gepubliceerd op 12 juni 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de technische normen waaraan de systemen voor geautomatiseerde stemopneming door middel van optische lezing van de stemmen die op de stembiljetten zijn uitgebracht moeten voldoen
9 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de technische normen waaraan de systemen voor geautomatiseerde stemopneming door middel van optische lezing van de stemmen die op de stembiljetten zijn uitgebracht moeten voldoen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op de artikelen 4 en 5;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 4 juli1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de systemen voor de geautomatiseerde stemopneming door middel van optische lezing voor de eerste maal zullen gebruikt worden bij de gelijktijdige verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, die op 13 juni 1999 zullen plaatsvinden;
Overwegende dat, met het oog op het volledig operationeel worden van het materieel, de technische normen waaraan het genoemde materieel moet beantwoorden onverwijld moeten vastgesteld worden teneinde de ondernemingen die zich ingeschreven hebben om het aan de Staat te leveren, in de mogelijkheid te stellen ze te eerbiedigen;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Elk systeem voor optische lezing bedoeld in artikel 4 van de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, moet uitgerust zijn met : 1° een toestel dat bestemd is voor de optische lezing van de stembiljetten en voor de registratie van de stemmen die erop zijn uitgebracht;2° een computer uitgerust met een kathodisch beeldscherm, een elektronische processor waarvan het actief geheugen ten minste 32 Mb bedraagt en de opslageenheid een capaciteit heeft die gelijk is aan of groter is dan 2 Gb;3° een diskettestation;4° een printer;
Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing wordt geactiveerd door middel van een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken geleverde diskette die uitsluitend is voorbehouden - naar gelang van de verkiezing waarvoor ze speciaal geformatteerd werd - voor het kantonhoofdbureau of voor het gemeentelijk hoofdbureau dat van het systeem zal gebruik maken.
Deze diskette bevat de programmatuur die nodig is voor het in het eerste lid bedoelde hoofdbureau.
Het gebruik van een kopie van de voorgenoemde diskette is slechts toegestaan indien de originele diskette defect blijkt te zijn.
Art. 3.De registratie en de optelling van de stemmen die zijn uitgebracht op de stembiljetten gelezen door het systeem voor optische lezing mogen slechts aanvangen na de invoering van een geheime code door middel van de in artikel 1, 2°, bedoelde computer.
Art. 4.Bij het opstarten doet het systeem een zelfcontrole op de conformiteit van de apparatuur en de programmatuur met het erkende model.
Art. 5.§ 1. Het in artikel 1, 1°, bedoelde toestel voor optische lezing moet ten minste uitgerust zijn met één invoereenheid voor het inlezen van de stembiljetten met de uitgebrachte stemmen, met één uitvoereenheid bestemd voor het verwijderen van de gelezen stembiljetten en met een andere uitvoereenheid voor het verwijderen van de stembiljetten die door de machine verworpen werden zonder gelezen te zijn geweest. § 2. De toegang tot de regeling van de leesgevoeligheid van de optische lezer moet afgeschermd zijn.
Art. 6.Het systeem voor optische lezing moet zelfstandig kunnen verder werken bij uitval van de elektrische voeding en dit minstens voor de tijd nodig voor het afsluiten van de telling van de groep die bezig is op het ogenblik van de onderbreking.
Art. 7.De in artikel 1, 2°, bedoelde processor moet een prestatievermogen bezitten dat ten minste even groot is als dat van een processor van het type « PENTIUM II », die sedert niet meer dan één jaar vóór de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit op de markt verschenen is.
Art. 8.De in artikel 1, 2°, bedoelde opslageenheid moet over een voldoende capaciteit beschikken om, tijdens om het even welke van de verkiezingen bedoeld bij artikel 2 van de voornoemde wet van 18 december 1998, de stemmen te registreren die uitgebracht zijn op de stembiljetten van het ganse kanton of van de ganse gemeente, welke ook het aantal van de stembureaus mag wezen waarin deze stembiljetten werden neergelegd.
Art. 9.Het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing moet uitgerust zijn : 1° met een licht- of een geluidssignaal of met beide, om elke gebrekkige werking van de machine of elke abnormale manipulatie op deze machine onmiddellijk te melden;2° met een aangepast invulscherm waarop de stemmen uitgebracht op de twijfelachtige stembiljetten en op de door de leesmachine verworpen stembiljetten, bedoeld in artikel 13, § 3, eerste lid, van de voornoemde wet van 18 december 1998, stembiljet per stembiljet, kunnen worden geregistreerd, naargelang van de beslissingen die hieromtrent door het hoofdbureau werden genomen. De in het eerste lid, 2°, bedoelde stembiljetten moeten vervolgens kunnen worden geregistreerd in de opslageenheid van het systeem voor optische lezing om gevoegd te worden, naargelang van het geval, bij de categorie van de ongeldige of de geldige stembiljetten.
Art. 10.De in artikel 3 bedoelde optelverrichtingen mogen slechts worden afgesloten nadat de stemmen uitgebracht, naargelang van het geval, in alle stembureaus van het kanton of de gemeente werden geregistreerd.
De tabel met de uitgebrachte stemmen geregistreerd per lijst en per kandidaat, zowel voor de kandidaat-titularissen als voor de kandidaat-opvolgers, kan niet geraadpleegd worden zolang de registratie van de genoemde stemmen aan de gang is.
De eindtabel met de stemmen uitgebracht op alle lijsten en op alle kandidaten moet worden aangemaakt en geregistreerd op diskette vooraleer de resultaten van de stemming kunnen worden afgedrukt en verspreid.
Art. 11.Het desactiveren van het systeem voor optische lezing na de validatie van de verkiezing moet de automatische uitwissing teweegbrengen zowel van de uitslagen van de stemming die erop geregistreerd zijn als van het informaticaprogramma, dat als drager gediend heeft bij deze registratie.
Art. 12.De gemeente die gebruik maakt van het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing zorgt ervoor dat het kantonhoofdbureau of het gemeentelijk hoofdbureau, naargelang van het geval, uitgerust wordt : 1° met een testprogramma teneinde te controleren of het systeem correct functioneert;2° met een demonstratieprogramma om de leden van het bureau vertrouwd te maken met het gebruik van het systeem voor optische lezing en om aan de kiezers die er om verzoeken de nodige uitleg te verstrekken.
Art. 13.De gegevens opgenomen op de in artikel 2 bedoelde diskette worden beschermd door middel van het gebruik van een codecijfer om elke bedrieglijke of toevallige wijziging van deze gegevens te voorkomen.
Art. 14.Een programmatuur met de specifieke gegevens van de verkiezing tijdens dewelke het systeem voor optische lezing dient gebruikt te worden, wordt met het oog op de erkenning ervan door de leverancier van het systeem overhandigd aan de door Onze Minister van Binnenlandse Zaken aangewezen ambtenaar.
Deze programmatuur moet het Ministerie van Binnenlandse Zaken in de mogelijkheid stellen schijven en diskettes aan te maken, die, naargelang van het geval, bestemd zijn voor de kantonhoofdbureaus of de gemeentelijke hoofdbureaus.
Bovendien moet de programmatuur voorzien in een gebruiksvriendelijke « interface » opdat het Ministerie van Binnenlandse Zaken de specifieke parameters van de verkiezing, tijdens dewelke het systeem voor optische lezing terug dient gebruikt te worden, zou kunnen initialiseren.
Deze in te voeren parameters zijn de volgende : 1° de datum van de verkiezing; 2° het soort verkiezing, t.t.z. de aanduiding van de vergadering die dient vernieuwd te worden; 3° het totaal aantal voorgedragen lijsten en kandidaten voor elke in 2° bedoelde vergaderingen;4° de kiesomschrijving en, in voorkomend geval, het kanton;5° de nummers van de stembureaus van het kanton of van de gemeente;6° het nummer en het letterwoord van elke lijst;7° de naam van de kandidaten en de volgorde die ze innemen op de lijst, zowel wat de kandidaat-titularissen als wat de kandidaat-opvolgers betreft. De in het eerste lid bedoelde programmatuur is eigendom van de Staat en mag door de leverancier slechts worden gebruikt mits akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken.
Een kopie van de gebruikte programmatuur, de broncodes, de objectcodes samen met een precieze beschrijving van de ontwikkelingsomgeving, van de compilator en de compilatieparameters worden overhandigd aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaar, met het oog op de erkenning ervan.
Art. 15.De programmatuur die aangewend wordt in het kader van het gebruik van het in het eerste lid bedoelde systeem voor optische lezing moet conform zijn de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn, zowel wat de kieswetgeving betreft als wat het gebruik van de talen in bestuurzaken betreft.
Art. 16.Om erkend te worden door Onze Minister van Binnenlandse Zaken, moeten de apparatuur en de programmatuur die aangewend worden in het kader van het gebruik van het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing, vóór de verkiezingen een testbank ondergaan, die uitgevoerd wordt, op de kosten van de kandidaat-leverancier, op de apparatuur die hij levert of op de apparatuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en die dient te slaan zowel op de voorbereidende verrichtingen vóór de verkiezing waarbij het genoemde systeem zal gebruikt worden, als op de lezing van de stembiljetten, de registratie van de stemmen die erop zijn uitgebracht en dit voor één of meerdere kieskantons of voor één of meerdere gemeenten, alsmede op de totalisatie van de genoemde stemmen, en dat voor één of meerdere kantons en voor één of meerdere gemeenten, naargelang van het geval.
Art. 17.Het systeem zorgt voor een volledig correcte registratie en totalisatie van de uitgebrachte stemmen. Om optisch geregistreerd te worden moet het contrast van de markering van de uitgebrachte stem gelijk zijn aan of groter dan 50 %, berekend volgens de geregistreerde norm NBN EN 797, met als referentie wit papier.
Art. 18.De leverancier van het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing zorgt ervoor dat elk hoofdbureau van het kanton of van de gemeente die er gebruik moet van maken, per verkiezing beschikt over rode, groene en oranje bakken voor de in artikel 13, § 1, van de voornoemde wet van 18 december 1998 bedoelde voorafgaandelijke manuele sortering van respectievelijk de kennelijk ongeldige, de kennelijk geldige en de kennelijk twijfelachtige stembiljetten.
Elk hoofdbureau moet, per verkiezing en per twee stembureaus, minstens beschikken over één rode, één groene en één oranje sorteerbak.
Op de in de vorige leden bedoelde sorteerbakken moet duidelijk vermeld staan voor welke verkiezing ze bestemd zijn.
Art. 19.De leverancier van het in artikel 1 bedoelde systeem levert voor al de stembureaus die deel uitmaken van het kanton of de gemeente die aangewezen is voor het gebruik van het systeem van optische lezing minstens één aangepaste stembus per verkiezing. Deze stembus moet minstens 1 000 aangepaste stembiljetten kunnen bevatten. De aangepaste stembus heeft aan de binnenzijde een hellend vlak om de stembiljetten in optimale omstandigheden te bewaren met het oog op de optische lezing. De invoergleuf voor de stembiljetten bevindt zich aan de voorzijde van de stembus.
Art. 20.De leverancier van het in artikel 1 bedoelde systeem voor optische lezing levert bij de voorzitter van elk kantonhoofdbureau of elk gemeentelijk hoofdbureau, uiterlijk drie dagen vóór de dag van de verkiezingen tijdens dewelke het zal gebruikt worden, het nodige aantal stembiljetten die bovendien dienen te beantwoorden aan de vereisten van de optische lezing.
Het aantal door de leverancier te leveren stembiljetten bedraagt minstens het aantal kiezers ingeschreven in het kanton of de gemeente, vermeerderd met tien procent.
Art. 21.In de kieskantons en de gemeenten die er deel van uitmaken, waar een systeem voor de optische lezing voor de geautomatiseerde stemopneming wordt gebruikt, wordt de stem door de kiezer uitgebracht met behulp van een zwart potlood, hardheid HB2, schrijfstift met lood.
Het schrijfoppervlak van de stift bedraagt minimum 2 mm2.
Deze potloden worden in voldoende aantal geleverd aan de betrokken gemeentebesturen uiterlijk tien dagen voor de dag van de stemming door de leverancier van het in artikel 1 bedoelde systeem.
Art. 22.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 23.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE