gepubliceerd op 29 december 1998
Koninklijk besluit betreffende het toelaatbare geluidsvermogensniveau van torenkranen
9 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende het toelaatbare geluidsvermogensniveau van torenkranen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder, inzonderheid op de artikels 1, eerste lid, 3E en 8;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1982 betreffende de vaststelling van de algemene methode voor het bepalen van het geluid dat door bouwmachines en bouwmaterieel wordt uitgestraald, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 13 februari 1985 en 14 mei 1987;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 1998 betreffende de gemeenschappelijke bepalingen inzake beperking van geluidsemissies van bouwmaterieel en bouwmachines;
Gelet op de Richtlijn (84/534/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake het toelaatbare geluidsvermogensniveau van torenkranen, gewijzigd bij de Richtlijn (87/405/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987;
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, de protocollen, de slotakte en de bijlagen, ondertekend te Porto op 2 mei 1992, goedgekeurd bij de wet van 18 maart 1993, inzonderheid op artikel 23 van de Overeenkomst en punt VI, 4, van bijlage II;
Gelet op het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend te Brussel op 17 maart 1993, goedgekeurd bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 25 oktober 1995;
Gelet op de betrokkenheid van de regeringen van de gewesten bij het ontwerp van dit koninklijk besluit die heeft plaatsgehad op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 19 maart 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 10 december 1996;
Op voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Sociale Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Dit besluit heeft betrekking op het toelaatbare geluidsvermogensniveau van naar de omgeving uitgestraald luchtgeluid en op het toelaatbare geluidsdrukniveau van het uitgestraalde luchtgeluid op de bedieningsplaats van torenkranen welke dienen voor civieltechnische en bouwwerkzaamheden. § 2. Het is een bijzonder koninklijk besluit in de zin van artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 december 1998 betreffende de gemeenschappelijke bepalingen voor bouwmaterieel en bouwmachines, hierna genoemd « kaderbesluit ».
Art. 2.In de zin van dit besluit wordt onder « torenkraan » verstaan een heftoestel met eigen beweegkracht (motorische aandrijving) dat : - in bedrijfsklare toestand bestaat uit een verticale toren met bovenaan een giek; - beschikt over voorzieningen voor het heffen en neerlaten van opgehangen lasten en over een inrichting voor de horizontale verplaatsing van die lasten door verandering van de vlucht van de geheven lasten en/of door zwenking en/of door verplaatsing van het hele toestel; - naar elders kan worden overgebracht wanneer het werk waarvoor het is geïnstalleerd, voltooid is.
Art. 3.§ 1. De erkende organismen verlenen de verklaring van EG-typeonderzoek : - voor elk type torenkraan waarvan het geluidsvermogensniveau van het luchtgeluid, gemeten onder de omstandigheden beschreven in bijlage I bij het koninklijk besluit van 16 juni 1982 betreffende de vaststelling van de algemene methode voor het bepalen van het geluid dat door bouwterreinmachines en bouwterreinmaterieel wordt uitgestraald, zoals aangevuld door bijlage I van dit besluit, het in de hierna volgende tabel aangegeven geluidsvermogensniveau niet overschrijdt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - voor elk type torenkraan met een bedieningsplaats die een integraal deel uitmaakt van de torenkraan, waarvan het A-gewogen geluidsdrukniveau in dB van het luchtgeluid, gemeten op de bedieningsplaats onder de omstandigheden beschreven in bijlage II van het genoemde koninklijk besluit van 16 juni 1982, zoals aangevuld door bijlage II van dit besluit, het toelaatbare niveau van 80 dB(A)/20|gmPa, niet overschrijdt. § 2. Elke aanvraag om een verklaring van EG-typeonderzoek met betrekking tot het toelaatbare geluidsvermogensniveau van een type torenkraan moet vergezeld zijn van een inlichtingenformulier waarvan het model in bijlage III is opgenomen. § 3. Voor elk type torenkraan waarvoor het erkende organisme een verklaring afgeeft, vult het alle rubrieken in van de verklaring van EG-typeonderzoek waarvan het model in bijlage III bij het kaderbesluit is opgenomen. § 4. De geldigheidsduur van de verklaringen van EG-typeonderzoek is beperkt tot vijf jaar. Hij kan met vijf jaar worden verlengd indien daartoe tijdens de twaalf maanden vóór het verstrijken van de eerste periode van vijf jaar een verzoek is ingediend. § 5. Voor elke torenkraan die is gebouwd in overeenstemming met het type waarvoor een verklaring van EG-typeonderzoek is afgegeven, worden op het certificaat van overeenstemming, waarvan het model in bijlage IV van het kaderbesluit is opgenomen, de kolommen betreffende de verklaring van EG-typeonderzoek ingevuld door de fabrikant. § 6. Op elke torenkraan die is gebouwd in overeenstemming met het type waarvoor een verklaring van EG-typeonderzoek is afgegeven, moet op duidelijk zichtbare en duurzame wijze een vermelding worden aangebracht waarmede wordt aangegeven het geluidsvermogensniveau in dB (A) ref. 1 pW, en voor wat betreft een type torenkraan met een bedieningsplaats die een integraal deel uitmaakt van de torenkraan, het geluidsvermogensniveau in dB (A) ref. 20|gmPa die door de fabrikant worden gegarandeerd en die zijn vastgesteld overeenkomstig het eerste lid . De vermelding draagt het merkteken |ge (epsilon). De modellen voor deze vermeldingzen zijn opgenomen in bijlage IV en V van dit besluit.
Art. 4.De controle op de overeenstemming van de machines met het onderzochte type, als bedoeld in artikel 14 van het kaderbesluit, geschiedt door middel van steekproeven.
Art. 5.Door dit koninkijk besluit worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 1 juli 1986 betreffende het toelaatbare geluidsvermogensniveau van torenkranen;2° het besluit van de Brusselse Gewestexecutieve van 16 mei 1991 en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 19 september 1989 betreffende het toelaatbare geluidsvermogensniveau torenkranen;3° de artikelen 25 en 27 van het besluit van 30 juli 1992 van de Vlaamse Gewestexecutieve tot vaststelling van maatregelen ter bestrijding van geluidshinder veroorzaakt door bouwmaterieel en bouwmachines.
Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Onze Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld