10 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, artikelen 8 en 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 april 2008;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 30 mei 2007;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 6 juni 2007, met toepassing van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 22 juni 2007;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 2 juli 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 4 juli 2007;

Gelet op het overleg tussen de federale overheid en de gewestregeringen op 15 maart 2007, goedgekeurd op 23 mei 2007;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juli 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 14 mei 2009;

Gelet op advies 46.699/3 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Landbouw en de Minister voor Ondernemen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 28 februari 1994

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2001, 22 mei 2003 en 9 januari 2007, wordt aangevuld met de bepalingen onder 17° en 18°, luidende : « 17° beroepsgebruiker : elke natuurlijke of rechtspersoon die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik gebruikt in het kader van zijn beroepsactiviteiten, met inbegrip van bedieners van toepassingsapparatuur, technici, werkgevers en in de landbouwsector of daarbuiten werkzame zelfstandigen; 18° amateurgebruiker : elke persoon die gewasbeschermingsmiddelen gebruikt maar niet beantwoordt aan de definitie van 17°.».

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 4, § 3 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De vereiste symbolen en de gevarenaanduidingen, de naam en het adres van de fabrikant of van ieder ander persoon die het product op de markt brengt, het gehalte aan elke werkzame stof uitgedrukt volgens de regels vermeld in artikel 44, 4°, evenals de aanduidingen voorzien onder 11°, 12°, 15°, 16°, 21° en 22° van hetzelfde artikel 44 moeten op de etiketten van de in deze paragraaf bedoelde producten voorkomen. ». HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 28 februari 1994

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Bovendien mag een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik alleen door een beroepsgebruiker gebruikt worden. ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 8/1.De Minister of een daartoe door de Minister aangewezen ambtenaar verleent de erkenning van een gewasbeschermingsmiddel hetzij voor amateurgebruik, hetzij voor beroepsgebruik. ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 10/1.§ 1. Bovendien mag een gewasbeschermingsmiddel, dat ingedeeld is in één van de volgende gevarencategorieën zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan, niet voor amateurgebruik erkend worden : - ontplofbaar, - zeer licht ontvlambaar (behalve indien aangeboden onder de vorm van een aërosol), - zeer giftig, - giftig, - corrosief, - kankerverwekkend gekenmerkt met R45, - mutageen gekenmerkt met R46, - giftig voor reproductie gekenmerkt met R60 of R61.

Voor ieder ander gewasbeschermingsmiddel dat voor amateurgebruik bestemd is, onderzoekt het Erkenningscomité of de voorgestelde verpakking, de formulering en de toepassingswijze van die aard zijn dat het blootstellingsniveau aanvaardbaar is voor de amateurgebruiker en het leefmilieu.

Bovendien kunnen uitvloeiers, hechtmiddelen, synergisten, safeners en andere toevoegingsmiddelen die bestemd zijn om de werking van de gewasbeschermingsmiddelen te bevorderen, niet voor amateurgebruik erkend worden. § 2. De erkenning voor amateurgebruik wordt enkel toegekend aan een gewasbeschermingsmiddel indien de verpakking minimale blootstellingsomstandigheden waarborgt voor de toepasser en het leefmilieu. Meer specifiek moet het product verpakt worden in : - een flacon voorzien van een veiligheidsdop voor vloeistoffen en vaste stoffen, of - een verpakking die herhaaldelijk hersluitbaar is zonder verlies van inhoud voor vaste stoffen, of - een spraybus voorzien van een veiligheidsmechanisme Voor ieder ander type van verpakking van het product kan een afwijking worden toegekend door de Minister of door een daartoe door de Minister aangewezen ambtenaar, op advies van het Erkenningscomité en op basis van een argumentatie van de aanvrager.

Verpakkingen van formuleringen die dat vereisen, moeten zijn vergezeld van een hulpmiddel dat toelaat de producten precies te doseren.

De maximale inhoud van deze verpakkingen, met inbegrip van deze in het kader van promotionele acties, mag niet toelaten een oppervlakte te behandelen van meer dan vijf aren, behalve indien een afwijking werd toegekend door een door de Minister aangewezen ambtenaar op advies van het Erkenningscomité en op basis van een argumentatie door de aanvrager. In het geval van een dergelijke afwijking moet er een verpakking die de behandeling van een oppervlakte van vijf are of minder toelaat, voorzien worden voor het op de markt brengen. ».

Art. 7.In artikel 19 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De indeling in gevaarcategorieën die in bijlage IX van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan voorzien is, alsook de vermelding van de bijzondere gevaren en de veiligheidsaanbevelingen worden vastgelegd bij de erkenning. De op te leggen standaardzinnen zijn weergegeven in bijlage XIII, delen C en D. Indien nodig, kunnen aanvullende aanduidingen betreffende de bijzondere gevaren en de veiligheidsaanbevelingen bij de erkenning worden voorgeschreven. ».

Art. 8.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « Twee soorten erkenningnummers worden volgens het doeleinde, amateurgebruik of beroepsgebruik, toegekend : - xxxxxG/B voor de producten die voor amateurgebruik bestemd zijn, - xxxxxP/B voor producten die voor beroepsgebruik bestemd zijn.»; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « In de loop van het eerste kwartaal van elk jaar wordt de lijst van de tijdens het voorgaande jaar erkende producten in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.Deze lijst vermeldt voor elk product of het voor beroeps- of amateurgebruik is erkend, de gevaarcategorieën als gedefinieerd in het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan. ».

Art. 9.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de woorden « in België gevestigde » opgeheven.

Art. 10.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « het Ministerie van Landbouw » vervangen door de woorden « de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu »;2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt : « Twee soorten toelatingsnummers voor parallelinvoer worden volgens het doeleinde, amateurgebruik of beroepsgebruik, toegekend : - xxxxG/P voor de producten die voor amateurgebruik bestemd zijn, - xxxxP/P voor producten die voor beroepsgebruik bestemd zijn.». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 28 februari 1994

Art. 11.In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 april 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt : « 9° de gebruiksaanwijzing en de toepassingsdosis, zoals in metrieke eenheden aangegeven in de erkenningsakte, voor elk erkend gebruik;»; 2° hetzelfde artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De gewasbeschermingsmiddelen die bestemd zijn voor amateurgebruikers moeten beantwoorden aan het geheel van de geldende wettelijke vereisten met betrekking tot etikettering.Bovendien moet iedere vermelding, iedere afbeelding of ieder pictogram inzake dosissen, toepassingsperiodes, toepassingsmateriaal, te behandelen planten of te bestrijden organismen door de dienst Pesticiden en Meststoffen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu gevalideerd zijn alvorens ze op het etiket mogen verschijnen. ». HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen aan hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 28 februari 1994

Art. 12.Het opschrift van afdeling 1 van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Afdeling 1. - Verkoop van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik ».

Art. 13.Artikel 62 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art 62. Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik, mogen enkel door personen die daartoe door de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend, en « erkende verkopers » worden genoemd, worden ingevoerd, verworven of gehouden met het oog op de verkoop, te koop geboden, verkocht of kosteloos afgeleverd.

Om erkend te kunnen worden moeten de natuurlijke personen meerderjarig zijn.

De erkende verkoper kan zich slechts laten vervangen door een persoon die de bij artikel 70, § 1, 1°, gestelde voorwaarden voor de erkenning van verkopers vervult. Hij is verplicht die vervanging, evenals de duur daarvan binnen achtenveertig uren bij een ter post aangetekende brief aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft mede te delen.

De erkende verkoper en de personen bedoeld in artikel 71, tweede lid, 1°, a), mogen zich onder hun rechtstreeks toezicht laten bijstaan door aangestelden die ten minste achttien jaar zijn. ».

Art. 14.Artikel 63 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art 63. Bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik waarvan geen enkele werkzame stof is opgenomen in bijlage X mogen enkel worden verkocht of kosteloos afgegeven aan de erkende verkopers, aan de erkende gebruikers bedoeld in artikel 67, § 1, en aan de personen die genieten van de afwijking voorzien in artikel 67, paragrafen 2 en 3.

De erkende verkoper moet de personen die van deze afwijking genieten op de hoogte brengen van de gevaren die verbonden zijn aan de producten erkend voor beroepsgebruik en van de voorzorgen die bij hun bewaring en gebruik moeten worden in acht genomen.

De producten waarvan een werkzame stof is opgenomen in bijlage X mogen enkel worden verkocht of kosteloos afgegeven aan de erkende verkopers en aan de in artikel 68 bedoelde speciaal erkende gebruikers. Het komt aan de erkende verkoper toe zich ervan te vergewissen dat de persoon aan wie hij het product afgeeft, de vereiste kwalificatie bezit. ».

Art. 15.Artikel 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art 64. Bij elke verkoop of kosteloze afgifte van een bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik en waarvan geen enkele werkzame stof in bijlage X is opgenomen en dat de koper of verwerver voor eigen en beroepsmatig gebruik bestemt, maakt de erkende verkoper een borderel in tweevoud op naar het model bepaald in bijlage XI. Het borderel wordt gedagtekend en ondertekend door beide partijen en het origineel wordt aan de koper of verwerver overhandigd.

De verkoper bewaart de duplicaten van de borderellen, gerangschikt volgens klant of volgens datum, gedurende drie jaar. ».

Art. 16.Artikel 65 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art 65. Op het ogenblik van de terhandstelling van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik plaatst de erkende verkoper op de verpakking een etiket of stempel met zijn naam, adres, telefoonnummer en erkenningsnummer. ».

Art. 17.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de woorden « opgenomen in bijlage X van dit besluit » vervangen door de woorden « waarvan een werkzame stof in bijlage X opgenomen is ».

Art. 18.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Afdeling 2. - Gebruik van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik ».

Art. 19.Artikel 67 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 67.§ 1. Alleen de personen die erkend zijn door de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en « erkende gebruikers » worden genoemd, mogen de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik waarvan geen enkele werkzame stof in bijlage X is opgenomen, gebruiken. § 2. Een afwijking van paragraaf 1 wordt toegestaan aan eenieder die als hoofd- of bijberoep een landbouw-, tuinbouw-, bosbouw- of veeteeltuitbating, of een zaaigoedontsmettingsbedrijf exploiteert of beheert, evenals aan gemeentearbeiders. § 3. Deze afwijking wordt ook toegekend aan de persoon die verantwoordelijk is voor een opzoekingsstation of departement in de landbouw, tuinbouw, bosbouw of veeteelt van of erkend door het Rijk of een Gewest en aan de ingenieurs van de Dienst voor Plantenbescherming bij de Gewestelijke Ministeries van Landbouw, in de uitoefening van hun opdracht. § 4. De personen die van de in paragraaf 2 voorziene afwijking genieten mogen in geen geval voor toepassing bij derden bestrijdingsmiddelen gebruiken voor landbouwkundig gebruik die erkend zijn voor beroepsgebruik. ».

Art. 20.Artikel 68 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 68.De producten ingedeeld in de gevarencategorieën « zeer giftig » of « giftig » en waarvan een werkzame stof is opgenomen in bijlage X mogen enkel worden gebruikt door personen die daartoe door de ministers die de Volksgezondheid en het Werk onder hun bevoegdheid hebben, zijn erkend en « speciaal erkende gebruikers » worden genoemd.

Om erkend te kunnen worden moeten de natuurlijke personen eenentwintig jaar oud zijn indien het een erkenning voor het gebruik van de producten waarvan een werkzame stof in bijlage X, afdeling 1, opgenomen is, betreft; zij moeten meerderjarig zijn indien het een erkenning voor het gebruik van de producten waarvan een werkzame stof in bijlage X, afdeling 2, opgenomen is, betreft.

De erkenning kan worden beperkt : 1° tot een of meerdere producten;2° tot een bepaald gebruik;3° tot een bepaalde plaats;4° tot een bepaalde duur;5° tot een bepaalde hoeveelheid. De speciaal erkende gebruiker of de personen bedoeld in artikel 71, tweede lid, 1°, a), moeten persoonlijk de behandeling uitvoeren. Zij mogen zich onder hun rechtstreeks toezicht laten bijstaan door aangestelden die ten minste eenentwintig jaar oud zijn.

De lijst van de werkzame stoffen opgenomen in bijlage X kan door Ons worden gewijzigd en aangevuld op de gezamenlijke voordracht van de ministers die de Volksgezondheid, het Werk en de Landbouw onder hun bevoegdheid hebben. ».

Art. 21.Het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Afdeling 3. - Erkenning als erkende verkoper, als erkende gebruiker of als speciaal erkende gebruiker van producten waarvoor een werkzame stof is opgenomen in bijlage X ».

Art. 22.Het opschrift van afdeling 4 van hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Afdeling 4. - Kleuring en bewaring van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik ».

Art. 23.Artikel 77 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 77.§ 1. De erkende verkoper, de erkende gebruiker en de speciaal erkende gebruiker moeten de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik bewaren in een lokaal dat daarvoor bestemd is en op slot is.

Het lokaal moet droog zijn, doelmatig verlucht, in goede staat van onderhoud en netheid, en zodanig ingericht dat de goede bewaring van de opgeslagen producten verzekerd is.

Het lokaal bestemd voor het bewaren van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik en waarvan een werkzame stof in bijlage X, afdeling 1, opgenomen is, moet gelegen zijn buiten de gebouwen waar mensen of dieren verblijven.

De toegang tot die lokalen is uitsluitend geoorloofd in aanwezigheid van de erkende of speciaal erkende persoon. § 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, en na gunstig advies van de gemachtigde ambtenaar mogen de voor de handel bestemde bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik die niet in de gevarencategorieën « zeer giftig », « giftig » of « corrosief » ingedeeld zijn in verpakkingen van ten hoogste één kilogram of één liter bewaard worden in een kast die op slot is. § 3. In afwijking van paragraaf 1 mag de speciaal erkende gebruiker voor het gebruik in de sierteelt van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik waarvoor een werkzame stof in bijlage X, afdeling 2, is opgenomen, die producten bewaren in de lokalen van het bedrijf waar hij zijn bedrijvigheid uitoefent.

In dat geval moeten genoemde producten zich bevinden in een kast die uitsluitend bestemd is voor de bewaring van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik. Die kast moet tenminste 0,25 m3 inhoud hebben. Zij moet op slot zijn en aan een wand bevestigd. Op de deur van de kast moeten op een in het oog springende wijze de melding « Vergif » zijn aangebracht alsmede een doodshoofdsymbool. De toegang tot die kast is voorbehouden aan de speciaal erkende persoon. § 4. Het gelijktijdig handel drijven in bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en in geneesmiddelen, eetwaren of diervoeders is alleen geoorloofd op voorwaarde dat de producten voor beroepsgebruik gehouden, bewaard en behandeld worden in lokalen die uitsluitend daarvoor zijn voorbehouden.

In de verkooppunten mogen de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik bovendien niet toegankelijk zijn voor amateurgebruikers. § 5. Eenieder die geniet van de in artikel 67, §§ 2 en 3, voorziene afwijking is verplicht de op grond van die afwijking verkregen producten in een geschikte kast of lokaal achter slot en in de oorspronkelijke verpakking te bewaren. ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan hoofdstuk VII van het koninklijk besluit van 28 februari 1994

Art. 24.In artikel 78 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « wat de producten van de klassen A en B betreft : » worden vervangen door de woorden « wat de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik betreft : »;2° de woorden « wat in de bijlage X van dit besluit opgenomen producten betreft : » worden vervangen door de woorden « wat de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik waarvan een werkzame stof in bijlage X opgenomen is, betreft : ».

Art. 25.De bijlage X van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage I bij dit besluit.

Art. 26.De bijlage XI van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage II bij dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 27.Voor de producten die reeds erkend zijn bij de bekendmaking van dit besluit en waarvoor een amateurgebruik gewenst wordt, moet binnen de zes maanden na de bekendmaking van dit besluit een dossier dat aantoont dat het product voldoet aan de voorwaarden van artikel 10, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik naar de dienst Pesticiden en Meststoffen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden gestuurd.

Indien deze indiening niet heeft plaatsgevonden binnen de zes maanden, zal de intrekkingsprocedure overeenkomstig artikel 29 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 februari 1994 worden ingezet. Na de intrekking is elke verkoop van het product verboden; een bijkomende termijn van twaalf maanden voor het gebruik wordt toegekend.

Voor de producten onder het eerste lid, verleent de Minister of een daartoe door de Minister aangewezen ambtenaar alle specifieke erkenningen voor amateurproducten tegelijkertijd binnen dertig maanden na de bekendmaking van dit besluit.

De producten die nog niet erkend zijn bij de bekendmaking van dit besluit zullen voor amateur- of beroepsgebruik erkend worden en gelijktijdig geklasseerd worden volgens hun gebruik.

Indien bij de evaluatie van de dossiers van producten die reeds erkend zijn bij de bekendmaking van dit besluit en waarvoor een amateurgebruik gewenst wordt, blijkt dat het product niet kan genieten van een erkenning voor amateurgebruik, zal de intrekkingsprocedure gestart worden, in overeenstemming met artikel 29 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 februari 1994. Een periode van twaalf maanden voor de uitverkoop en een bijkomende periode van twaalf maanden voor het opgebruiken van het betreffende product zullen verleend worden na de intrekking.

Ten laatste achttien maanden na het verlenen van de erkenning voor amateurgebruik, moeten alle amateurproducten die zich op de markt bevinden, gekenmerkt zijn in overeenstemming met artikel 20, eerste lid, van het voornoemde koninklijk besluit van 28 februari 1994, zoals gewijzigd door artikel 8, 1°, van dit besluit. Deze producten kunnen vrij verkocht worden vanaf het verlenen van de erkenning voor amateurgebruik. Ten laatste dertig maanden na het verlenen van de erkenning voor amateurgebruik, mogen enkel nog producten gebruikt worden die gekenmerkt zijn zoals hierboven vermeld.

Art. 28.§ 1. Ieder reeds erkend bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik dat als product voor beroepsgebruik bij de dienst Pesticiden en Meststoffen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werd betekend zoals voorzien in artikel 2bis, § 2bis, van het koninklijk besluit van 14 januari 2004 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, zal van een erkenning als bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik genieten.

Ieder reeds erkend bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik waarvoor bij de Dienst Pesticiden en Meststoffen geen betekening werd ontvangen, zal enkel van een erkenning voor beroepsgebruik kunnen genieten. § 2. Ieder bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik bestemd voor beroepsgebruik en waarvoor de erkenningsaanvraag na het betekeningsproces vermeld in paragraaf 1 werd ingediend, zal vanaf zijn erkenning, van een erkenning als bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik genieten. § 3. Ieder bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik bestemd voor een beroepsgebruik zal dertig maanden na de bekendmaking van dit besluit een nieuw erkenningnummer of een nieuw toelatingsnummer voor parallelinvoer krijgen zoals respectievelijk voorzien in artikel 20, eerste lid, en in artikel 33, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, respectievelijk gewijzigd door artikel 8, 1°, en artikel 9, 2°, van dit besluit.

Ten laatste achttien maanden na het verlenen van de nieuwe erkenningnummers en toelatingsnummers voor parallelinvoer, moeten alle beroepsproducten die zich op de markt bevinden, gekenmerkt zijn in overeenstemming met deze paragraaf. Dertig maanden na deze verlening zullen alleen de producten gekenmerkt zoals hierboven nog mogen gebruikt worden.

Art. 29.Iedere persoon die geniet van een erkenning als « erkend verkoper » van producten van klasse A en B zoals voorzien in het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, geniet ook van een erkenning als « erkend verkoper » van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik voor beroepsgebruik, vanaf de bekendmaking van dit besluit.

Art. 30.§ 1er. Iedere persoon die geniet van een erkenning als « erkend gebruiker » van producten van klasse A waarvan de werkzame stoffen niet zijn opgenomen in bijlage X van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, geniet ook van een erkenning als « erkend gebruiker » van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik voor beroepsgebruik, vanaf de bekendmaking van dit besluit. § 2. Iedere persoon die geniet van de afwijkingen voorzien door artikel 67, paragrafen 2 en 3, van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, geniet van een afwijking die hem toelaat bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik waarvan de werkzame stoffen niet opgenomen zijn in bijlage X van het zelfde besluit te gebruiken, vanaf de bekendmaking van dit besluit.

Art. 31.Iedere persoon die geniet van een erkenning als « speciaal erkend gebruiker » van producten waarvan een werkzame stof opgenomen is in bijlage X van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, geniet van een erkenning als « speciaal erkend gebruiker » van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik voor beroepsgebruik waarvoor een werkzame stof in bijlage I is opgenomen vanaf de bekendmaking van dit besluit. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 32.Artikel 2 treedt in werking op de eerste dag van de dertigste maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 33.De minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Landbouw en de minister bevoegd voor Ondernemen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 januari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage I bij het koninklijk besluit van 10 januari 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik Bijlage X bij het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. 1. Giftige gassen of producten die deze afgeven : sulfurylfluoride; aluminium- of magnesiumfosfide, fosforwaterstof; trichloornitromethaan (chloorpicrine); methylbromide (broommethaan). 2. Andere producten : Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 10 januari 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage II bij het koninklijk besluit van 10 januari 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik Bijlage XI bij het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik (Recto) Nr.

Aflevering van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik en waarvan geen enkele werkzame stof is opgenomen in bijlage X van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.

Naam en adres van de erkend verkoper :

Naam, beroep en adres van de aankoper :

Nummer van zijn/haar erkenning :

Geleverde producten

Hoeveelheid in gewicht

Gebruik

De aankoper, die deze staat ondertekent, verklaart ingelicht te zijn over de gevaren die de behandeling van de geleverde producten kan veroorzaken en van de te nemen voorzorgen bij hun gebruik. Hij verbindt er zich toe de producten te gebruiken voor eigen rekening en voor beroepsdoeleinden, en ze steeds achter slot te bewaren. (Verso) Artikel 78 De werkgevers bedoeld bij artikel 28 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming zijn verplicht volgende bijzondere voorschriften in acht te nemen : I. Wat de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik erkend voor beroepsgebruik betreft : 1. vóór elk gebruik, zich vergewissen dat deze producten aan de bij artikelen 44, 45 en 47 voorgeschreven voorwaarden van etikettering en verpakking voldoen;2. die producten in hun oorspronkelijke verpakking, in een kast of in een geschikt lokaal, achter slot bewaren en ze buiten bereik van de werknemers houden;3. de werknemers, die aan de werking van die producten kunnen blootstaan, inlichten over de in acht te nemen veiligheids-en gezondheidsmaatregelen;4. ervoor zorgen dat de werknemers die bij de behandeling met die producten zijn betrokken, beschikken : a) over de beschermingsuitrusting die vermeld is op de verpakking, op het op de verpakking bevestigde etiket of op de aan de verpakking gehechte bijsluiter;b) over zeep, handdoek en voldoende zuiver water om zich te wassen;5. ervoor zorgen dat elk werktuig, voorwerp of voertuig, dat gebruikt werd voor het behandelen, gebruiken of vervoeren van die producten zorgvuldig en ommiddellijk gereinigd wordt;6. de ledig gemaakte verpakkingen onschadelijk maken, op de wijze die aangeduid is op de verpakking of op de aan de verpakking gehechte afzonderlijke bijsluiter;7. het waswater en de behandelingsoverschotten opvangen en zodanig ontaarden dat de werkplaatsen en het milieu niet kunnen vervuld worden. Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 10 januari 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE