9 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de snelpost

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 141, A., 6°;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 maart 1970, 15 oktober 1971, 21 augustus 1974, 14 maart 1975, 20 mei 1975, 19 december 1975, 12 februari 1976,19 februari 1976, 11 maart 1976,6 april 1976,5 mei 1976, 21 augustus 1979, 7 september 1979, 19 september 1979, 28 april 1980, 16 mei 1980, 30 december 1980, 10 juli 1981, 19 november 1981, 8 december 1981, 8 april 1983, 21 juli 1983, 16 november 1983, 20 december 1983, 6 maart 1984, 2 april 1984, 28 augustus 1984, 3 september 1984, 13 november 1984, 17 december 1984, 13 september 1985, 26 februari 1986, 16 april 1987, 8 december 1987, 14 maart 1989, 4 juli 1989, 22 december 1989, 8 maart 1990, 6 april 1990, 27 juli 1990,18 oktober 1990, 21 december 1990, 17 juli 1991, 27 maart 1992, 14 september 1992, 15 september 1992, 12 augustus 1994 en 19 mei 1995;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid wegens de omstandigheid dat de zeer dynamische en zeer concurrerende snelpostsector voortdurend in beweging is, en wegens de omstandigheid dat dit ontwerpbesluit, dat samenhangt met de wijziging van de artikelen 19bis en 20 van de wet van 26 december 1956 op de postdienst, tot doel heeft iedereen die op dit marktsegment werkzaam is, op gelijke voet te stellen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 18 juni 1997;

Gelet op de beraadslaging in de Ministerraad van 27 juni 1997, op de vraag naar advies binnen een termijn van ten hoogste drie dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het postmonopolie geldt niet voor de poststukken vermeld in artikel 141 A, a), b) en c), van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, die moeten worden behandeld volgens de volgende, cumulatieve regels : 1° een snellere behandeling om ervoor te zorgen dat : - hetzij de poststukken binnen een kortere termijn worden besteld dan de termijn die de Staat aan de ambtenaar van de basispostdienst voor dit soort van zendingen oplegt; - hetzij de poststukken binnen een bepaald aantal uren of binnen een bepaalde termijn worden besteld; 2° een speciale behandeling om te kunnen nagaan of opvolgen in hoeverre alle of een deel van de poststukken verzonden of besteld zijn;3° via onverschillig welk communicatiemiddel kan op aanvraag een bewijs worden verkregen dat de poststukken behandeld en thuisbezorgd zijn.

Art. 2.Valt niet onder het postmonopolie, elke snelpostzending waarvan het gewicht gelijk is aan of hoger is dan 350 gram, of elke snelpostzending waarvan het gewicht lager is dan 350 gram, waarvan het basistarief hoger is dan vijfmaal het openbare tarief van een briefpoststuk van de laagste gewichtsklasse.

Art. 3.Opgeheven worden in het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst : 1° artikel 1, 1bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990;2° artikel 1, 8bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990;3° artikel 23, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 oktober 1990 en 27 maart 1992;4° artikel 50, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1992;5° artikel 58, § 2, toegevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990;6° artikel 59bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990; 7° artikel 183, 3., vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990; 8° artikel 190, 3., vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990; 9° artikel 191bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1992;10° artikel 191ter.

Art. 4.§ 1. In artikel 1, 8, van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 oktober 1990 worden de woorden "die niet behoren tot de snelpost en" geschrapt. § 2. In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit wordt het cijfer "23" geschrapt. § 3. In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de stukken Taxipost en Bureaufax" geschrapt. § 4. In artikel 2, § 3, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "en de zendingen Taxipost" geschrapt. § 5. In artikel 5, § 1, 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 23 en" vervangen door het woord "artikel". § 6. In artikel 19bis, § 8, van hetzelfde besluit worden de woorden "de zendingen van de snelpost of" geschrapt. § 7. In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden « , met uitzondering van de zendingen Taxipost en Bureaufax" geschrapt. § 8. In artikel 49, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden", met uitzondering van de zendingen Taxipost en Bureaufax" geschrapt. § 9. In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de woorden", de expressezendingen en de zendingen Taxipost, met uitzondering van de stukken bedoeld in artikel 23, § 3." vervangen door de woorden "en expressezendingen". § 10. In artikel 77, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De poststukken die niet in § 1 zijn vermeld en verstuurd mogen worden naar of door Belgische militairen die in vredestijd buiten het Rijk gestationeerd zijn, mogen tegen het binnenlands tarief gefrankeerd worden. ». § 11. In artikel 83, § 3 van hetzelfde besluit worden de woorden", zendingen Taxipost uitgezonderd," geschrapt. § 12. In artikel 183, 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « ..., aangetekende brieven en zendingen- EMS die... » vervangen door de woorden « .. en aangetekende brieven die... ».

Art. 5.Opgeheven worden in het ministerieel besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst : 1° artikel 35, § 3, derde lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 31 oktober 1990;2° artikel 38bis, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 31 oktober 1990;3° artikel 84;4° artikel 235, opnieuw opgenomen bij het ministerieel besluit van 31 oktober 1990.

Art. 6.In artikel 35, § 2, van het ministerieel besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst, vervangen bij het ministerieel besluit van 27 maart 1992 worden de woorden "en van het artikel 38bis, wat betreft de zendingen Taxipost" geschrapt.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO