gepubliceerd op 26 februari 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen
9 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit voor te leggen heeft als oogmerk om jongeren, die gerechtigd zijn op de verhoogde kinderbijslag omwille van een handicap toe te laten toegelaten activiteiten te verrichten met behoud van hun recht op de kinderbijslag onder dezelfde voorwaarden die van toepassing zijn voor jongeren, die gerechtigd zijn op de gewone kinderbijslag. Hierdoor wordt de discriminatie die thans nog bestaat tussen deze beide categorieën van jongeren ongedaan gemaakt.
Het advies 47.513/1 van 10 december 2009 van de Raad van State met betrekking tot het ontwerp heeft betrekking op de twee volgende punten : In eerste instantie wordt door de Raad opgemerkt dat het ontwerp beoogt een artikel te wijzigen dat in beginsel is opgeheven doch bij wijze van overgangsmaatregel in bepaalde gevallen van toepassing blijft.
De auteurs van het ontwerp zijn evenwel van mening dat artikel 27 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002, het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen heeft opgeheven, met uitzondering evenwel van onder meer de artikelen waar naar verwezen wordt in voormeld koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten. In de artikelen 3, 8, 13 en 15 van dit laatste koninklijk besluit wordt verwezen naar artikel 12 van het voormeld koninklijk besluit van 3 mei 1991. Dit artikel 12 blijft bijgevolg onverminderd van toepassing en dus niet "bij wijze van overgangsmaatregel".
Dit artikel 12 bepaalt de voorwaarden waaraan een kind met een handicap dient te voldoen om de bijkomende bijslag uit hoofde van zijn handicap te kunnen genieten, inzonderheid de voorwaarden die betrekking hebben op de toegelaten activiteiten. De inhoud van dit artikel is bijgevolg geen overgangsmaatregel vermits hij evenzeer van toepassing is op de nieuwe evaluatieregeling voorzien in voormeld koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten en zonder beperking in de tijd van toepassing blijft. Het is dan ook logisch dat een dergelijk artikel moet kunnen vatbaar zijn voor wijzigingen.
In het advies van de Raad van State 35.093/1 van 20 maart 2003 met betrekking tot het voormeld koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten, werd onder meer gesteld dat het duidelijker zou zijn indien in het ontwerp de bepalingen van het op te heffen koninklijk besluit van 3 mei 1991 werden hernomen, zij het mits aan te geven welke bepalingen van toepassing zijn op welke categorieën van rechtgevenden en rechthebbenden.
Doordat in het koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten verwezen wordt naar voormeld artikel 12, zowel in artikel 3, dat betrekking heeft op de uitdovende evaluatieregeling, als in artikel 8, dat betrekking heeft op de nieuwe evaluatieregeling welke niet beperkt is in de tijd, is er volgens de auteurs van voorliggend ontwerp wel degelijk voldoende juridische duidelijkheid ten aanzien van de precieze draagwijdte van dit artikel 12.
Gelet op het voorgaande kan derhalve gesteld worden dat de auteurs van het voorliggend ontwerp er niet aan voorbijgegaan zijn "dat het besluit van 3 mei 1991 formeel is opgeheven en bijgevolg in beginsel niet langer kan worden gewijzigd" zoals wordt gesteld in het advies 47.513/1 van 10 december 2009 van de Raad van State doordat het hun - na afweging van de mogelijke alternatieven die door de Raad van State worden gesuggereerd in dat advies - toch verkieslijk leek om de oorspronkelijke tekst van het koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten te behouden omwille van de hiervoor uiteengezette redenen.
In tweede instantie heeft de Raad van State met betrekking tot de rechtsgrond van de ontworpen regeling gesteld dat het in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp kan volstaan te verwijzen naar artikel 47 van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, samengeordend op 19 december 1939. De verwijzing naar de artikelen 56septies en 63 van diezelfde wetten dient bijgevolg te worden geschrapt. De tekst van het voorliggend ontwerp werd aangepast aan deze tweede opmerking van de Raad.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, J.-M. DELIZEE
Advies 47.513/1 van 10 december 2009 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 26 november 2009 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen", heeft het volgende advies gegeven : Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 (1) te wijzigen.
Dat besluit is opgeheven met ingang van 1 mei 2003, met dien verstande dat de bepalingen van dat besluit, bij wijze van overgangsmaatregel, in bepaalde gevallen van toepassing blijven (2). Het ontwerp beoogt bijgevolg een artikel te wijzigen van een besluit dat in beginsel is opgeheven doch bij wijze van overgangsmaatregel in bepaalde gevallen van toepassing blijft. De Raad van State, afdeling Wetgeving, heeft in advies 35.093/1 van 20 maart 2003 over het ontwerp dat later het koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten is geworden, reeds erop gewezen dat het in artikel 27 van dat besluit toegepaste procédé, waarbij het besluit van 3 mei 1991 wordt opgeheven en tegelijk bij wijze van overgangsmaatregel van toepassing blijft, onduidelijk is en derhalve niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid. De afdeling Wetgeving ziet zich genoodzaakt die opmerking opnieuw en met aandrang in herinnering te brengen, nu moet worden vastgesteld dat de stellers van het ontwerp eraan voorbijgegaan zijn dat het besluit van 3 mei 1991 formeel is opgeheven en bijgevolg in beginsel niet langer kan worden gewijzigd. 2. Wat de rechtsgrond voor de ontworpen regeling betreft, kan het in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp volstaan te verwijzen naar artikel 47 van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, samengeordend op 19 december 1939.De verwijzing naar de artikelen 56septies en 63 van diezelfde wetten dient bijgevolg te worden geschrapt.
De kamer was samengesteld uit : de heren : M. Van Damme, kamervoorzitter;
J. Baert; W. Van Vaerenbergh, staatsraden;
M. Rigaux; M. Tison, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevr. G. Verberckmoes, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer F. Vanneste, adjunct-auditeur.
De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer W. Van Vaerenbergh.
De griffier, G. Verberckmoes.
De voorzitter, M. Van Damme.
Nota's (1) Koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.(2) Zie de artikelen 27 en 28 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/03/2003 pub. 23/04/2003 numac 2003022353 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002. 9 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, samengeordend op 19 december 1939, artikel 47, vervangen bij de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 28/12/2002 numac 2002003497 bron ministerie van financien Wet houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2003 type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, gegeven op 7 juli 2009;
Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap, gegeven op 15 juni 2009;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 2009 en 23 juni 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 23 oktober 2009;
Gelet op het advies 47.513/1 van de Raad van State, gegeven op 10 december 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, en de Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een Handicap, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 12 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de inleidende zin van het enig lid wordt vervangen als volgt : "Onverminderd het tweede lid heeft een rechtgevend kind dat getroffen is door een in artikel 2 bedoelde lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 pct recht op de bijkomende bijslag van artikel 47 van de samengeordende wetten, zo het voldoet aan onderstaande vereisten :"; b) de bepaling onder 1° van het enig lid wordt vervangen als volgt : "1° het kind moet voldoen aan de toekenningsvoorwaarden die bepaald zijn bij of krachtens artikel 63 van de samengeordende wetten;"; c) de bepaling onder 3°, a) van het enig lid wordt vervangen als volgt : "a) hetzij in het raam van een arbeidsovereenkomst gesloten met een door de hiertoe bevoegde overheden erkende beschutte werkplaats, sociale werkplaats of bedrijf voor aangepast werk;"; d) het artikel wordt aangevuld met een lid luidende : "Indien het kind bedoeld in het eerste lid voldoet aan de toekenningsvoorwaarden die bepaald zijn bij of krachtens artikel 62 van de samengeordende wetten, dient het niet te voldoen aan de vereisten bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°."
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Staatssecretaris bevoegd voor Personen met een handicap zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 februari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Personen met een handicap, J.-M. DELIZEE