreven in artikel 2 en georganiseerd door ondernemingen al dan niet in een samenwerkingsverband met onderwijsinstellingen of opleidingsinstituten kunnen eveneens genieten van een financiële tussenkomst vanwege het Fonds. § 2. Het Fonds zal prioritair de opleidingsinitiatieven steunen die georganiseerd worden in samenwerking met de VDAB-FOREM. § 3. Het Fonds zal instaan voor de uitvoering, coördinatie, opvolging en evaluatie van de onder de §§ 1 en 2 van dit artikel bedoelde opleidingsprojecten.

Art. 5.De raad van beheer van het fonds wordt belast met het vaststellen van de praktische toepassingsmodaliteiten van de onder de artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen, met inbegrip van het bedrag van de financiële tussenkomst.

Art. 6.De raad van beheer van het Fonds zal er hierbij over waken dat die financiële tussenkomst wordt aangewend ter ondersteuning van vormings- en opleidingsinitiatieven en van integratiemogelijkheden van personen uit risicogroepen en van de werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werkzoekenden hebben gevolgd zoals bepaald door het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997). HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 7.§ 1. De financiering van de in de artikelen 3 en 4 opgesomde maatregelen zal gebeuren door een bijdrage verschuldigd door de werkgevers bedoeld bij artikel 1. § 2. In dit kader zal per kwartaal een bijdrage worden geïnd, die overeenstemt met 0,15 pct. van de onbegrensde brutobezoldigingen van de bij artikel 1 bedoelde werklieden. § 3. Deze bijdrage is verschuldigd voor de jaren 1997 en 1998. HOOFDSTUK V. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^