gepubliceerd op 24 januari 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming
9 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2019 onder het nummer 153814/CO/224)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.
Onder "bedienden" wordt verstaan : de bedienden bedoeld in de collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022044 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 11/04/2002 numac 2002022054 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten houdende de functieclassificatie voor bedienden.
Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de bedienden en bijgevolg van de ondernemingen.
Art. 3.Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk te realiseren, verhoogt de sector de vormingsinspanning van elke onderneming naar een gemiddelde van 4 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar in 2019-2020 en een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar vanaf 2021.
Art. 4.De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen zijn de formele en informele opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk.
Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het desbetreffend jaar.
In de bedrijfsopleidingsplannen zal zoveel mogelijk aandacht geschonken worden aan alle bediendecategorieën, ook aan de bedienden van 50 jaar en ouder.
In dit verband zal de ondernemingsraad, of zo nodig de bediendevertegenwoordiging in de ondernemingsraad, in toepassing van haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, eveneens geraadpleegd worden. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad zal de vakbondsafvaardiging voor de bedienden geraadpleegd worden. Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging voor de bedienden zal het bedrijfsopleidingsplan ter advies voorgelegd worden aan het paritair comité.
In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar.
Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van de werkgever als van de bediende.
Desgevallend zal met de syndicale afvaardiging voor de bedienden overlegd worden over de sociale afstemming van de opleiding voor individuele gevallen. § 2. Het bedrijfsopleidingsplan betreffende het jaar 2019 respectievelijk 2020 en een uittreksel uit het verslag van de ondernemingsraad betreffende de raadpleging zullen worden overgemaakt aan Agoria uiterlijk tegen 30 april 2019 respectievelijk 2020. Agoria geeft de bedrijfsopleidingsplannen en uittreksels uit de verslagen van de ondernemingsraden door aan de werknemersorganisaties. Op dezelfde wijze zal de realisatie van het plan uiterlijk tegen het einde van het eerste kwartaal na afloop van het kalenderjaar 2019 respectievelijk 2020 geëvalueerd worden.
Op bedrijfsvlak wordt afgesproken welke informatie wordt meegedeeld. § 3. Tenzij de raad van bestuur van de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferrosector" er anders over beslist, zal een financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen vanuit de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferrosector" slechts kunnen verleend worden indien de betrokken onderneming tijdig een bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld waarin tevens de opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen zijn opgenomen en dat door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale afvaardiging voor de bedienden, bij toepassing van dit artikel, gunstig werd geadviseerd.
Daarboven wordt voor de onderneming die hetzij geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld, hetzij de ondernemingsraad niet heeft geraadpleegd overeenkomstig dit artikel, de bijdrage voor de risicogroepen zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve arbeids overeenkomst van 7 december 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 07/12/2015 pub. 21/01/2016 numac 2016022001 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening houdende uitvoering van de artikelen 9bis en 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen voor het betrokken kalenderjaar verhoogd met 0,05 pct..
Art. 6.De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 1 jaar ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten een gelijkwaardig recht op vorming als de vaste werknemers.
Art. 7.§ 1. Elke bediende heeft het recht om jaarlijks een loopbaangesprek te vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande praktijen omtrent soortgelijke gesprekken.
Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken worden. § 2. Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, zal elke bediende die in de loop van een kalenderjaar (of een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan. Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk gesprek binnen de onderneming en tevens dat hij ernaar dient te streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) formele of informele vorming per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019 en is gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van de artikelen 2, 5, § 2, 5, § 3 en 7 die buiten werking treden op 31 december 2020.
Zij kan door één van de ondertekenende organisaties worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.
Zij vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 3 juli 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 03/07/2017 pub. 14/07/2017 numac 2017030484 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de permanente vorming, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen (141618/CO/224).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE