Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 1998
gepubliceerd op 28 oktober 1998

Koninklijk besluit tot bepaling van de vereisten voor het instellen van zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1998014263
pub.
28/10/1998
prom.
09/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/09/1998014263/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot bepaling van de vereisten voor het instellen van zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid op artikel 22quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 1988 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 1998;

Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 3 juli 1998 over de adviesaanvraag binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 september 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur overeenkomstig artikel 22quater van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer mogen slechts als zodanig gesignaleerd worden : 1° in een of meerdere straten waar de verblijfsfunctie primeert of waar de verkeersfunctie ondergeschikt wordt gemaakt aan de verblijfsfunctie;2° indien, inzonderheid over de snelheidsremmende maatregelen, voorafgaand overleg werd gevoerd : - met de maatschappijen van de geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer die deze zone bedienen; - met de brandweerdiensten en de diensten voor dringende medische hulpverlening die deze zone bedienen.

Art. 2.Binnen deze zone : 1° is de voorrang van rechts van toepassing, behalve op een rotonde gesignaleerd door de verkeersborden D5 en waarvan de toegangswegen gesignaleerd zijn door de verkeersborden B1 of B5.Evenwel mag uitzonderlijk de voorrang geregeld worden door de verkeersborden B15, B1 of B5; 2° mag het verkeer slechts uitzonderlijk geregeld worden door verkeerslichten;3° moet het doorgaand verkeer zoveel mogelijk geweerd worden.

Art. 3.De toegangen tot de zone moeten duidelijk herkenbaar zijn door de plaatsgesteldheid, door een inrichting of door beide.

Art. 4.Binnen de zone moet de snelheid teruggebracht worden tot 30 km per uur door maatregelen inzake organisatie van het verkeer of het parkeren, infrastructuur of door andere aanpassingen in het straatbeeld of door combinatie van deze maatregelen.

Art. 5.De maatregelen bedoeld in artikel 4 moeten zodanig uitgevoerd worden dat zij geen gevaar meebrengen voor de bestuurders van motorvoertuigen, de fietsers, of de voetgangers. Zij moeten steeds goed zichtbaar zijn.

Art. 6.De bewoners van de zone moeten voorafgaandelijk betrokken worden bij de instelling van deze zone.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 17 september 1988 tot bepaling van de vereisten voor het inrichten van de zones met een snelheidsbeperking van 30 km per uur wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 november 1998.

Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS

^