Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 februari 2008
gepubliceerd op 07 maart 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk »

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012069
pub.
07/03/2008
prom.
10/02/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk » (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot coördinatie van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk », algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 november 2001, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juli 2004;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk ».

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 22 november 2001, Belgisch Staatsblad van 17 januari 2002.

Koninklijk besluit van 17 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2004.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005 Wijziging van de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk » (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2006 onder het nummer 78217/CO/214)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen.

In afwijking op voorgaande alinea zijn de artikelen 2 en 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, niet van toepassing op de NV Celanese noch op de bedienden die zij tewerkstelt.

Art. 2.In de statuten van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk », wordt artikel 7quater vervangen door volgende tekst : « De sector doet gedurende de jaren 2005 en 2006 een bijkomende inspanning op het vlak van vorming en opleiding, die wordt gerealiseerd door een werkgeversbijdrage van 0,10 pct. berekend op het volledige loon van de bedienden zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, te storten aan het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk ». Aldus levert de sector een inspanning op het vlak van permanente vorming.

Voor de jaren 2005 en 2006 wordt door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, een trekkingsrecht ten belope van maximum 0,10 pct. van de loonmassa, ingevoerd. Het trekkingsrecht wordt toegekend aan de onderneming die uiterlijk op 15 december 2005 een door de ondernemingsraad goedgekeurd opleidingsplan indient bij het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk ». Bij ontstentenis van een ondernemingsraad dient het opleidingsplan goedgekeurd te worden door de syndicale delegatie of bij ontstentenis ervan, door COBOT-Bedienden.

Het bewijs van de in 2005 gedane kosten voor opleidingen in het kader van het goedgekeurde opleidingsplan dient tegen uiterlijk 31 maart 2006 bij het fonds ingediend te worden. Voor de opleidingen die in 2006 gerealiseerd worden, dient het bewijs van de gedane kosten uiterlijk tegen 31 maart 2007 bij het fonds te worden ingediend.

Het fonds wordt belast met de uitbetaling van dit trekkingsrecht ten laste van de sectie « Opleiding ». Het trekkingsrecht stemt overeen met het bedrag vermeld op het bewijs van gedane kosten, zonder dat het trekkingsrecht hoger kan zijn dan de bijdrage van 0,10 pct. op de onbegrensde brutolonen van de bedienden die door de onderneming voor het betrokken jaar werd betaald aan het fonds. »

Art. 3.Artikel 14, littera d) van dezelfde statuten wordt aangevuld met de volgende tekst : « Met ingang van 1 januari 2005 wordt deze bijdrage voor de jaren 2005 en 2006 vastgesteld op 0,20 pct. van deze lonen.

Daarenboven wordt met ingang van 1 januari 2005 en voor dezelfde periode een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,10 pct. geïnd ter financiering van het in artikel 7quater bedoelde trekkingsrecht, zodat de totale werkgeversbijdrage voor de jaren 2005 en 2006 is vastgesteld op 0,30 pct. van deze lonen. »

Art. 4.Artikel 19 van dezelfde statuten wordt vervangen door de volgende tekst : « Bij laattijdige betaling is de werkgever voor elk kwartaal waarop de bijdragen betrekking hebben, vanaf de eerste dag volgend op de in artikel 17 bepaalde vervaldag, verplicht een verhoging van 10 pct. op het bedrag van de verschuldigde bijdragen te betalen, verhoogd met een nalatigheidsintrest gelijk aan deze van toepassing op de RSZ-bijdragen, zonder dat hiervoor een ingebrekestelling is vereist.

Zowel voor de inning van de bijdragen als voor de betaling van de sociale vergoedingen geldt de verjaringstermijn toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. »

Art. 5.De ondertekenende partijen verzoeken de Koning deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend te verklaren bij koninklijk besluit.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en is voor onbepaalde tijd gesloten. Ze kan op verzoek van een van de ondertekenende partijen opgezegd worden met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2008.

De Minister van Werk, J. PIETTE

^