gepubliceerd op 20 mei 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uurlonen van de werklieden die technische slagerij-, spekslagerij- en penserijfuncties uitoefenen
10 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uurlonen van de werklieden die technische slagerij-, spekslagerij- en penserijfuncties uitoefenen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uurlonen van de werklieden die technische slagerij-, spekslagerij- en penserijfuncties uitoefenen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.
Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Uurlonen van de werklieden die technische slagerij, spekslagerij- en penserijfuncties uitoefenen (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45020/CO/119)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing : 1° op de werklieden en werksters die technische slagerij-, spekslagerij en penserijfuncties uitoefenen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren met uitzondering van de leerlingen wier leerovereenkomst door het Ministerie van Middenstand gehomologeerd is;2° op de werkgevers die de in 1° bedoelde werklieden en werksters tewerkstellen. Zij is niet van toepassing op de andere werklieden en werksters van deze ondernemingen voor wie de algemene loonovereenkomsten van dit paritair comité blijven gelden.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de vrijwaring van het concurrentievermogen.
Overeenkomstig § 3 van artikel 11 van voormelde wet is het intersectorieel vastgestelde correctiemechanisme van toepassing.
Art. 3.§ 1. De minimumuurlonen der werklieden en werksters worden volgens hun leeftijd en hun jaren praktijk in het vak vastgesteld. § 2. Vanaf 1 april 1997 zullen zij als volgt zijn vastgesteld : - in de ondernemingen die 50 werknemers of meer tewerkstellen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De minimumuurlonen vastgesteld in § 2 evenals de werkelijk betaalde uurlonen worden verhoogd als volgt : - in de ondernemingen die 50 werknemers of meer tewerkstellen : met 2 F op 1 juni 1997, met 2 F op 1 juni 1998 en met 3 F op 1 oktober 1998; - in de ondernemingen die minder dan 50 werknemers tewerkstellen : met 2 F op 1 juni 1997 en met 2 F op 1 juni 1998.
Voor de werklieden en werksters van minder dan 21 jaar worden deze verhogingen toegepast rekening houdend met de degressiviteit, vastgesteld in artikel 6.
Art. 4.De in artikel 3 vastgestelde minimumuurlonen omvatten alle premies en conventionele voordelen, uitgezonderd de premies voorzien in nationale overeenkomsten.
Art. 5.Voor de toepassing van artikel 3 worden als jaren praktijk beschouwd : a) de jaren dienst in een technische slagerij-, spekslagerij- of penserijfunctie, gerealiseerd in één of meerdere ondernemingen;b) de jaren vakopleiding onder een door het Ministerie van Middenstand gehomologeerde overeenkomst;c) de twee derden van de studiejaren in een dagberoepsschool (of centrum voor deeltijds onderwijs) halftijds, door een getuigschrift bevestigd;d) de helft van de studiejaren in een avond- of zondagberoepsschool, door een getuigschrift bevestigd.
Art. 6.De minimumuurlonen van de werklieden en werksters die minder dan 21 jaar oud zijn worden vastgesteld op volgende percentages van de bedragen der minimumuurlonen van de werklieden en werksters van 21 jaar. 20 jaar : 97, 5 pct. 19 jaar : 92,5 pct. 18 jaar : 85 pct. 17 jaar : 77,5 pct. 16 jaar : 70 pct. 15 jaar : 70 pct. 14 jaar : 70 pct.
Art. 7.De bij artikel 3, § 2 vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der concumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 september 1991, (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Zij stemmen overeen met de stabilisatieschijf 118,87 inbegrepen - 123,68 niet-inbegrepen, zoals deze voortvloeit uit de toepassing van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 1999.
Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan op de hoogte brengt.
Opmerking : De waarborgen voor sociale en loonsvrede zijn toepasselijk op deze collectieve arbeidsovereenkomst gedurende haar ganse geldigheidsduur, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 1966 die het begrip sociale vrede bepaalt en het protocolakkoord van 12 mei 1997.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET