Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 december 2003
gepubliceerd op 02 januari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202166
pub.
02/01/2004
prom.
09/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/09/2003202166/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 Vormingsinitiatieven voor risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2003 onder het nummer 66365/CO/120) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de N.V. Celanese en de ondernemingen die de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers (PSC 120.01), voor het vlas (PSC 120.02) en voor de jute (PSC 120.03). HOOFDSTUK II. - Draagwijdte

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 14 januari 2003 voor de jaren 2003 en 2004, de Wet houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004 en eveneens in uitvoering van hoofdstuk IV - Vorming en opleiding - van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 voor de textielnijverheid en het breiwerk. HOOFDSTUK III. - Patronale bijdrage

Art. 3.Zoals voorzien in hoofdstuk IV - Vorming en opleiding - artikel 14, 2de alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, zijn de werkgevers voor de jaren 2003 en 2004 aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de textiel- en breigoednijverheid", een inspanning van 0,20 pct. verschuldigd, berekend op grond van het volledig loon van de arbeiders(sters), zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981) en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Deze bijdragen zijn per kwartaal verschuldigd en worden door het waarborg- en sociaal fonds geïnd en op de sectie "Opleiding" gestort. HOOFDSTUK IV. - Initiatieven ter bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen

Art. 4.Partijen komen overeen om voor de periode 2003-2004 de middelen zoals bepaald in artikel 3 hierboven aan te wenden voor : - de uitwerking van opleidingsprojecten voor personen die behoren tot de risicogroepen zoals omschreven in artikel 5 hierna; - de dekking van de werkingskosten van de sectorale opleidingscentra COBOT en CEFRET. De opleidingsprojecten die door COBOT en CEFRET zullen worden uitgevoerd, worden goedgekeurd in de schoot van het directiecomité van deze centra.

Art. 5.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan de partijen onder "risicogroepen" : - de werknemers uit de textiel- en breigoednijverheid die zonder bij- of omscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden; - de werknemers die door herstructurering of sluiting van hun onderneming hun werk verliezen en die, zonder bij- of omscholing, het risico lopen langdurig werkloos te worden; - de werknemers die, gedurende een lange periode, getroffen zijn door tijdelijke werkloosheid; - de jongeren tussen 16 en 18 jaar uit het deeltijds onderwijs die een industriële leerovereenkomst in de textiel- en breigoednijverheid sluiten; - de werkzoekenden. HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen

Art. 6.Tegen uiterlijk 30 juni 2003 zal een paritaire werkgroep onderzoeken of een vrijstelling van de aanwervingsverplichting in het raam van de startbanen op het niveau van de sector, zoals voorzien in artikel 42 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, kan gerealiseerd worden (Belgisch Staatsblad van 31 december 1999).

Art. 7.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking onder de opschortende voorwaarde dat de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene inspanningen voor de jaren 2003 en 2004 door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid als voldoende inspanningen bevonden worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^