gepubliceerd op 02 augustus 2007
Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
9 JULI 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van sommige bepalingen van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, inzonderheid op de artikelen 3, 34 en 35, 7°;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor wapens, gegeven 29 maart 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 mei 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 juni 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat diverse folkloristische verenigingen overal in het land tijdens het zomerseizoen schietingen organiseren, waarvoor geen passend wettelijk kader bestaat, waardoor deze traditionele schietingen bedreigd worden in hun bestaan en alleen in de illegaliteit kunnen plaatsvinden; dat een gedoogbeleid van de lokale overheden geen rechtszekerheid met zich meebrengt en dat deze gebeurtenissen een gunstig uitzonderingsregime verdienen; dat bijgevolg dringend een wettelijk kader dient te worden geschapen;
Overwegende dat de bestaande lijst van vrij verkrijgbare historische wapens dringend dient uitgebreid te worden met een aantal zeldzaam en waardevol geworden wapens die voor de Belgische verzamelaar onbereikbaar dreigen te worden doordat ze in het buitenland wel vrij verkrijgbaar zijn;
Overwegende dat door een vergetelheid bij de aanpassing van de uitvoeringsbesluiten van de oude wapenwet, de bepaling die de verkoop van gereglementeerde niet-vuurwapens voorbehoudt aan erkende wapenhandelaars en de verwerving ervan aan meerderjarigen ongewild is weggevallen; dat deze bepaling dringend dient te worden hersteld om de minderjarigen te beschermen;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 19 januari 1995, 26 september 1995 en 29 december 2006, wordt een 6° ingevoegd, luidende : « 6° die eigendom zijn van een erkende vereniging die zich bezighoudt met statutair omschreven activiteiten van historische, folkloristische, traditionele of educatieve aard, met uitsluiting van enige vorm van sportschieten zoals bedoeld in de gemeenschapsdecreten terzake, en die voldoen aan de volgende voorwaarden : - het schieten gebeurt in een erkende schietstand, onder het toezicht van een wapen- of schietmeester en onder de verantwoordelijkheid van de vereniging; - de wapens worden voorhanden gehouden en bewaard door de vereniging; - de wapens worden enkel ter beschikking gesteld met het oog op en tijdens de statutair omschreven activiteit, aan leden van de vereniging en occasionele genodigden; - de vereniging kondigt vooraf plaats en datum van haar activiteiten aan aan de lokale politie en aan de gouverneur. »
Art. 2.In de lijst van de wapens die gebruik maken van patronen met rookzwak kruit gevoegd als bijlage nr. 1 bij hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 januari 1995, worden de rubrieken « 1. Vuistvuurwapens » en « 2. Schoudervuurwapens » aangevuld met de wapens waarvan de lijst als bijlage bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1995 tot indeling van sommige gas- en luchtwapens en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken
Art. 3.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 maart 1995 tot indeling van sommige gas- en luchtwapens en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken, opgeheven bij het koninklijk besluit van 29 december 2006, wordt hersteld in de volgende lezing : «
Art. 2.De artikelen 5, 7 en 19, 2°, van de wapenwet zijn van toepassing op de niet-vuurwapens. De overdracht van deze wapens kan slechts geschieden na overlegging van de identiteitskaart of de reispas van de verkrijger. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 juli 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Bijlage bij het koninklijk besluit van 9 juli 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken en van het koninklijk besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL