gepubliceerd op 19 december 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen
10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Bijlage Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 Maatregelen ten gunste van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54559/CO/323)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen.
Onder "werklieden" wordt verstaan de werklieden en de werksters.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met toepassing van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Overeenkomstig de voornoemde wet, beogen de ondertekenende partijen met deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de jaren 1999 en 2000 te voorzien in een inspanning van 0,10 pct. berekend op basis van het globale loon van de werknemers, zoals bepaald in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
De hierboven genoemde bijdrage van 0,10 pct. wordt geïnd en ontvangen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en gestort aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de huisbewaarders.
Art. 3.De bijdrage van 0,10 pct. bedoeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gebruikt voor de personen die, bij hun aanwerving, behoren tot de risicogroepen onder de werkzoekenden en/of personen op wie het begeleidingsplan van toepassing is dat beoogd wordt door het samenwerkingsakkoord tussen de federale autoriteiten, de Gemeenschappen en de Gewesten, betreffende het begeleidingsplan.
Art. 4.§ 1. Voor de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "risicogroepen" verstaan, de personen die behoren tot één van de volgende categorieën : langdurig werklozen, laaggeschoolde werklozen, gehandicapten, deeltijds schoolplichtige jongeren, herintreders, bestaansminimumtrekkers en laaggeschoolde werknemers. a) Onder "langdurig werkloze" wordt de werkzoekende verstaan die, tijdens de twaalf maanden die voorafgaan aan zijn aanwerving, zonder onderbreking een werkloosheids- of wachtvergoeding heeft genoten voor alle dagen van de week.b) Onder "laaggeschoolde werkloze" wordt de werkzoekende verstaan die ouder dan 18 jaar is en die geen houder is van : 1.ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange of van het korte type;3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.c) Onder "gehandicapte" wordt de gehandicapte werkzoekende verstaan die, op het ogenblik van zijn aanwerving, ingeschreven is bij het Vlaams Fonds voor sociale integratie voor personen met een handicap of het "Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés".d) Onder "deeltijds schoolplichtige jongere" wordt de werkzoekende jonger dan 18 jaar verstaan die onderworpen is aan de deeltijdse schoolplicht en die de cursussen van het voltijds secundair onderwijs niet meer volgt.e) Onder "herintreder" wordt de werkzoekende verstaan die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoet : 1.geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen hebben genoten tijdens een periode van drie jaar voorafgaand aan de aanwerving; 2. geen beroepsactiviteit hebben uitgeoefend tijdens een periode van drie jaar voorafgaand aan de aanwerving;3. voor de periode van drie jaar bepaald in punt 1 en punt 2, zijn beroepsactiviteit hebben onderbroken of nooit een dergelijke activiteit hebben aangevat.f) Onder "bestaansminimumtrekker" wordt de werkzoekende verstaan die, op het ogenblik van zijn aanwerving, ten minste sinds zes maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt.g) Onder "laaggeschoolde werknemer" wordt de werknemer verstaan die ouder dan 18 jaar is en die geen houder is van : 1.ofwel een diploma van het universitair onderwijs; 2. ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs van het lange type of van het korte type;3. ofwel een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. § 2. Personen die het begeleidingsplan hebben gevolgd dat werd uitgewerkt voor werklozen, vallen eveneens onder de doelgroepen die worden beoogd door deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Met toepassing van bovenvermelde wet zullen de ondertekenende partijen een evaluatierapport en een financieel rapport neerleggen bij de Griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen op het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en uiterlijk tegen 1 juli van het jaar dat volgt op het jaar 1999 en het jaar 2000.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX