gepubliceerd op 20 september 2002
Koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan bepaalde teelten door de overvloedige regenval van oktober en november 2000 op het grondgebied van verscheidene gemeenten als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp afgebakend wordt en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld
9 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan bepaalde teelten door de overvloedige regenval van oktober en november 2000 op het grondgebied van verscheidene gemeenten als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp afgebakend wordt en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, gewijzigd door de wetten van 9 juli 1984, van 13 augustus 1986, 22 juli 1991 en van 23 december 1999, inzonderheid op artikel 2, § 1, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1976 tot vaststelling van de vorm en de termijn van indiening der aanvragen tot financiële tegemoetkoming wegens schade aan private goederen veroorzaakt door natuurrampen (algemene rampen of landbouwrampen), laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 februari 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 mei 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 augustus 2001;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 december 2001;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen van 7 december 2001;
Gelet op het gunstig advies van de Europese Commissie, gegeven op 19 juni 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996, inzonderheid op artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de aanvragen voor schadeloosstelling van de geteisterde landbouwers zonder verwijl ingediend moeten worden;
Op de voordracht van Onze Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De schade aan de aardappelen, het aardappelpootgoed, de suikerbieten, de voederbieten, de wortelen en de maïs veroorzaakt door de overvloedige regenval van oktober en november 2000 wordt beschouwd als een landbouwramp die de toepassing verantwoordt van artikel 2, § 1, 2° van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.
Art. 2.De geografische omvang van de ramp omvat de hieronder vermelde gemeenten : Provincie Henegouwen : Antoing Brunehaut Comines-Warneton Frasnes-lez-Anvaing Mouscron Tournai Provincie Luxemburg : Aubange Bouillon Etalle Fauvillers Habay Léglise Martelange Meix-devant-Virton Messancy Neufchâteau Rouvroy Provincie Namen : Bièvre Couvin Gedinne Vresse-sur-Semois Provincie Oost-Vlaanderen : Assenede Eeklo Kaprijke Maldegem Sint-Laureins Provincie West-Vlaanderen : Alveringem Ardooie Blankenberge Bredene Brugge Damme Deerlijk De Haan De Panne Diksmuide Gistel Harelbeke Heuvelland Hooglede Houthulst Ichtegem Ieper Ingelmunster Izegem Jabbeke Knokke-Heist Koekelare Koksijde Kortemark Kortrijk Kuurne Langemark-Poelkapelle Ledegem Lendelede Lichtervelde Lo-Reninge Menen Mesen Meulebeke Middelkerke Moorslede Nieuwpoort Oostende Oostrozebeke Oudenburg Pittem Poperinge Roeselare Staden Torhout Veurne Vleteren Waregem Wervik Wevelgem Wielsbeke Zedelgem Zonnebeke Zuienkerke Zwevegem
Art. 3.Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt de schadeloosstelling toegekend op basis van de volgende bedragen aan 100 % schade per hectare : - aardappelen : 2.945 EUR; - aardappelpootgoed : 4.442 EUR; - suikerbieten : 2.496 EUR; - voederbieten : 1.482 EUR; - wortelen : 2.085 EUR; - maïs : 1.078 EUR. Die bedragen werden berekend op basis van de opbrengsten van de normale productie, zijnde de gemiddelde opbrengst van de boekjaren 1995-1996 tot 1999-2000.
Het schadeloosstellingsbedrag per hectare voor maïs houdt geen rekening met de betaalde premies in het kader van de steunregeling voor bepaalde akkerbouwgewassen (oppervlakteaangifte). Het bedrag van de eventuele betaalde premie zal worden afgetrokken van het totale schadeloosstellingsbedrag.
De schadeloosstelling wordt berekend volgens het percentage van de te gelegener tijd geraamde schade, of volgens het percentage berekend op basis van de stavende stukken. Indien er geen schadepercentage is geraamd of op basis van de stavende stukken kan berekend worden, wordt de schadeloosstelling berekend op basis van het gemiddelde van de betrokken gemeente, of bij ontstentenis daarvan, van de streek.
Indien het te gelegener tijd vastgestelde schadepercentage op een bedrijf kleiner is dan 30 % van de normale productie per teelt, of 20 % in de probleemgebieden, zal er geen schadeloosstelling betaald worden voor dat bedrijf.
De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw stelt de modaliteiten van de indiening van de aanvragen alsmede de wijze van hun onderzoek vast.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 9 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw, Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK