gepubliceerd op 29 oktober 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen
10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 27 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997.
Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997 Tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 9 december 1997 onder het nummer 46347/CO/224)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden die zij tewerkstellen.
Onder gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden worden verstaan : de bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de functieclassificatie.
Art. 2.De sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden", geopend ingevolge het centraal akkoord van 27 november 1990, wordt behouden voor de periode van 1 januari 1997 tot 31 december 1998.
Deze rekening wordt beheerd door een paritair samengestelde raad.
Art. 3.Rekening houdend met de bepalingen van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, storten de ondernemingen in 1997 en 1998, binnen de maand na het verstrijken van elk kwartaal, 0,10 pct. van de bruto-wedden van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van het jaar 1997 en respectievelijk 1998 op de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden", ter ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen.
Art. 4.Onder risicogroepen wordt ondermeer verstaan : - deeltijds leerplichtigen. Hieronder wordt verstaan jongeren van 16 tot 18 jaar die deeltijds school lopen en deeltijds werken; - laaggeschoolde werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs; - langdurig werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen die minstens een jaar ononderbroken werkloosheidsvergoedingen hebben gehad; - oudere werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen van 50 jaar en ouder; - werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid, ondermeer het begeleidingsplan voor werklozen; - werkzoekenden die bij het "Vlaams Fonds voor sociale integratie van personen met een handicap/Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés" zijn ingeschreven; - werkzoekenden die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; - bestaansminimumtrekkers; - werknemers van 45 jaar en ouder of met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs en die aan een nieuwe functie of installatie moeten aangepast worden ingevolge een reorganisatie, herstrukturering of de invoering van nieuwe technologieën.
Art. 5.Als tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven voor risicogroepen, kunnen ondermeer volgende maatregelen worden genomen : - aanwerving of opleiding van personen behorend tot de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4; - vervanging van bruggepensioneerden of loopbaanonderbrekers door personen behorend tot de risicogroepen; - aanwerving van werknemers van minder dan 30 jaar die minstens één jaar als stagiair hebben gewerkt; - projecten van alternerend leren en werken; - aanwerving van personen die geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen noch loopbaanonderbrekingsvergoedingen en die na een periode te zijn thuis gebleven voor de opvoeding van de kinderen of voor de verzorging van een inwonend familielid, opnieuw werkzoekend zijn; - positieve acties voor vrouwen; - reclasseringsinitiatieven ten voordele van bedreigde oudere of laaggeschoolde werknemers; - opleiding van laaggeschoolde werknemers.
Art. 6.De paritaire raad beslist over de aanwending van de gestorte bijdragen.
Voor tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven, opgesomd in artikel 5 hierboven of die door de paritaire raad als gelijkwaardig worden bevonden, wordt een tussenkomst voorzien in de terzake gedane financiële inspanning.
Art. 7.Behoudens verlenging van de bijdrageplicht van 0,10 pct. bij wet of nieuw centraal akkoord, wordt de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden" op 31 december 1998 opgeheven en het gebeurlijk beschikbaar saldo vereffend volgens criteria te bepalen door de paritaire raad.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert de bepalingen van : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1993 betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 1995); - artikel 10 van het sectoraal akkoord 1997-1998 van 15 mei 1997.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET