Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 februari 2008
gepubliceerd op 07 maart 2008

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » moet voldoen om te worden erkend

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2008024080
pub.
07/03/2008
prom.
10/02/2008
ELI
eli/besluit/2008/02/10/2008024080/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » moet voldoen om te worden erkend


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op de artikelen 68 en 76bis, ingevoegd bij de wet van 30 december 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 2008 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie »;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, van 12 januari 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2007;

Gelet op het advies 42.915/3 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » bedoeld in het koninklijk besluit van 10 februari 2008 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie ». § 2. Om te worden erkend en erkend te blijven, moet de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » voldoen aan de erkenningsnormen van dit besluit. § 3. De functie « niet-chirugische daghospitalisatie » : 1° maakt organisatorisch en functioneel deel uit van een algemeen ziekenhuis en bevindt zich op dezelfde vestigingsplaats;2° wordt uitgebaat door dezelfde inrichtende macht als het ziekenhuis op wiens vestigingsplaats ze zich bevindt;3° verricht, gebruik makend van de infrastructuur van het algemeen ziekenhuis en met de inzet van medisch, verpleegkundig en/of paramedisch personeel van het ziekenhuis, geplande niet-heelkundige diagnostische en therapeutische handelingen, zonder dat zulks aanleiding geeft tot een ziekenhuisverblijf met overnachting.Indien een overnachting is aangewezen dient hiervoor een procedure voorzien te zijn.

Art. 2.De functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » vormt één of meerdere herkenbare en aanwijsbare entiteiten.

Art. 3.De omvang, het aantal en de aard van de uitrustingen moeten afgestemd zijn op de aard en het aantal opnames.

De functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » dient over patiëntenkamers te beschikken in functie van de aard en het aantal verstrekkingen.

Art. 4.De in de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » in acht te nemen procedureregeling heeft betrekking op : 1° de verstrekking van de nodige informatie aan de patiënten;2° alle activiteiten inzake selectie voor een voorbereiding van opname, met inbegrip van de activiteiten die deze opname noodzakelijkerwijze voorafgaan;één van de bedoelde selectiecriteria bestaat erin dat er in de functie enkel patiënten worden opgenomen die thuis, tot 24 uur na hun ontslag, over de nodige opvang beschikken; 3° de regels inzake een optimale verzorging en veiligheid van de patiënten tijdens hun verblijf;4° de voorbereiding van het ontslag uit de functie en de wijze waarop de continuïteit van de zorg gewaarborgd wordt.Er dient desgevallend te worden voorzien in een schriftelijke procedureregeling met betrekking tot de nazorg van de patiënt na diens ontslag.

De behandelende geneesheer zal verwittigd worden van het feit dat de patiënt, na in daghospitalisatie opgenomen te zijn, het ziekenhuis verlaat.

Bij het ontslag moet een geschreven rapport voor de behandelende geneesheer voorhanden zijn. Bedoeld verslag dient onverwijld doorgestuurd te worden naar de behandelende geneesheer. Dit rapport moet alle elementen bevatten die noodzakelijk zijn opdat de behandelende geneesheer de coördinatie van de verdere medische hulpverlening zou kunnen verzekeren.

Art. 5.De functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » beschikt over schriftelijk vastgelegde selectiecriteria betreffende zowel de patiënten als de diagnostische en therapeutische handelingen die in daghospitalisatie verricht worden.

Art. 6.De functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » dient een programma van kwaliteitsbewaking per type « niet-heelkundige daghospitalisatie » uit te werken dat minstens betrekking heeft op de werking van de functie, op het resultaat van de zorgverstrekking en op de communicatie met de verstrekkers van de eerstelijnszorg.

De medische en verpleegkundige activiteit van de functie moet kwalitatief getoetst worden. Op basis van een interne registratie dient een jaarlijks rapport te worden opgesteld over de kwaliteit van de medische, respectievelijk verpleegkundige, activiteit.

De in het vorig lid bedoelde rapporten worden jaarlijks overgezonden, op hun verzoek, aan de organisatorische structuren bedoeld in respectievelijk artikel 15, § 2, en artikel 17quater, § 2, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.

Art. 7.De functie « niet-chirugische daghospitalisatie », staat onder leiding van een geneesheer-specialist. Hij is wat zijn ziekenhuisactiviteit betreft voltijds en exclusief verbonden aan het ziekenhuis dat de functie beheert of aan één of meerdere andere ziekenhuizen die deel uitmaken van eenzelfde ziekenhuisgroepering, zoals bedoeld in artikel 69, 3°, van de gecoördineerde wet van de ziekenhuizen.

Hij is, in samenspraak met de diensthoofden of verantwoordelijke geneesheren van de eventuele entiteiten van de functie niet-heelkundige daghospitalisatie, van de betrokken diensten, medisch-technische diensten, functies of zorgprogramma's, verantwoordelijk voor het opmaken van de schriftelijke organisatorische afspraken voor het vaststellen van de criteria en de procedureregeling bedoeld in de artikelen 4 en 5.

Art. 8.In de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » en zijn eventuele entiteiten dient er in een permanentie van een geneesheer -specialist of geneesheer -specialisten voorzien te worden die de nodige deskundigheid heeft of hebben om eventuele urgenties en/of complicaties te herkennen, op te vangen en te stabiliseren, en dit tot op het ogenblik dat de laatste patiënt uit de functie ontslagen is.

Art. 9.Over het ontslag van een patiënt uit de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » beslist de behandelende geneesheer of, bij diens afwezigheid, de in het ziekenhuis aanwezige geneesheer die verantwoordelijk is voor de patiënten van de functie « niet-chirurgische daghospitalisatie ».

Art. 10.§ 1. De functie « niet-chirurgische daghospitalisatie » heeft gedurende de openingsuren een eigen verpleegkundige en verzorgende personeelsopstelling, te onderscheiden binnen de personeelsopstelling van het ziekenhuis. § 2. De functie « niet-heelkundige daghospitalisatie » moet gedurende de openingsuren een permanentie verzekeren door ten minste één verpleegkundige per onderscheiden architectonische entiteit.

Art. 11.De functie « niet-heelkundige daghospitalisatie » dient, gedurende de openingsuren, te beschikken over een administratief personeelslid.

Art. 12.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^