gepubliceerd op 29 april 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende diverse arbeidsvoorwaarden
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende diverse arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende diverse arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014 Diverse arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 123026/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.
Onder "arbeiders" verstaat men : de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK II. - Beschermingskleding
Art. 2.De werkgevers zijn verplicht beschermingskledij tegen regen en koude ter beschikking te stellen van de arbeiders die aan dergelijk weer zijn blootgesteld. De kledij moet de bescherming geven zoals bepaald in het ARAB, de codex over het welzijn op het werk en de welzijns wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten en haar uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK III. - Gereedschap
Art. 3.A. Vergoeding voor slijtage aan gereedschap 1° Een vergoeding voor slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de marmerbewerkers en steenhouwers, die in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijsten die op hen betrekking hebben.2° Een vergoeding voor slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de schrijnwerkers, timmerlieden en trapmakers, werkzaam in een schrijnwerkerij, en in het bezit van het gereedschap, vermeld in de lijsten die op hen betrekking hebben.3° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de loodgieters-zinkbewerkers, die in het bezit zijn van het in goede staat verkerende gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.4° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de stukadoors, die in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.5° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de timmerlieden en timmerlieden-bekisters van ruwbouwondernemingen, die op de bouwplaats in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.6° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de metselaars, die op de bouwplaats in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.7° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de witsteenzagers en -houwers, beeldhouwers en beeldhouwers ornamentwerkers, die met eigen gereedschap werken.8° Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de bevloerders, die in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft. De gereedschapslijsten waarvan hierboven sprake zijn die welke het voorwerp uitmaken van artikel 3 van de beslissing van 27 juni 1963 van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1963 (Belgisch Staatsblad van 21 september 1963).
De betaling van de vergoeding wegens slijtage aan gereedschap wordt afhankelijk gesteld van het bezitten van alle in de lijst opgenomen werktuigen.
Het gebeurlijk ontbreken van bepaalde werktuigen die niet noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een werk op een bepaalde dag, mag geen reden betekenen om de vergoeding niet te betalen.
De vergoedingen moeten tweemaal per jaar worden uitgekeerd, dit wil zeggen respectievelijk op 15 april en 15 oktober (wanneer de arbeider niet meer tot het bedrijf behoort, dient men hem het verschuldigde bedrag uit te betalen tegelijk met de eindloonafrekening).
B. Verlening van gereedschap De ruwbouwondernemingen zijn verplicht aan de grondwerkers en ijzervlechters alle gereedschappen ter hand te stellen die zij voor hun werk nodig hebben. HOOFDSTUK IV. - Kost en huisvesting
Art. 4.Wanneer de arbeider werkzaam is op een werkplaats die zo ver van zijn woonplaats verwijderd is, dat hij onmogelijk dagelijks naar huis kan terugkeren, moet de werkgever hem naar behoren kost en huisvesting verstrekken.
Art. 5.De werkgever kan zich door uitkering van een vergoeding voor kost en huisvesting per werkdag, van de verplichting voorzien bij artikel 4 kwijten.
De vergoedingen geldig vanaf 1 juli 2014 bedragen : - huisvestingsvergoeding : 12,47 EUR; - kostvergoeding : 26,11 EUR. Deze bedragen worden bij het begin van elk kwartaal aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen. De nieuwe bedragen van de vergoedingen zijn gelijk aan de basisbedragen vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Voor de toepassing van het 3de lid wordt verstaan onder : - "basisbedragen" : de bedragen geldig op 1 juli 2014; - "het nieuwe indexcijfer" : het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen voor de eerste 2 maanden van het kwartaal voorgaand aan het kwartaal waarin de aanpassing gebeurt; - "het aanvangsindexcijfer" : 100,355.
Het bedrag van die vergoedingen wordt evenwel slechts aangepast wanneer de koppeling aan het indexcijfer volgende weerslag heeft : a) verhoging of verlaging met 0,02 EUR voor de huisvestingsvergoeding;b) verhoging of verlaging met 0,05 EUR voor de kostvergoeding. HOOFDSTUK V. - Kosten verbonden aan medische schifting en tachograaf
Art. 6.De kosten die verbonden zijn aan de geneeskundige schifting en het geneeskundig toezicht op de bestuurders van motorvoertuigen, ingesteld door het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs sluiten (Belgisch Staatsblad van 30 april 1998), worden gedragen door de werkgever. De administratieve kost wordt terugbetaald door de werknemer, indien hij de onderneming vrijwillig verlaat of ontslagen wordt omwille van dringende reden binnen het jaar van het bekomen van het bewijs.
Art. 7.De werkgever neemt de kosten op zich die verbonden zijn aan de persoonlijke kaart voor het gebruik van de tachograaf. Indien de betrokken arbeider binnen de 5 jaar de onderneming verlaat of ontslagen wordt om dringende redenen, dan dient hij een deel van deze kost (pro rata temporis) terug te betalen. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2014 en vervangt de hoofdstukken XI, XIV, XVI en XVII van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2011 betreffende de arbeidsvoorwaarden (registratienummer : 106851/CO/124).
Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.
Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS