gepubliceerd op 18 augustus 2001
Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor de overname van een notariskantoor
10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit betreffende de vergoeding voor de overname van een notariskantoor
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, inzonderheid op de artikel 55, § 3, c), van deze wet, vervangen bij de wet van 4 mei 1999;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 mei 2001;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 18 mei 2001 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, zoals gewijzigd bij de wetten van 4 mei 1999;2° « de Nationale Kamer » : de Nationale Kamer van notarissen, bedoeld in Titel III, afdeling III, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;3° « de overdrager » : de notaris-titularis of de geassocieerde notaris-titularis die ophoudt zijn ambt uit te oefenen als gevolg van de aanvaarding van zijn ontslag, van zijn afzetting, het bereiken van de leeftijdsgrens of vernietiging van zijn benoeming of de rechtverkrijgenden van de overleden notaris-titularis;4° « de overnemer » : de notaris die in opvolging van de overdrager benoemd wordt;5° « de schatter » : de bedrijfsrevisor of extern accountant bedoeld in artikel 55, § 3, c), van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt.
Art. 2.De schatter wordt door de Nationale Kamer van notarissen aangewezen al naar gelang het geval : 1° binnen de maand na het overlijden, de afzetting of de vernietiging van de benoeming van de notaris;2° tijdens de tweede maand die voorafgaat aan de datum waarop de notaris als ontslagnemend beschouwd wordt ingevolge de bepalingen van artikel 2, eerste lid, van de wet;3° binnen de maand nadat zij in kennis werd gesteld van het voornemen van de notaris zijn ontslag in te dienen in het geval bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet.Hiertoe dient de notaris per gewone brieven gelijktijdig de Nationale Kamer van notarissen en de kamer van notarissen van het rechtsgebied waar zijn kantoor gelegen is, van zijn voornemen op de hoogte te brengen.
Art. 3.Binnen dertig dagen na zijn aanwijzing stelt de schatter zijn met redenen omkleed en gedateerd verslag op.
Hij moet een exemplaar van zijn verslag, binnen acht dagen van zijn datum, bij ter post aangetekende brieven, aan de Nationale Kamer van notarissenen en aan de overdrager overzenden.
Art. 4.De kosten van het verslag zijn voor rekening van de overdrager.
Art. 5.De geldigheid van het verslag vervalt indien de benoeming van de opvolger niet binnen twaalf maanden na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad, bedoeld in artikel 32, derde lid, van de wet, plaatsvindt.
Na die termijn, moet een nieuw verslag opgesteld worden binnen twee maanden na de vervaldatum.
Art. 6.Wanneer de overdrager zijn beroep niet in een vennootschap uitoefent, wordt, voor elk van de laatste vijf kalenderjaren die voorafgaan aan het jaar waarin het verslag van de schatter opgesteld wordt, het nettoberoepsinkomen, in de hoedanigheid van notaris aangegeven voor de inning van de personenbelasting, eventueel herzien door de fiscale administratie, aangepast teneinde het semi-netto inkomen te bepalen.
Hiertoe : 1° worden afgetrokken de financiële opbrengsten en de gerealiseerde meerwaarden, die in het in de hoedanigheid van notaris aangegeven beroepsinkomen begrepen zijn;2° worden de volgende lasten toegevoegd voorzover deze afgetrokken zijn van het in de hoedanigheid van notaris aangegeven beroepsinkomen : a) de afschrijving of huurprijs voor onroerende goederen;b) de herstellings- of verbouwingswerken van onroerende goederen;c) de kosten die betrekking hebben op congressen in het buitenland;d) de afschrijving of huurprijs van het niet overgedragen meubilair;e) de afschrijving van de overname van het kantoor;f) de afschrijving of huurprijs van de wagen(s) voor beroepsmatig gebruik;g) de representatiekosten;h) de debetinteresten;i) de schadevergoedingen uit hoofde van beroepsfouten;j) de overgedragen verliezen;k) het nog niet afgeschreven gedeelte van de lichamelijke en onlichamelijke roerende goederen aangekocht, anders dan door financiering of huur;l) de sociale bijdragen en de bijdragen voor aanvullend pensioen van de notaris alsmede de voorzieningen voor zijn pensioen en soortgelijke rechten;m) alsmede elke uitgave aangerekend op zijn beroepsactiviteit die niet door de overnemer wordt overgenomen.
Art. 7.Wanneer de overdrager zijn beroep binnen een eenpersoonsvennootschap uitoefent, wordt, voor elk van de laatste vijf boekjaren die voorafgaan aan het boekjaar waarin het verslag van de schatter opgesteld wordt, het netto-inkomen van de vennootschap resulterend uit de notariële bedrijvigheid, aangegeven voor de inning van de vennootschapsbelasting, eventueel herzien door de fiscale administratie, aangepast teneinde het semi-netto inkomen te bepalen.
Hiertoe : 1° worden afgetrokken de in het aangegeven inkomen begrepen financiële opbrengsten en gerealiseerde meerwaarden;2° worden toegevoegd, voorzover die lasten van het aangegeven inkomen zijn afgetrokken : a) de lasten genoemd in artikel 6, tweede lid, 2°, met uitzondering van die genoemd onder punt l;b) de premies voor verzekering « bedrijfsleider » of voor een groepsverzekering en de voorzieningen voor pensioen en soortgelijke rechten, met betrekking tot de zaakvoerder;c) de brutobezoldiging van de zaakvoerder en de eventuele sociale bijdragen die betrekking hebben op die bezoldiging, met inbegrip van de bijdragen voor een aanvullend pensioen.
Art. 8.Het gemiddeld inkomen, in de zin van artikel 55, § 3, van de wet, van de kantoren bedoeld in de artikelen 6 en 7 wordt bekomen door het totaal van de vijf in aanmerking genomen semi-netto inkomens, te delen door vijf.
Art. 9.Wanneer de overdrager zijn beroep binnen een associatie met rechtspersoonlijkheid uitoefent, wordt voor elk van de laatste vijf boekjaren die voorafgaan aan het boekjaar waarin het verslag van de schatter opgesteld wordt, het netto-inkomen van de associatie, resulterend uit de notariële bedrijvigheid, aangegeven voor de inning van de vennootschapsbelasting, eventueel herzien door de fiscale administratie, aangepast teneinde het semi-netto inkomen te bepalen.
Hiertoe : 1° worden de in het aangegeven inkomen begrepen financiële opbrengsten en gerealiseerde meerwaarden, afgetrokken;2° worden toegevoegd, voorzover die lasten van het aangegeven inkomen zijn afgetrokken : a) de lasten genoemd in artikel 6, tweede lid, 2°, met uitzondering van die genoemd onder de punten l en m;b) de premies voor verzekering « bedrijfsleider » of voor een groepsverzekering alsmede de voorzieningen voor pensioen en soortgelijke rechten, met betrekking tot de zaakvoerder(s);c) de brutobezoldiging van de zaakvoerder(s) en de eventuele sociale bijdragen die betrekking hebben op die bezoldiging, alsmede de bijdragen voor een aanvullend pensioen;d) alsmede elke uitgave ten laste van zijn beroepsbedrijvigheid die niet door de overnemer overgenomen wordt en waarvan het voordeel persoonlijk was voor een of meer van de geassocieerde notarissen.
Art. 10.Het gemiddeld inkomen, in de zin van artikel 55, § 3, van de wet, van het kantoor bedoeld in artikel 9, wordt vastgesteld bij toepassing van artikel 8.
Art. 11.Wanneer de overdrager zijn beroep uitoefent binnen een burgerlijke vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid worden de regels bepaald in artikel 6 toegepast.
Indien deze burgerlijke vennootschap gevormd wordt met een andere vennootschap met rechtspersoonlijkheid, zijn, al naar gelang het geval, de artikelen 7 of 9 van toepassing.
Art. 12.Het gemiddeld inkomen van het kantoor wordt volgens de volgende formule geïndexeerd : gemiddeld inkomen vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen is van de laatste zes maanden voorafgaand aan de maand waarin het verslag van de schatter is opgesteld, en waarvan de noemer het gemiddelde indexcijfer is van de laatste vijf kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar waarin dat verslag is opgesteld.
Art. 13.§ 1. Het geïndexeerd gemiddeld inkomen zoals bepaald overeenkomstig de regels die voorafgaan, kan in voorkomend geval naar beneden toe gecorrigeerd worden door de schatter om economische of billijkheidsredenen. Deze correctie wordt in een percentage van het gemiddeld inkomen uitgedrukt. De redenen voor de eventuele correctie naar beneden worden door de schatter in zijn verslag uitdrukkelijk opgenomen. § 2. Als criteria voor een eventuele correctie naar beneden toe om economische of billijkheidsredenen : 1° moet de schatter in aanmerking nemen : a) alle eventuele abnormale voordelen of vergoedingen - met inbegrip van ontslagvergoedingen - die toegekend worden aan een of meer medewerkers, ongeacht hun statuut;b) de onmogelijkheid, voor de overnemer, de vergoeding af te schrijven;2° kan de schatter in aanmerking nemen, zonder dat deze opsomming beperkend is : a) een belangrijke wijziging in de sociale of economische toestand van de regio;b) de evolutie van de bevolking en het gevolg hiervan op het aantal en de spreiding van de naburige standplaatsen;c) het aantal en de kenmerken van de personeelsleden en medewerkers van het kantoor;d) de onmogelijkheid om gedurende een redelijke periode de lokalen verder te gebruiken;e) de ontoereikendheid van de lichamelijke en onlichamelijke roerende bestanddelen;f) de elementen die verbonden zijn aan de persoonlijkheid van de overdrager;g) de overbrenging van de vacante plaats met minuten en repertoria naar een andere standplaats in het arrondissement;h) de ongebruikelijke afschrijvingen.
Art. 14.§ 1. De beslissingen van de schatter binden de overdrager en de overnemer. Het bedrag van de vergoeding, die in uitvoering van artikel 55, § 3, d), van de wet medegedeeld werd, moet door de overnemer, binnen vijfenzeventig kalenderdagen na de bekendmaking van zijn benoeming in het Belgisch Staatsblad betaald worden. § 2. Een procedure tot schorsing van de benoeming schorst de betalingstermijn tot de defintieve uitspraak.
Wordt het verzoek tot schorsing verworpen, dan neemt de schorsing van de betalingstermijn een einde.
Wordt er een schorsing uitgesproken, dan blijft de betalingstermijn geschorst tot de uitspraak over het vernietigingsverzoek.
Art. 15.Materiële fouten in het verslag kunnen rechtgezet worden door de schatter, mits daartoe een verzoekschrift wordt ingediend bij de Nationale Kamer binnen het jaar na het begin van de ambtsuitoefening van de overnemer.
Art. 16.In de gevallen voorzien in artikel 50 van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, wordt het bepaalde in artikel 2, 2°, van dit besluit, op analoge wijze toegepast.
Art. 17.In afwijking van artikel 3 van dit besluit, moet de schatter, voor de kantoren die vacant zijn op datum van bekenmaking van dit besluit, aangewezen worden binnen de maand van deze bekendmaking en hij stelt zijn verslag op, op basis van de vijf laatste jaren van het kantoor die het feit dat aanleiding gaf tot de vacature voorafgegaan zijn, binnen de termijn bepaald in artikel 3.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 19.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN