gepubliceerd op 03 maart 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de nieuwe arbeidsregelingen
10 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de nieuwe arbeidsregelingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de nieuwe arbeidsregelingen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in brandstoffen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 november 1997 Nieuwe arbeidsregelingen (Overeenkomst geregistreerd op 15 januari 1998 onder het nummer 46775/CO/127)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen met uitzondering van de werkgevers, werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.
Art. 2.In uitvoering van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen mogen per dag 12 (twaalf) arbeidsuren worden gepresteerd.
Art. 3.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een periode van 1 jaar mag niet meer dan 39 uur bedragen. De herstelwet van 22 januari 1985 laat toe de weekgrens te berekenen als een gemiddelde per jaar.
De arbeidsduur bedraagt 39 uur per week, 39 uur x 52 weken = 2 028 uren per jaar. In deze 2 028 uur zijn de gelijkgestelde dagen inbegrepen.
Voor zover de arbeidsduur 12 uren per dag of 2 028 uren over een periode van 1 jaar niet overschrijdt, is geen toeslag voor overuren verschuldigd.
Art. 4.De toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst mag geen negatief effect hebben op de tewerkstelling dat het gevolg is van de invoering van het nieuwe arbeidstijdstelsel.
Een eerste evaluatie hiervan wordt uitgevoerd in het eerste kwartaal van het jaar 2000; rekening houdende met de specifieke parameters van de sector. De evaluatiecommissie zal samengesteld zijn uit een vertegenwoordiger van de "Belgisch Federatie der Brandstoffenhandelaars", een vertegenwoordiger van de "Industrie van Minerale Oliën van België, een vertegenwoordiger van de "Christelijke Centrale van Vervoerarbeiders en Diamantbewerkers" en een vertegenwoordiger van de "Belgische Transportarbeidersbond".
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1998.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen en alle ondertekenende organisaties.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET