Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 21 september 2005

Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 38 op de spoorlijn 34 Hasselt-Luik machtigt mits het aanleggen van een fietspad naar overweg nr. 39A, op het grondgebied van de gemeente Hoeselt en de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor benodigde percelen van algemeen nut verklaart

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014147
pub.
21/09/2005
prom.
10/08/2005
ELI
eli/besluit/2005/08/10/2005014147/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit dat de afschaffing van overweg nr. 38 op de spoorlijn 34 Hasselt-Luik machtigt mits het aanleggen van een fietspad naar overweg nr. 39A, op het grondgebied van de gemeente Hoeselt en de onmiddellijke inbezitneming van de hiervoor benodigde percelen van algemeen nut verklaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende de tolgelden en politiereglementen op de spoorwegen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;

Overwegende dat de afschaffing van overwegen, meer bepaald op reizigerslijnen, de veiligheid van het wegverkeer en het spoorverkeer bevordert;

Overwegende dat overwegen bovendien potentiële hindernissen vormen voor de spoorwegexploitatie en hun afschaffing het vlotte verloop van de uitbating van de spoorlijnen ten goede komt;

Overwegende dat derhalve de afschaffing van de overwegen, meer bepaald op de reizigerslijnen, maximaal dient nagestreefd;

Overwegende de strategie om de op geëlektrificeerde lijnen gelegen overwegen die uitgerust zijn in derde categorie, bij voorrang af te schaffen, op voorwaarde evenwel dat de financiële kostprijs van het beoogde project binnen aanvaardbare grenzen blijft;

Overwegende dat zich aan overweg nr. 38 te Hoeselt in het verleden zware ongevallen hebben voorgedaan en de overweg als risico-overweg kan bestempeld worden;

Overwegende dat wegens de plaatselijke toestand de aanleg van een fietspad naar overweg nr. 39A vanuit technisch, landschappelijk en financieel standpunt de meest passende oplossing vormt voor eventuele verkeersproblemen veroorzaakt door de afschaffing van overweg nr. 38;

Overwegende dat de met het plan nr.33-34-34.881/1-1 beschreven werken aan het gestelde doel beantwoorden;

Overwegende dat de inbezitneming van het perceel, aangeduid op het plan nr. D5.53.94 en gelegen op het grondgebied van de gemeente Hoeselt nodig is voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werken;

Overwegende de resultaten van het openbaar onderzoek waaraan voornoemde plannen onderworpen werden;

Overwegende dat het potentieel gevaar voor de verkeersveiligheid aan de overweg de beoogde werken een dringend karakter geeft;

Overwegende dat derhalve de onmiddellijke inbezitneming van het bedoelde perceel ten algemene nutte onontbeerlijk is;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Infrabel is gemachtigd tot de afschaffing van overweg nr. 38 op de spoorlijn 34 te Hoeselt mits het aanleggen van een fietspadnaar overweg nr. 39A zoals aangegeven op het werkplan nr. 33-34-34.881/1-1, gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van deze werken de onmiddellijke inbezitneming van het perceel opgenomen in het plan nr.

D5.53.94, gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.Bij gebrek aan afstand in der minne, wordt het voor de werken benodigde en op voormelde plan aangewezen perceel ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 4.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^