9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009072 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009071 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Namen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009074 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009073 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen sluiten tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 186, § 1, tweede, derde, en zevende lid, ingevoegd bij de wet van 1 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/12/2013 pub. 10/12/2013 numac 2013009534 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde sluiten en gewijzigd bij de wet van 26 december 2022;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009072 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009071 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Namen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009074 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009073 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen sluiten tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen;

Gelet op het voorstel van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Luik;

Gelet op de adviezen van de procureur des Konings bij het parket te Luik, van de hoofdgriffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik en van de stafhouders van de ordes van advocaten van het gerechtelijk arrondissement Luik;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 december 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor de Begroting, gegeven op 10 januari 2024;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 8 februari 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.585/16;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 9 februari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement de territoriale bevoegdheid van een afdeling kan uitbreiden tot een deel of het geheel van het grondgebied van het arrondissement;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement het grondgebied van elke afdeling bepaalt en vastlegt voor welke categorieën van zaken, categorieën van procedures of procedurefases die afdeling haar rechtsmacht uitoefent;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement ervoor moet zorgen dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven;

Overwegende dat de bevolking van de afdeling te Hoei ingevolge de hervorming van de gerechtelijke kantons met ongeveer twintig procent is afgenomen;

Overwegende dat er ingevolge de hervorming van de gerechtelijke kantons zittingen te Hoei zijn geschrapt en extra zittingen te Luik zijn geopend;

Overwegende dat de diensten voor jeugdbescherming en -hulpverlening de nadruk leggen op de weerslag van de hervorming van de gerechtelijke kantons voor de gebruikers, namelijk de gezinnen in de gemeenten Lijsem en Hamoir en in de stad Hannuit, die zich moeilijk naar Luik kunnen begeven vanwege het gebrek aan regelmatig openbaar vervoer en aan sociale taxi's;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement het grondgebied van de stad Hannuit en van de gemeenten Comblain-au-Pont, Hamoir, Ferrières, Lijsem en Engis opnieuw aan de afdeling te Hoei verbindt;

Overwegende dat de afdeling te Hoei dankzij het zaakverdelingsreglement een voldoende kritische omvang kan behouden, ter bevordering van de optimale organisatie van gespecialiseerde zittingen in straf- en burgerlijke zaken;

Overwegende dat het gerechtsgebouw te Hoei ruim en modern is en de mogelijkheid biedt om zittingen te organiseren in de beste omstandigheden voor de rechtzoekende, inzonderheid op het stuk van toegankelijkheid en parking;

Overwegende dat de verbinding van de stad Hannuit en de gemeenten Comblain-au-Pont, Hamoir, Ferrières, Lijsem en Engis aan de afdeling te Hoei historisch gezien logisch is, niet alleen op sociaal en administratief vlak, maar ook voor wat de organisatie van de politiezones betreft;

Overwegende dat de afdeling te Hoei alle gemeenten zou omsluiten die onder de politiezone Maas-Haspengouw vallen mocht de gemeente Engis erin worden opgenomen;

Overwegende dat de afdeling te Hoei alle gemeenten zou omsluiten die onder de politiezone Condroz vallen mochten de gemeenten Comblain-au-Pont, Ferrières en Hamoir erin worden opgenomen;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement de terugkeer mogelijk maakt naar een justitie die gebaseerd is op meer nabijheid tussen de plaatsen waar de feiten zijn gepleegd en de burgerlijke of strafrechtelijke rechtscolleges waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, met behoud van de kwaliteit van de dienstverlening;

Overwegende dat de verschuiving van zaken van de afdeling te Luik naar de afdeling te Hoei de druk op de afdeling te Luik kan verminderen, die momenteel met een erg groot aantal zaken te kampen heeft, met lokalen en personeelsleden die bijna geen marge meer over hebben;

Overwegende dat het ontwerp van zaakverdeling van de politierechtbank van het gerechtelijk arrondissement Luik ook voorziet in een verschuiving van de stad Hannuit en de gemeenten Lijsem, Engis, Comblain-au-Pont, Hamoir en Ferrières van de afdeling te Luik naar de afdeling te Hoei;

Overwegende dat de parallellie tussen het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en dat van de politierechtbank te Luik het mogelijk maakt dat de rechtzoekende duidelijk weet onder welke afdeling hij valt, voor zowel de dossiers voor de politierechtbank als die voor de rechtbank van eerste aanleg, en de beroepen van de politierechtbank te Hoei kunnen allemaal worden beheerd door de afdeling te Hoei van de rechtbank van eerste aanleg te Luik, die dezelfde territoriale bevoegdheid heeft;

Overwegende dat de procureur des Konings te Luik begin 2019 heeft besloten de kabinetten van gemeen strafrecht van de afdelingen te Hoei en te Luik te centraliseren te Luik;

Overwegende dat ingevolge de beslissing van het directiecomité van de rechtbank om de in de afdeling te Hoei tewerkgestelde onderzoeksrechters te alloceren in Luik, deze onderzoeksrechters zonder onderscheid dossiers van de afdelingen te Luik en te Hoei behandelen ;

Overwegende dat de verschijningen voor de raadkamer in het kader van de handhaving en de verlenging van de bevelen tot aanhouding zoals bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis zijn gecentraliseerd te Luik;

Overwegende dat de regelingen van de rechtspleging bedoeld in artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering thans nog worden vastgesteld voor de raadkamer van de afdeling te Luik of de afdeling te Hoei al naargelang van de regels inzake territoriale bevoegdheid;

Overwegende dat het weinig werkbaar is om de raadkamers louter voor de regelingen van de rechtspleging te Hoei in stand te houden, aangezien dat ertoe leidt dat de onderzoeksrechters te Luik naar Hoei moeten gaan om er verslag uit te brengen bij de afsluiting van het gerechtelijk onderzoek en de rechtbank specifieke zittingen moet behouden voor een vrij beperkt aantal dossiers;

Overwegende dat het zaakverdelingsreglement bepaalt dat alle strafraadkamers die onder de territoriale bevoegdheid van de afdeling te Hoei vallen, te Luik worden vastgesteld;

Overwegende dat het beperkte en specifieke karakter van sommige materies ertoe leidt dat de zittingen die in de afdelingen te Verviers en te Hoei worden gehouden, regelmatig niet volzet zijn en/of dat rechters die een opleiding hebben genoten en een specifiek mandaat uitoefenen, zich regelmatig moeten verplaatsen, terwijl de geschillen in kwestie efficiënter zouden kunnen worden samengevoegd bij één afdeling, met een pool gespecialiseerde magistraten, waardoor de zittingen ter zake efficiënter zouden kunnen worden beheerd en waardoor wordt voorkomen dat de rechtzoekenden verschillend worden behandeld naargelang hun zaak sneller of net minder snel voorkomt afhankelijk van de afdeling;

Overwegende dat het bijzonder reglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik er sinds 2015 in voorziet dat de zittingen in kort geding die door de voorzitter van de rechtbank worden gehouden, met uitzondering van de geschillen in familiezaken en onder voorbehoud van artikel 584, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, plaatsvinden bij de afdeling te Luik;

Overwegende dat de behandeling van de eenzijdige verzoekschriften thans nog onder de afdelingen wordt verdeeld op grond van de regels inzake territoriale bevoegdheid;

Overwegende dat het voor een goede rechtsbedeling en met het oog op een harmonisering van de rechtspraak belangrijk is dat de eenzijdige verzoekschriften waarvoor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bevoegd is op grond van de artikelen 584, 585 en 587 van het Gerechtelijk Wetboek of van andere bijzondere wettelijke of decretale bepalingen bij de afdeling te Luik worden behandeld;

Overwegende dat eenzijdige procedures zeldzaam blijven bij de afdelingen te Verviers en te Hoei en dat die procedures een zekere specialisatie vereisen waarover de afdelingsvoorzitters niet noodzakelijkerwijs beschikken;

Overwegende dat voor de behandeling van geschillen in beslagzaken een echte specialisatie is vereist, die blijkt uit het gegeven dat men houder moet zijn van een specifiek brevet dat wordt behaald na het volgen van een doorgedreven opleiding die wordt verstrekt door het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding en men moet zijn aangewezen in het kader van een bijzonder mandaat van beslagrechter;

Overwegende dat weinig magistraten zich bezighouden met beslagzaken en ze weinig worden aangetrokken tot een technisch en schijnbaar gecompliceerd geschillen;

Overwegende dat er weinig griffiers zijn met ervaring in beslagzaken;

Overwegende dat de zittingen van de beslagkamer van de afdelingen te Verviers en te Hoei bijna nooit volzet zijn;

Overwegende dat geschillen in beslagzaken met spoed moeten worden behandeld en dat de afdelingen te Verviers en te Hoei niet altijd het personeel ter beschikking hebben om aan de vereisten op het gebied van specialisatie en spoed te voldoen;

Overwegende dat het voor een goede rechtsbedeling en met het oog op een harmonisering van de rechtspraak belangrijk is dat de geschillen in beslagzaken, zowel op eenzijdig verzoekschrift als op tegenspraak, worden gecentraliseerd bij de afdeling te Luik, wat het mogelijk zal maken om over een pool van gespecialiseerde magistraten en griffiers te beschikken;

Overwegende dat, met betrekking tot de procedures op tegenspraak in beslagzaken, de ervaring leert dat de rechtzoekenden in de meeste gevallen worden vertegenwoordigd of bijgestaan door een advocaat in deze technische aangelegenheden en dat het om geschillen gaat die zeer uitzonderlijk blijven in de levensloop van een rechtzoekende;

Overwegende dat, met betrekking tot de eenzijdige procedures in zowel kortgedingzaken als in beslagzaken, de centralisatie in Luik de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlenging waarborgt aangezien het eenzijdig verzoekschrift in de regel moet worden ondertekend door een advocaat en dat de verzoeken, onder voorbehoud van de noodzakelijke wetgevende aanpassingen, vanaf 2024 via een volledig digitale procedure zullen kunnen worden behandeld;

Overwegende dat de centralisering van de beslagzaken in Luik geen toepassing vindt op de verzoeningszittingen inzake hypothecaire kredieten, omdat voor rechtzoekenden met schulden, die soms in kansarmoede leven, de nabijheid van het gerechtsgebouw moet worden gewaarborgd omwille van de verplichte en niet-contentieuze aard van die procedure;

Overwegende dat krachtens de artikelen 21 en volgende van het Waals decreet van 22 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/11/2018 pub. 18/12/2018 numac 2018206236 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de onteigeningsprocedure sluiten betreffende de onteigeningsprocedure en het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2019 ter uitvoering van het voornoemde decreet, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2019, de bevoegdheid voor de onteigeningsprocedure volledig is overgedragen aan de rechtbank van eerste aanleg, zulks overeenkomstig artikel 569, 10°, van het Gerechtelijk Wetboek;

Overwegende dat het in het licht van de bijzondere aard van onteigeningszaken voor een goede rechtsbedeling en met het oog op een harmonisering van de rechtspraak belangrijk is dat de behandeling van deze geschillen wordt gecentraliseerd bij de afdeling te Luik en wordt toevertrouwd aan een pool van gespecialiseerde magistraten;

Overwegende dat de toegang tot justitie en de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd blijven aangezien de rechtzoekenden, wegens de technische en de uitzonderlijke aard van geschillen in onteigeningszaken, worden vertegenwoordigd door een advocaat;

Overwegende dat de strafzaken inzake mensenhandel thans, voor wat de behandeling op de correctionele zittingen betreft, worden gecentraliseerd bij de afdeling te Luik wegens de specifieke aard van die zaken en de noodzakelijke specialisatie van de magistraat die ervan kennis moet nemen;

Overwegende dat mensensmokkel in de realiteit nauw aansluit bij mensenhandel, worden de zaken van mensensmokkel, om dezelfde redenen en met het oog op een efficiëntere behandeling ervan, door het zaakverdelingsreglement gecentraliseerd bij de afdeling te Luik;

Overwegende dat, op grond van artikel 79, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 47duodecies, § 3, van het Wetboek van Strafvordering, in het rechtsgebied van het hof van beroep door de eerste voorzitter een in terrorisme gespecialiseerde onderzoeksrechter, van wie het kabinet gevestigd is te Luik, werd aangewezen om terrorismezaken te onderzoeken waarvoor het federaal parket bevoegd is;

Overwegende dat de keuze van de onderzoeksrechter bepaalt welke onderzoeksgerechten en rechtscolleges ten gronde uitspraak moeten doen in het dossier, ongeacht de plaats van het misdrijf, de plaats waar de verdachte verblijft of de plaats waar deze kan worden gevonden, overeenkomstig artikel 136quater van het Wetboek van Strafvordering voor de onderzoeksgerechten en artikel 139 van het Wetboek van Strafvordering voor de rechtscolleges ten gronde;

Overwegende dat het gerechtsgebouw te Luik beter beveiligd is om de zittingen te houden;

Overwegende dat de terrorismezaken van het federaal parket door het zaakverdelingsreglement worden gecentraliseerd bij de afdeling te Luik;

Overwegende dat de afstand tussen het verste punt van het gerechtelijk arrondissement Luik en het gerechtsgebouw te Luik slechts zeer zelden meer dan 75 kilometers bedraagt en dat gerechtsgebouw zeer goed bereikbaar is met het openbaar vervoer;

Overwegende dat de ervaring leert dat de beklaagden in veel gevallen worden vertegenwoordigd of bijgestaan door een advocaat in de zaken met betrekking tot de beoogde inbreuken op de wetgeving inzake milieu, stedenbouw, huisvesting en duurzaam wonen, natuurbescherming en dierenbescherming, volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en beroepen tegen administratieve geldboeten, en dat het om geschillen gaat die zeer uitzonderlijk blijven in de levensloop van een rechtzoekende;

Overwegende dat de zaken met betrekking tot de beoogde inbreuken op de wetgeving inzake huisvesting en duurzaam wonen, natuurbescherming en dierenbescherming, volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en beroepen tegen administratieve geldboeten worden gecentraliseerd te Hoei;

Overwegende dat de centralisering van de zaken van militair strafrecht bij de afdeling te Verviers was ingegeven door de aanwezigheid binnen het parket van de procureur des Konings - afdeling te Verviers van een ter zake gespecialiseerde magistraat;

Overwegende dat strafvervolging voor specifieke misdrijven die vallen onder het Militair Strafwetboek slechts zelden voorkomt, is het niet langer vereist dat een magistraat van de zetel zich ter zake specialiseert;

Overwegende dat de centralisering van de zaken van computercriminaliteit bij de afdeling te Verviers was ingegeven door de aanwezigheid binnen het parket van de procureur des Konings - afdeling te Verviers van een ter zake gespecialiseerde magistraat;

Overwegende dat de centralisering van de zaken van computercriminaliteit te Verviers geen echte meerwaarde biedt en regelmatig discussies oplevert met betrekking tot de precieze afbakening van het begrip computercriminaliteit;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009072 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009071 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Namen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009074 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen type koninklijk besluit prom. 16/02/2016 pub. 22/02/2016 numac 2016009073 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen sluiten tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "de kantons Borgworm, Fléron, Grâce-Hollogne, Herstal, van de vier kantons Luik, van de kantons Seraing, Sprimont en Wezet" vervangen door de woorden "de steden Luik, Seraing, Wezet, Borgworm en de gemeenten Ans, Awans, Aywaille, Bitsingen, Berloz, Beyne-Heusay, Blégny, Chaudfontaine, Crisnée, Dalhem, Donceel, Esneux, Faimes, Fexhe-le-Haut-Clocher, Flémalle, Fléron, Geer, Grâce-Hollogne, Herstal, Juprelle, Oerle, Oupeye, Remicourt, Saint-Nicolas, Soumagne, Sprimont en Trooz";2° in het derde lid worden de woorden "de twee kantons Hoei" vervangen door de woorden "de steden Hannuit, Hoei en de gemeente Amay, Anthisnes, Braives, Burdinne, Clavier, Comblain-au-Pont, Engis, Ferrières, Hamoir, Héron, Lijsem, Marchin, Modave, Nandrin, Neupré, Ouffet, Saint-Georges-sur-Meuse, Tinlot, Villers-le-Bouillet, Verlaine, Wanze en Wasseiges";3° in het vierde lid worden de woorden "de kantons Limburg, Spa en van de twee kantons Verviers" vervangen door de woorden "de steden Herve, Limburg, Malmedy, Stavelot, Verviers en de gemeente Aubel, Baelen, Dison, Jalhay, Lierneux, Olne, Pepinster, Plombières, Spa, Stoumont, Theux, Thimister-Clermont, Trois-Ponts, Weismes en Welkenraedt".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het tweede lid wordt vervangen als volgt: "Worden evenwel toegewezen aan de exclusieve bevoegdheid van de afdeling te Luik: - Aan de burgerlijke rechtbank : 1° de zaken waarvoor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Luik bevoegd is, zowel op eenzijdig verzoekschrift als op tegenspraak;2° de zaken waarvoor de beslagrechter of de beslagkamer bevoegd is, zowel op eenzijdig verzoekschrift als op tegenspraak, met uitzondering van de verzoeningszittingen inzake hypothecaire kredieten;3° de zaken betreffende overheidsopdrachten;4° de zaken betreffende intellectuele eigendom;5° de tuchtzaken van de notarissen en gerechtsdeurwaarders;6° de zaken betreffende onteigening voor het algemeen nut. - Aan de correctionele rechtbank: 1° de economische en financiële zaken;2° de zaken betreffende het sociaal strafrecht;3° de zaken betreffende mensenhandel en -smokkel;4° de zaken betreffende de uitlevering en de Europese aanhoudingsbevelen; 5° de zaken betreffende terrorisme die aanhangig worden gemaakt door de federale procureur."; b) het derde lid wordt vervangen als volgt: « Worden evenwel toegewezen aan de exclusieve bevoegdheid van de afdeling te Hoei: de strafzaken inzake milieu, stedenbouw, huisvesting en duurzaam wonen, natuurbescherming en dierenbescherming, volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en beroepen tegen administratieve geldboeten."; c) het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 3/1.De onderzoeksrechters en de jeugdrechters oefenen hun bevoegdheden uit op het volledige grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Luik.".

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 3/2.De kabinetten van de onderzoeksrechters zijn gevestigd te Luik en te Verviers.".

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 3/3.De raadkamer in strafrechtelijke zaken houdt zitting te Luik voor de zaken die worden toevertrouwd aan de onderzoeksrechters van wie het kabinet gevestigd is te Luik, en te Verviers voor de zaken die worden toevertrouwd aan de onderzoeksrechters van wie het kabinet gevestigd is te Verviers.

In de regel worden, rekening houdend met de plaats van het misdrijf, de plaats waar de verdachte verblijft, de maatschappelijke zetel of de bedrijfszetel indien het rechtspersonen betreft, en de plaats waar de verdachte kan worden gevonden: - de zaken die behoren tot de territoriale bevoegdheid van de steden Luik, Seraing, Wezet, Borgworm, Hannuit, Hoei en de gemeenten Anthisnes, Clavier, Marchin, Modave, Nandrin, Neupré, Ouffet, Tinlot, Amay, Braives, Burdinne, Héron, Saint-Georges-sur-Meuse, Villers-le-Bouillet, Verlaine, Wanze, Wasseiges, Beyne-Heusay, Chaudfontaine, Fléron, Soumagne, Awans, Engis, Flémalle, Grâce-Hollogne, Herstal, Oupeye, Ans, Saint-Nicolas, Seraing, Aywaille, Comblain-au-Pont, Esneux, Ferrières, Hamoir, Sprimont, Trooz, Bitsingen, Blégny, Dalhem, Juprelle, Berloz, Crisnée, Donceel, Faimes, Fexhe-le-Haut-Clocher, Geer, Lijsem, Oerle en Remicourt worden verdeeld onder de onderzoeksrechters van wie het kabinet gevestigd is te Luik; - de zaken die behoren tot de territoriale bevoegdheid van de steden Herve, Limburg, Malmedy, Stavelot, Verviers en de gemeente Aubel, Baelen, Dison, Jalhay, Lierneux, Olne, Pepinster, Plombières, Spa, Stoumont, Theux, Thimis-ter-Clermont, Trois-Ponts, Weismes en Welkenraedt worden verdeeld onder de onderzoeksrechters van wie het kabinet gevestigd is te Verviers.

De verzoekschriften waarvoor de raadkamer in strafrechtelijke zaken bevoegd is, worden vastgesteld te Luik of te Verviers, op grond van de in het tweede lid bedoelde territoriale verdeling.

In afwijking van het tweede en derde lid zullen de zaken die behoren tot het economisch, sociaal en fiscaal strafrecht en de zaken betreffende terrorisme worden behandeld door de gespecialiseerde onderzoeksrechters van wie het kabinet gevestigd is te Luik, op grond van de zaakverdeling waarin het bijzonder reglement van de rechtbank voorziet.".

Art. 6.Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2024.

Art. 8.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 april 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT