gepubliceerd op 31 december 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van het globaal plafond bedoeld in artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen
9 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het globaal plafond bedoeld in artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 74, § 1, 6° ingevoegd bij artikel 28 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 6 november 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 november 1998;
Op voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het globaal plafond, bedoeld in artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen wordt, voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000, vastgelegd op 2 miljard frank.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR