gepubliceerd op 23 maart 2009
Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden
9 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 29, § 4, ingevoegd bij de wet van 28 maart 1973 en vervangen bij het koninklijk besluit van 23 december 1996;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 35, hersteld bij de wet van 12 augustus 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus, artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 april 2008 en 30 augustus 2008;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen, gegeven op 15 december 2008;
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, gegeven op 20 november 2008;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 januari 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting gegeven op 15 januari 2009;
Gelet op het advies 45.907/1 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat momenteel verkeert de gehele wereld, maar in belangrijke mate ook België in een economische en financiële crisis. Met het herstelplan heeft de regering op 11 december 2008 een aantal maatregelen aangekondigd die op korte termijn het vertrouwen moeten herstellen en zorgen voor meer zekerheid op lange termijn. In het Europees herstelplan, dat door de Commissie is aangekondigd op 26 november 2008, worden de regeringen van de lidstaten aangemaand om maatregelen te nemen die gericht, tijdig en tijdelijk zijn. Ze moeten ook snel kunnen worden ingevoerd. De maatregelen die de regering heeft aangekondigd schrijven zich in deze aanbeveling. Ze moeten zowel de gezinnen als de bedrijven helpen om deze moeilijke periode te overbruggen.
In het licht van de Europese aanbeveling acht de regering het uitermate nodig om alle maatregelen die in het herstelplan van 11 december 2008 staan zo snel mogelijk een reglementaire basis te geven.
De meeste van die maatregelen gaan immers in vanaf 1 januari 2009 of moeten op zijn minst al vanaf die datum gunstige effecten ressorteren op de economie.
De regering wenst ook een krachtig signaal te geven aan de economische actoren en aan de bevolking door alle maatregelen samen door te voeren, ook deze die op een latere datum in werking treden. Het herstelplan vormt voor de regering immers één en ondeelbaar geheel.
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden
Artikel 1.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 april 2008 en 30 augustus 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid wordt vervangen als volgt : « § 1.Het pensioen in de werknemersregeling en het pensioen in de regeling voor zelfstandigen, met uitzondering van het onvoorwaardelijk pensioen, bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden op 1 september met 2 % verhoogd indien zij in de loop van het beschouwde jaar aan één van de volgende voorwaarden voldoen. Het pensioen is daadwerkelijk en voor de eerste maal : 1° voor 15 jaar en ten vroegste na 31 december 1994 ingegaan;2° voor vijf jaar en ten vroegste na 31 december 2003 ingegaan.»; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven. HOOFDSTUK II. - Verhoging van sommige pensioenen Afdeling 1. - Verhoging van sommige pensioenen in de regeling voor
werknemers
Art. 2.Onder uitsluiting van de krachtens de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, bedoelde pensioenen, wordt op 1 juni 2009 een herwaardering toegekend van het maandelijks pensioenbedrag als werknemer van 1,5 % aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor werknemers dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1993 en vóór 1 januari 2009. Afdeling 2. - Verhoging van sommige pensioenen in de regeling voor
zelfstandigen
Art. 3.Onder uitsluiting van de krachtens de artikelen 131 en 131bis van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, bedoelde pensioenen en van het onvoorwaardelijk pensioen bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, wordt op 1 augustus 2009 een herwaardering toegekend van het maandelijks pensioenbedrag van de zelfstandige van 1,5 % aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor zelfstandigen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan vóór 1 januari 2009. Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 4.Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is voor de toepassing van de artikelen 2 en 3, het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan indien deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2009. HOOFDSTUK IV. - Uitvoeringsbepaling
Art. 6.De Minister bevoegd voor Pensioenen en de Minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder voor wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, Mevr. M. ARENA De Minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE