gepubliceerd op 16 augustus 2022
Koninklijk besluit tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie
10 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat de Minister van Werk en de Minister van Energie aan u voorleggen, laat uwe Majesteit toe om een nieuw hoofdstuk 7.22. in deel 7 van boek 1 in te voegen en om sommige delen van de boeken 1 en 3 te wijzigen, ingevoerd door het
koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
08/09/2019
pub.
28/10/2019
numac
2019014633
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie
sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie (in dit verslag "
koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
08/09/2019
pub.
28/10/2019
numac
2019014633
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie
sluiten" genoemd).
I. Algemeen commentaar De drie voormelde thematische boeken vormen sinds 1 juni 2020 de herstructurering van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties, dat bindend werd verklaard door het koninklijk besluit van 10 maart 1981 voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie en het koninklijk besluit van 2 september 1981 voor de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming. De drie boeken bevatten dus de veiligheidsmaatregelen van toepassing op de elektrische installaties op zeer lage spanning, op laagspanning en op hoogspanning bestemd voor productie, omvorming, transport, verdeling of gebruik van elektrische energie voor zover de nominale frequentie van de stroom niet groter is dan 10.000 Hz.
Sinds de publicatie van de drie boeken wordt de herstructurering van de veiligheidsmaatregelen voortgezet om de voortdurende evolutie van de veiligheid van personen en goederen tegen de gevolgen van elektriciteit te verzekeren, en met name om aan de technologische evolutie van elektrische installaties te beantwoorden.
Gezien de klimatologische uitdagingen om de C02-uitstoot te verminderen en bijgevolg het groeiende aantal elektrische wegvoertuigen, was het dus noodzakelijk om de voeding van elektrische wegvoertuigen in het Algemeen Reglement op de elektrische installaties beter te omkaderen.
Tot nu toe moet de voeding van elektrische wegvoertuigen aan de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen, hoofdstuk 7.101. (Voertuigen of aanhangwagens voor wegvervoer tijdens het stationeren) en deel 8 (afwijkingen van toepassing op de elektrische installaties uitgevoerd vóór 1 juni 2020) van boek 1 beantwoorden.
Dit nieuwe hoofdstuk vult dus de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen van boek 1 aan voor de voeding van elektrische wegvoertuigen, d.w.z. de voeding van elk voertuig aangedreven door een elektromotor die stroom onttrekt aan een oplaadbaar energie-opslagsysteem, voornamelijk bedoeld voor gebruik op de openbare weg. Dit conformeert zich nog sterker aan de veiligheidsmaatregelen van het geharmoniseerde document van het Internationaal Elektrotechnisch Comité IEC 60364-7-722 ("Elektrische installaties op laagspanning - Deel 7-722: Eisen voor de bijzondere installaties en ruimten - Voeding van elektrische voertuigen") en zal zo in de toekomst voor een evolutie van dit hoofdstuk zorgen op basis van de internationale evolutie voor wat de voeding van elektrische wegvoertuigen betreft.
Wat het toepassingsgebied van dit nieuwe hoofdstuk betreft, beperkt dit zich tot de vaste conductieve laadinrichtingen bedoeld voor elektrische energieoverdracht en eventueel bedoeld voor het terugleveren van elektrische energie. Een laadinrichting wordt beschouwd als een vast aangesloten uitrusting of geheel van uitrustingen van de vaste installatie, die de functies vervullen die bestemd zijn voor het overbrengen van elektrische energie tussen een elektrisch voertuig en de elektrische bron. Bijgevolg valt de voeding van een elektrisch wegvoertuig door middel van een contactdoos (modus 1 en modus 2) onder de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen en deel 8 (afwijkingen van toepassing op de elektrische installaties uitgevoerd vóór 1 juni 2020) van boek 1.
De wijzigingen van sommige delen van de boeken 1 en 3 zijn alleen een gevolg van dit nieuwe hoofdstuk (terminologie).
II. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 Artikel 1 voegt een nieuw hoofdstuk 7.22. in boek 1 in.
Artikel 2 Artikel 2 voorziet; 1° enerzijds de toevoeging van een algemene definitie in deel 2 van boek 1 voor de elektrische stroombanen: "exclusief toegekende stroombaan".Dit begrip wordt al in boek 1 gebruikt en werd hernomen gezien de verplichting van een toegekende stroombaan voor het verbindingspunt van een laadinrichting voor elektrisch voertuig; 2° anderzijds de uniforme aanpassing van de volgende termen in boek 1: "exclusief toegekende stroombaan" en "differentieelstroombeschermingsinrichting". Artikel 3 Artikel 3 voorziet de uniforme aanpassing van de volgende termen in boek 3: "exclusief toegekende stroombaan" en "differentieelstroombeschermingsinrichting". Het gaat om een gevolg van de aanpassing van deze termen in boek 1 om de uniformiteit van de terminologie in de drie boeken te behouden.
Artikel 4 Artikel 4 bepaalt de overgangsperiode vóór de inwerkingtreding van dit besluit. Het treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 5 Gezien de verdeelde bevoegdheid van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties (de artikelen 13 en 14 van het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten), zijn de minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Energie belast met de uitvoering van dit besluit.
III. Bespreking van het nieuwe hoofdstuk 7.22. van boek 1 Het nieuwe hoofdstuk 7.22. van boek 1 wordt ingevoegd in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten. Dit nieuwe hoofdstuk wordt dus ingevoegd in deel 7 van boek 1: "Bepalingen voor bijzondere installaties en ruimten". Het vult de algemene voorschriften van boek 1 aan, wat de voeding van elektrische wegvoertuigen betreft. Afdeling 7.22.1.
Afdeling 7.22.1. bepaalt het toepassingsgebied van hoofdstuk 7.22. Dit
beperkt zicht tot de vaste conductieve laadinrichtingen (d.w.z. fysieke verbinding tussen de laadinrichting en het elektrisch voertuig) bedoeld voor elektrische energieoverdracht en eventueel bedoeld voor het terugleveren van elektrische energie. De voorschriften hebben dus betrekking op het vaste deel van de stroombaan van een laadinrichting tot het verbindingspunt dat deel uitmaakt van de laadinrichting.
Hoofdstuk 7.22. is van toepassing op de laadinrichtingen voor elektrische wegvoertuigen waarvan hun uitvoering of hun vervanging vanaf de inwerkingtreding van hoofdstuk 7.22. wordt aangevangen. De bepalingen van boek 1 met uitzondering van hoofdstuk 7.22. mogen derhalve van toepassing blijven op: 1° enerzijds de bestaande laadinrichtingen voor elektrische wegvoertuigen; 2° anderzijds de laadpalen voor elektrische wegvoertuigen in uitvoering (project of werken) bij de inwerkingtreding van hoofdstuk 7.22. en waarvoor de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname nog moet plaatsvinden.
De plaatsing van deze laadinrichtingen mag nog aan de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen, hoofdstuk 7.101. (Voertuigen of aanhangwagens voor wegvervoer tijdens het stationeren) en deel 8 (afwijkingen van toepassing op de elektrische installaties uitgevoerd vóór 1 juni 2020) van boek 1 beantwoorden. Nochtans voorziet afdeling 7.22.1. de mogelijkheid om ze aan de voorschriften van hoofdstuk 7.22. aan te passen. Voor de bestaande laadinrichtingen zal een nieuwe gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname dus noodzakelijk zijn gezien de aanpassing als een belangrijke wijziging moet worden beschouwd. Voor de laadinrichtingen in uitvoering moet de aanvrager van de controle bij de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname vermelden of het erkend organisme belast met de controle hoofdstuk 7.22. al dan niet moet toepassen. Deze informatie moet in het controleverslag door het erkend organisme belast met de controle worden vermeld. De mededeling of hoofdstuk 7.22. al dan niet van toepassing is en de bepaling van de aanvangsdatum van de uitvoering van het project of de werken vallen onder de verantwoordelijkheid van de aanvrager van de controle.
De voeding van een elektrisch wegvoertuig door middel van een contactdoos (modus 1 en modus 2) valt onder de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen en deel 8 (afwijkingen van toepassing op de elektrische installaties uitgevoerd vóór 1 juni 2020) van boek 1. Afdeling 7.22.2.
Afdeling 7.22.2. geeft de definitie van sommige specifieke termen die
in hoofdstuk 7.22. worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld elektrisch wegvoertuig, laadinrichting voor elektrisch voertuig. Afdeling 7.22.3.
Afdeling 7.22.3. somt algemene principes betreffende de plaatsing van
laadinrichtingen op: 1° verplichting van een vaste aansluiting op de elektrische installatie;2° verplichting van een afzonderlijke stroombaan voor elk verbindingspunt van een laadinrichting;3° de mogelijke opstellingsplaats van de beschermingsinrichtingen (in de elektrische installatie, in de laadinrichting of een combinatie van beide). Niet-limitatieve afbeeldingen geven ter verduidelijking enkele mogelijke configuraties op basis van algemene principes weer. Afdeling 7.22.4.
Afdeling 7.22.4. bepaalt de beschermingsmaatregelen tegen
onrechtstreekse aanraking die kunnen worden uitgevoerd: 1° de passieve maatregelen zonder automatische onderbreking van de voeding: toepassing van de bescherming door middel van een veiligheidsscheiding van de stroombanen overeenkomstig punt c.van onderafdeling 4.2.3.3.; 2° de actieve maatregelen met automatische onderbreking van de voeding: toepassing van de TT-, TN-S- of IT-netsystemen.Elk verbindingspunt in wisselstroom moet door een differentieelstroombeschermingsinrichting van ten hoogste 30mA beschermd worden. De werking van deze inrichting moet bij een fout met gelijkstroomcomponenten worden verzekerd, zoals bijvoorbeeld een inrichting type B, een inrichting type A samen en in coördinatie met een detectieapparaat voor residuele gelijkstroom van 6mA. Bij de toepassing van een IT-netsysteem, moet eveneens een toestel voor permanente isolatiecontrole worden voorzien overeenkomstig punt d van onderafdeling 4.2.3.4. Twee afwijkingen worden ook voorzien bij de toepassing van dit netsysteem voor wat de differentiële bescherming en de isolatiecontrole betreft. Afdeling 7.22.4. bepaalt ook de beschermingsmaatregelen tegen
overstroom. De algemene maatregelen van hoofdstuk 4.4. van boek 1 zijn van toepassing (overbelasting en kortsluiting). Een afwijking wordt voorzien voor de laadinrichtingen uitgerust met meerdere verbindingspunten die niet tegelijkertijd werken. Een gemeenschappelijke bescherming die aan de verschillende verbindingspunten wordt aangepast, wordt toegelaten. Afdeling 7.22.5.
Afdeling 7.22.5. bepaalt de keuze en de uitvoering van het elektrisch
materieel. Er moet rekening worden gehouden met de uitwendige invloeden van de plaats van de laadinrichting (hoofdstuk 2.10.).
Sommige bijkomende maatregelen worden vastgelegd of moeten worden genomen: 1° de beschermingsgraad van de laadinrichtingen geïnstalleerd in openlucht (ten minste IP44);2° de bescherming tegen mechanische belastingen veroorzaakt door elke redelijkerwijs te verwachten aanrijding (technische en/of organisatorische maatregelen te voorzien). In geval een noodonderbreking van de elektrische voeding noodzakelijk is, vereist afdeling 7.22.5. ook de plaatsing van een elektrische noodonderbreking met lastscheidingsfunctie overeenkomstig punt c van onderafdeling 5.3.3.1. Deze onderbreking moet alleen worden voorzien voor het geheel van laadinrichtingen die worden voorzien van een gemeenschappelijke voeding en die zijn geïnstalleerd in een gebouw (gemeenschappelijke parkeerplaats). Het bedieningsorgaan van deze noodonderbreking wordt zichtbaar opgesteld, duidelijk gesignaleerd, is gemakkelijk bereikbaar en vlot bedienbaar. Elke voertuigeninrit naar de parkeerplaats wordt voorzien van een bedieningsorgaan die deze onderbreking kan activeren. In afwijking van deze verplichting betreffende de opstellingsplaats van het bedieningsorgaan wordt er voorzien dat de opdrachtgever vóór het ontwerp en de uitvoering van de installatie altijd een andere opstellingsplaats kan bepalen in overleg met de brandweer. Er wordt vereist dat het advies van de brandweer in het dossier van de elektrische installatie wordt bewaard. Afdeling 7.22.5. geeft ook enkele vereisten weer in verband met de
plaatsing van laadinrichtingen en de bijhorende parkeerplaats en in verband met de laadinrichtingen bedoeld voor het terugleveren van elektrische energie in de stroomopwaartse elektrische installatie. In dit laatste geval zijn de veiligheidsmaatregelen van de algemene delen van boek 1 van toepassing en is het verplicht om de betrokken laadinrichtingen en de borden die erdoor gevoed worden te identificeren.
IV. Bespreking van het advies van de Raad van State Dit ontwerp van koninklijk besluit werd voorgelegd aan de Raad van State voor advies. De Raad van State leverde op 25 mei 2022 advies 71.421/3 af met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
De Raad van State herinnert overeenkomstig zijn advies 65.788/3 van 26 april 2019 dat het nog steeds raadzaam is om te voorzien in een deugdelijke rechtsgrond voor het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van de drie boeken van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties wat betreft andere leidingen dan leidingen die dienen voor het overbrengen van elektrische energie. Wat betreft deze commentaar verwijzen we enerzijds naar ons antwoord dat werd uitgebracht in het verslag aan de Koning bij het voormelde koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten en anderzijds naar de commentaar 3.2. van het advies van de Raad van State op dit ontwerp van koninklijk besluit tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3: "Aangezien het nieuwe hoofdstuk betrekking heeft op de stroombelevering van elektrische voertuigen en op de teruglevering aan het net vanuit die voertuigen, en niet op de bedrading in die voertuigen, kan worden aangenomen dat de regeling betrekking heeft op "electrische lijnen" in de zin van artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925. De overige wijzigingen hebben eveneens betrekking op dergelijke elektrische lijnen.".
Dit ontwerp van koninklijk besluit houdt rekening met de opmerkingen van punt 4 van het advies van de Raad van State betreffende het onderzoek van de tekst van de aanhef.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN
RAAD VAN STATE, Afdeling Wetgeving Advies 71.421/3 van 25 mei 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie' Op 27 april 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Energie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 17 mei 2022 . De kamer was samengesteld uit Wilfried Van Vaerenbergh, kamer-voorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Koen Muylle, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Tim Corthaut, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 mei 2022 . 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt in de eerste plaats tot invoeging van een hoofdstuk 7.22 in bijlage 1, boek 1, deel 7, van het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten `tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie', met betrekking tot de stroomvoorziening van elektrische voertuigen (artikel 1 en de bijlage van het ontwerp).
In de tweede plaats worden in bijlage 1, boek 1 (artikel 2) en boek 3 (artikel 3), van hetzelfde koninklijk besluit een aantal correcties en terminologische aanpassingen doorgevoerd, met betrekking tot het invoeren van het begrip "exclusief toegekende stroombaan" en het consequente gebruik van het begrip "differentieelstroombeschermingsinrichting".
Het te nemen besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad (artikel 4).
Rechtsgrond 3. De rechtsgrond voor het ontwerp wordt gezocht in artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925 `op de elektriciteitsvoorziening' en artikel 4, § 1, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten `betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk'. 3.1. In advies 65.788/3 van 26 april 2019 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten heeft de Raad van State in dat verband het volgende uiteengezet: "4. De rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt gezocht in artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925 en in artikel 4, § 1, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten. 4.1. Aan artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925 ontleent de Koning de bevoegdheid om algemene verordeningen te bepalen inzake het aanleggen en het in bedrijf nemen van elektrische lijnen en inzake veiligheidsmaatregelen. Daartoe kunnen ook voorzorgsmaatregelen tegen brand worden gerekend die betrekking hebben op elektrische leidingen.
Het is echter allerminst zeker of deze wetsbepaling rechtsgrond kan bieden in zoverre het ontworpen besluit betrekking heeft op andere leidingen dan leidingen die dienen voor het overbrengen van elektrische energie, zoals `kabels ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, van signalisatie of bediening', waarvan gewag wordt gemaakt in artikel 8 van het ontworpen besluit. Uit de artikelen 2, eerste lid, en 20 van de wet van 10 maart 1925 kan immers worden afgeleid dat met de term `elektrische lijnen' leidingen worden bedoeld die dienen voor het overbrengen van elektrische energie, ook al bevat de wet geen formele definitie van die term. In artikel 20 van de wet wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen dit soort lijnen en lijnen die bestemd zijn voor telecommunicatie, waaronder telefonische communicatie en seinoverbrenging. Lijnen bestemd voor telecommunicatie brengen vanuit strikt fysisch oogpunt weliswaar ook elektrische energie over, maar het doel van deze lijnen is in wezen het overbrengen van signalen en niet het overbrengen van elektrische energie. De omstandigheid dat de `kabels ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, van signalisatie of bediening', waarvan gewag wordt gemaakt in artikel 8 van het ontworpen besluit, zijn geïntegreerd in de elektrische installaties vermeld in de boeken 1 en 3, doet geen afbreuk aan die vaststelling. 4.2. In zoverre artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten de Koning machtigt om alle maatregelen op te leggen aan de werkgevers en de werknemers die nodig zijn voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, biedt deze wetsbepaling, bij voorkeur gelezen in samenhang met artikel 5, § 3, van die wet,(1) slechts een partiële rechtsgrond voor het ontworpen besluit, namelijk in zoverre met de ontworpen brandveiligheidsmaatregelen het welzijn van werknemers wordt beoogd. 4.3. De conclusie is dat de rechtsgrond voor het ontworpen besluit wankel is, althans in zoverre het voorschriften betreft die betrekking hebben op andere leidingen dan leidingen die dienen voor het overbrengen van elektrische energie, waarmee bovendien niet specifiek het welzijn van werknemers wordt beoogd (zoals het geval is wanneer die leidingen in een privéwoning liggen) (2).
De omstandigheid dat het ontworpen besluit mede strekt tot de uitvoering van een Europese gedelegeerde verordening (3) neemt niet weg dat naar intern constitutioneel recht voor die uitvoering een deugdelijke en sluitende rechtsgrond is vereist. Het is dan ook hoogst raadzaam om artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925 zo snel mogelijk aan te vullen door naast de elektrische lijnen ook besturingskabels en communicatiekabels te vermelden (4)." 3.2. Aangezien het nieuwe hoofdstuk betrekking heeft op de stroombelevering van elektrische voertuigen en op de teruglevering aan het net vanuit die voertuigen, en niet op de bedrading in die voertuigen, kan worden aangenomen dat de regeling betrekking heeft op "electrische lijnen" in de zin van artikel 21, 1°, van de wet van 10 maart 1925. De overige wijzigingen hebben eveneens betrekking op dergelijke elektrische lijnen.
De ontworpen bepalingen moeten ook brand- en ontploffingsgevaar beperken. Bijgevolg vinden ze rechtsgrond in artikel 4, § 1, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten `betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk'. In het licht van het zo-even geciteerde advies 65.788/3 wordt echter het best ook artikel 5, § 3, van die wet als rechtsgrond vermeld.
Dat neemt evenwel niet weg dat het nog steeds raadzaam is om te voorzien in een deugdelijke rechtsgrond voor het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten, wat betreft andere leidingen dan leidingen die dienen voor het overbrengen van elektrische energie, waarmee bovendien niet specifiek het welzijn van werknemers wordt beoogd.
Onderzoek van de tekst Aanhef 4. Gelet op wat is uiteengezet in opmerking 3.2, kan de verwijzing naar artikel 108 van de Grondwet in het eerste lid van de aanhef worden weggelaten, aangezien er geen beroep moet worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning.
In het derde lid van de aanhef, dat het tweede lid wordt, moet de verwijzing naar artikel 5, § 3, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten worden toegevoegd.
De griffier, De voorzitter, Astrid Truyens Wilfried Van Vaerenbergh _______ Nota's (1) Voetnoot 1 van het geciteerde advies: Die laatste wetsbepaling machtigt de Koning immers tot het nader omschrijven van de algemene preventiebeginselen die de werkgever moet toepassen en tot het nader uitwerken ervan met toepassing van of ter voorkoming van specifieke risicosituaties.Zie ook adv.RvS 59.780/1 van 6 oktober 2016 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 28 april 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2017 pub. 02/06/2017 numac 2017011041 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van boek III Arbeidsplaatsen van de codex over het welzijn op het werk sluiten `tot vaststelling van boek III Arbeidsplaatsen van de codex over het welzijn op het werk'. (2) Voetnoot 2 van het geciteerde advies: In dezelfde zin adv.RvS 65.617/3 van 5 april 2019 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het artikel 104 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties'. (3) Voetnoot 3 van het geciteerde advies: Namelijk de gedelegeerde verordening (EU) 2016/364 van de Commissie van 1 juli 2015 `betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr.305/2011 van het Europees Parlement en de Raad'. (4) Voetnoot 4 van het geciteerde advies: Dit kan een aanleiding zijn om de terminologie in die wet op meer algemene wijze te herzien, aangezien ook in andere artikelen gewag wordt gemaakt van elektrische lijnen of van lijnen voor het vervoer van elektrische energie. 10 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, artikel 21, 1° ;
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 7 april 1999 en artikel 5, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2021;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 17 november 2021, op basis van artikel 95, eerste lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Beveiliging tegen Brand en Ontploffing, gegeven op 22 december 2021, met toepassing van artikel 6, § 1, tweede lid, b), van de wet van 30 juli 1979Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1979 pub. 24/06/2011 numac 2011000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 2 maart 2021, met toepassing van artikel 5, lid 1, van de Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gelet op het advies van het Vast Elektrotechnisch Comité, gegeven op 24 maart 2022, op basis van artikel 22, vijfde lid, van de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014;
Gelet op advies 71.421/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In bijlage 1, boek 1, deel 7, van het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie, wordt een hoofdstuk 7.22. opgenomen in de bijlage bij dit besluit ingevoegd.
Art. 2.In bijlage 1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in boek 1, deel 2, hoofdstuk 2.6., afdeling 2.6.1., wordt tussen de definities van "elementaire stroombaan" en "stroombaan" de volgende definitie ingevoegd: "Exclusief toegekende stroombaan (in dit Boek ook toegekende stroombaan genoemd): elementaire stroombaan (hoofdstroombaan of eindstroombaan) bedoeld voor de exclusieve voeding van een of meerdere verbruikstoestellen bestemd voor een specifiek doel."; 2° in de Franse tekst van boek 1, worden de woorden "dispositif(s) à courant différentiel résiduel", "dispositif(s) à courant différentiel-résiduel", "dispositif(s) de protection à courant différentiel", "dispositif(s) de protection à courant différentiel résiduel" en "dispositif différentiel" telkens vervangen door de woorden "dispositif(s) de protection à courant différentiel-résiduel";3° in de Nederlandse tekst van boek 1, wordt het woord "differentieelstroominrichting(en)" telkens vervangen door het woord "differentieelstroombeschermingsinrichting(en)"; 4° in de Franse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.2., afdeling 5.2.1., onderafdeling 5.2.1.2., zevende alinea, worden de woorden "circuit(s) exclusivement dédié(s)" telkens vervangen door de woorden "circuit(s) dédié(s)"; 5° in de Franse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.2., afdeling 5.2.9., onderafdeling 5.2.9.13., punten b.11. en c.11., worden de woorden "circuit exclusivement dédié" vervangen door de woorden "circuit dédié"; 6° in de Nederlandse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.2., afdeling 5.2.1., onderafdeling 5.2.1.2., zevende alinea, worden de woorden "exclusief toegekende stroombaan (stroombanen)" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan (stroombanen)"; 7° in de Nederlandse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.2., afdeling 5.2.9., onderafdeling 5.2.9.13., punten b.11. en c.11., worden de woorden "gescheiden stroombaan" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan"; 8° in de Nederlandse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.5., afdeling 5.5.7., onderafdeling 5.5.7.2., vijfde en zesde alinea, worden de woorden "afzonderlijke stroombaan (stroombanen)" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan (stroombanen)"; 9° in de Nederlandse tekst van boek 1, deel 5, hoofdstuk 5.6., afdeling 5.6.2., onderafdeling 5.6.2.1., derde en vierde alinea, worden de woorden "afzonderlijke stroombaan (stroombanen)" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan (stroombanen)".
Art. 3.In bijlage 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in boek 3, deel 2, hoofdstuk 2.6., afdeling 2.6.1., onderafdeling 2.6.1.1., wordt tussen de definities van "elementaire stroombaan" en "stroombaan" de volgende definitie ingevoegd: "Exclusief toegekende stroombaan (in dit Boek ook toegekende stroombaan genoemd): elementaire stroombaan (hoofdstroombaan of eindstroombaan) bedoeld voor de exclusieve voeding van een of meerdere verbruikstoestellen bestemd voor een specifiek doel."; 2° in de Franse tekst van boek 3, worden de woorden "dispositif(s) à courant différentiel résiduel", "dispositif(s) à courant différentiel-résiduel", "dispositif(s) de protection à courant différentiel", "dispositif(s) de protection à courant différentiel résiduel" en "dispositif différentiel" telkens vervangen door de woorden "dispositif(s) de protection à courant différentiel-résiduel";3° in de Nederlandse tekst van boek 3, worden de woorden "differentieelstroominrichting(en)" en "differentieelinrichting" telkens vervangen door het woord "differentieelstroombeschermings-inrichting(en)"; 4° in de Nederlandse tekst van boek 3, deel 5, hoofdstuk 5.6., afdeling 5.6.7., onderafdeling 5.6.7.2., vijfde en zesde alinea, worden de woorden "afzonderlijke stroombaan (stroombanen)" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan (stroombanen)"; 5° in de Nederlandse tekst van boek 3, deel 5, hoofdstuk 5.7., afdeling 5.7.2., onderafdeling 5.7.2.1., derde en vierde alinea, worden de woorden "afzonderlijke stroombaan (stroombanen)" vervangen door de woorden "toegekende stroombaan (stroombanen)".
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN
Bijlage Hoofdstuk 7.22. Voeding van elektrische wegvoertuigen Afdeling 7.22.1. Toepassingsgebied
De algemene voorschriften van de andere delen van dit Boek zijn ook van toepassing op de bijzondere installaties en ruimten behandeld in dit hoofdstuk 7.22. De voorschriften van dit hoofdstuk vullen deze algemene eisen aan.
Dit hoofdstuk is van toepassing op de conductieve laadinrichtingen voor elektrische wegvoertuigen, waarvan hun uitvoering of hun vervanging vanaf de inwerkingtreding van dit hoofdstuk wordt aangevangen, en op hun stroombanen: 1° bedoeld voor elektrische energieoverdracht naar elektrische voertuigen, en eventueel;2° bedoeld voor het terugleveren van elektrische energie van batterijen van elektrische voertuigen. De stroombanen, bedoeld in de voorgaande alinea, eindigen op het verbindingspunt.
De bepalingen van Boek 1 met uitzondering van dit hoofdstuk blijven derhalve van toepassing op: 1° de bestaande conductieve laadinrichtingen voor elektrische wegvoertuigen waarvan de uitvoering ter plaatse vóór de inwerkingtreding van dit hoofdstuk werd aangevangen;2° de conductieve laadinrichtingen voor elektrische wegvoertuigen, waarvan de uitvoering van het project of de installatie- of vervangingswerkzaamheden is aangevangen vóór de inwerkingtreding van dit hoofdstuk, onverminderd dat de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname zal plaatsvinden vanaf de inwerkingtreding van dit hoofdstuk. Indien een bestaande conductieve laadinrichting bedoeld in de 4de alinea, 1°, wordt aangepast aan de bepalingen van hoofdstuk 7.22., wordt zij onderworpen aan een gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 7.22.
Indien een conductieve laadinrichting bedoeld in de 4de alinea, 2°, wordt aangepast aan de bepalingen van hoofdstuk 7.22, wordt het erkend organisme dat belast is met de gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname hiervan op de hoogte gesteld. Dit laatste maakt daarvan melding in het controleverslag.
De vaste elektrische installatie die bestemd is voor de voeding van een elektrisch voertuig dat verbonden is met een elektrische bron zonder vaste specifieke conductieve laadinrichting voor elektrische voertuigen, valt onder de algemene voorschriften van de andere delen van dit Boek. Afdeling 7.22.2. Begrippen en definities
Elektrisch wegvoertuig (in dit hoofdstuk elektrisch voertuig genoemd): elk voertuig aangedreven door een elektromotor die stroom onttrekt aan een oplaadbaar energie-opslagsysteem, voornamelijk bedoeld voor gebruik op de openbare weg.
Laadinrichting voor elektrisch voertuig (in dit hoofdstuk laadinrichting genoemd): vast aangesloten uitrusting of geheel van uitrustingen van de vaste installatie, die de functies vervullen die bestemd zijn voor het overbrengen van elektrische energie tussen een elektrisch voertuig en de elektrische bron.
Verbindingspunt van een laadinrichting voor elektrisch voertuig (in dit hoofdstuk verbindingspunt genoemd): eindpunt dat deel uitmaakt van de laadinrichting waardoor de energie wordt overgebracht naar of van een elektrisch voertuig.
Voorbeeld: een laadpaalcontactdoos of een voertuigconnector. Afdeling 7.22.3. Bepaling van de algemene karakteristieken - Indeling
van de installaties Het is verboden een laadinrichting op een vaste elektrische installatie door middel van een stopcontact aan te sluiten.
Een toegekende stroombaan wordt voorzien voor elk verbindingspunt.
Aan de vereiste van de vorige alinea wordt voldaan door gebruik te maken van de aangepaste beschermingsinrichtingen hetzij in de vaste stroomopwaartse elektrische installatie, hetzij in de laadinrichting (of een combinatie van beide).
De figuren 7.17. tot 7.20. geven ter verduidelijking enkele mogelijke configuraties weer. Deze zijn niet limitatief:
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 7.22.4. Beschermingsmaatregelen
Onderafdeling 7.22.4.1. Bescherming tegen onrechtstreekse aanraking Ten minste een van volgende beschermingsmaatregelen is van toepassing: a. Passieve bescherming zonder automatische onderbreking van de voeding De toegekende stroombaan wordt beschermd door middel van een veiligheidsscheiding van de stroombanen overeenkomstig punt c.van onderafdeling 4.2.3.3., en door middel van een beschermingstransformator. b. Actieve bescherming met automatische onderbreking van de voeding Toepassen van een TN-C-netsysteem voor de toegekende stroombaan is verboden. Elke toegekende stroombaan in wisselstroom wordt individueel door een differentieelstroombeschermingsinrichting met een aanspreekstroom van ten hoogste 30mA beschermd.
Het verbindingspunt wordt dus beschermd: 1° hetzij door een differentieelstroombeschermingsinrichting die zo is gebouwd dat haar werking gegarandeerd blijft bij het ontstaan van een isolatiefout met een verstorende gelijkstroomcomponent;2° hetzij door een differentieelstroombeschermingsinrichting samen en in coördinatie met een detectieapparaat voor residuele gelijkstroom die de laadinrichting uitschakelen bij het ontstaan van een isolatiefout met een verstorende gelijkstroomcomponent. Aan de in de tweede en derde alinea bedoelde vereiste wordt voldaan door gebruik te maken van de eerder vermelde beschermingsinrichtingen hetzij in de vaste stroomopwaartse elektrische installatie, hetzij in de laadinrichting (of een combinatie van beide).
In geval van een IT-netsysteem, is het toegelaten dat: 1° de in de tweede alinea bedoelde differentieelstroombeschermingsinrichting achterwege wordt gelaten, op voorwaarde dat elke toegekende stroombaan afzonderlijk gevoed wordt door een individuele elektrische bron zoals bijvoorbeeld een scheidingstransformator;2° een toestel voor permanente isolatiecontrole voorzien wordt voor meer dan één toegekende stroombaan, indien deze stroombanen worden gevoed door dezelfde elektrische bron zoals bijvoorbeeld een transformator.Aan deze vereiste wordt voldaan door gebruik te maken van dit toestel hetzij in de vaste stroomopwaartse elektrische installatie, hetzij in de laadinrichting. Zodra een toestel voor permanente isolatiecontrole het ontstaan van een eerste massa- of aardfout meldt, worden de nodige maatregelen genomen om deze fout op te sporen en te verwijderen.
Onderafdeling 7.22.4.2. Elektrische bescherming tegen overstroom Elke toegekende stroombaan wordt individueel beschermd door een aangepaste beschermingsinrichting tegen overstroom.
Hieraan wordt voldaan door gebruik te maken van een aangepaste beschermingsinrichting tegen overstroom die beantwoordt aan de voorschriften van hoofdstuk 4.4. en die hetzij in de vaste stroomopwaartse elektrische installatie, hetzij in de laadinrichting (of een combinatie van beide) geplaatst wordt.
In afwijking van de 1ste alinea is het toegelaten dat, indien de laadinrichting meerdere verbindingspunten heeft die niet tegelijkertijd worden gebruikt, deze laatste over gemeenschappelijke beschermingsinrichtingen tegen overstroom beschikken, op voorwaarde dat dergelijke inrichtingen de vereiste bescherming bieden voor elk verbindingspunt (bijvoorbeeld: de toegekende stroom van de gemeenschappelijke beschermingsinrichting is niet groter dan de laagste toegekende stroom van de verbindingspunten). Afdeling 7.22.5. Keuze en gebruik van elektrisch materieel
Onderafdeling 7.22.5.1. Uitwendige invloeden De laadinrichting wordt beschermd tegen de te verwachten uitwendige invloeden van de ruimte waarin de laadinrichting wordt geplaatst.
Als de laadinrichting in open lucht wordt geïnstalleerd, beschikt het materieel over een beschermingsgraad van ten minste IP44.
Ter aanvulling op de maatregelen tegen de te verwachten uitwendige invloeden, worden er bijkomende maatregelen getroffen ter bescherming tegen mechanische belastingen veroorzaakt door elke redelijkerwijs te verwachten aanrijding.
Onderafdeling 7.22.5.2. Elektrische noodonderbreking De laadinrichtingen ondergebracht in een gebouw zijn voorzien van een elektrische noodonderbreking overeenkomstig punt c. van onderafdeling 5.3.3.1. Elk bedieningsorgaan van de elektrische noodonderbreking wordt zichtbaar opgesteld, duidelijk gesignaleerd, is gemakkelijk bereikbaar en vlot bedienbaar, en wordt voorzien aan elke voertuigeninrit tot de gemeenschappelijke parkeerplaats, tenzij de opdrachtgever, vóór het ontwerp en de uitvoering van de installatie, in overleg met de brandweer een andere opstellingsplaats bepaalt. Het advies van de brandweer wordt bewaard in het dossier van de elektrische installatie en ter plaatse ter beschikking gehouden van eenieder die belast is met het uitvoeren van bouw-, onderhouds-, toezichts- of controlewerkzaamheden.
De elektrische noodonderbreking verzekert een lastscheidingsfunctie.
Deze onderafdeling is niet van toepassing op laadinrichtingen die deel uitmaken van de elektrische installatie van een wooneenheid.
Onderafdeling 7.22.5.3. Verbindingspunt Het verbindingspunt wordt zo dicht mogelijk bij de parkeerlaadplaats van het elektrisch voertuig geplaatst.
Een verbindingspunt wordt slechts met één elektrisch voertuig tegelijkertijd elektrisch verbonden.
Onderafdeling 7.22.5.4. Decentrale laagspanning productie-eenheden In geval dat de laadinrichting elektrische energie in de vaste stroomopwaartse elektrische installatie kan terugleveren: 1. is het noodzakelijk om aan de voorschriften te beantwoorden die van toepassing zijn op decentrale productie-eenheden, namelijk voor de bescherming tegen elektrische schokken, de bescherming tegen overstroom en de veiligheidsonderbreking;2. wordt de waarschuwing: "Opgelet: mogelijke teruglevering van elektrische energie in de installatie" aangebracht op de laadinrichting(en) en het (de) schakel- en verdeelbord(en) die erdoor gevoed worden. Onderafdeling 7.22.5.5. Ruimte van laadinrichtingen en hun bijhorende parkeerplaatsen Laadinrichtingen en hun bijhorende parkeerplaatsen zijn niet gelegen in ruimten die door uitwendige invloed BE3 worden gekenmerkt.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 10 juli 2022 tot invoeging van hoofdstuk 7.22. van Boek 1 en tot wijziging van sommige delen van de Boeken 1 en 3, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 september 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/09/2019 pub. 28/10/2019 numac 2019014633 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie sluiten tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN