Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 april 2020
gepubliceerd op 22 mei 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020201205
pub.
22/05/2020
prom.
09/04/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 APRIL 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de vrije beroepen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 april 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de vrije beroepen Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 2019 Koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 2019 onder het nummer 156139/CO/336)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de vrije beroepen.

Art. 2.§ 1. Met ingang van 1 januari 2020 worden de sectorale minimumlonen en de effectieve bruto maandlonen verhoogd met 1,1 pct., met een maximum van 35 EUR. § 2. Een éénmalige premie, gelijk aan de hierboven vermelde loonsverhoging, te betalen met het loon van januari 2020, pro rata de prestaties geleverd gedurende de referteperiode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2019. § 3. De in § 1 en § 2 vermelde verhoging van de effectieve bruto maandlonen en/of de éénmalige premie is niet van toepassing op de werknemers die in de periode 2019-2020 volgens bedrijfseigen modaliteiten effectieve verhogingen van het loon en/of andere voordelen toegekend krijgen die evenwaardig.

De voordelen worden op basis van hun totale kost (bruto + patronale RSZ) aangerekend op de loonkost van de 1,1 pct. verhoging (maximum 35 EUR) per maand en/of van de éénmalige premie.

De bonussen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90 alsook de verhogingen in toepassing van de op anciënniteit/ervaring gebaseerde automatische jaarlijkse verhogingen die voortvloeien uit een op ondernemingsvlak verworven loonschaal worden niet aangerekend op de in § 1 en § 2 voorziene loonsverhoging.

Art. 3.§ 1. Voor de werknemers van de ondernemingen waarin geen regeling van loonindexering bestaat en van wie het maandloon hoger is dan het minimumloon van de sector, wordt, naast de verhoging voorzien in artikel 2 : - het maandloon op 1 januari 2020 verhoogd met 1,98 pct., met een maximum van 64 EUR, mits verrekening van effectieve verhogingen van het loon die in 2019 op ondernemingsvlak zijn toegekend; - en het maandloon op 1 januari 2021 verhoogd met 1,44 pct., met een maximum van 48 EUR, mits verrekening van effectieve verhogingen van het loon die in 2020 op ondernemingsvlak zijn toegekend. § 2. De verhogingen in toepassing van de op anciënniteit/ervaring gebaseerde automatische jaarlijkse verhogingen die voortvloeien uit een op ondernemingsvlak verworven loonschaal worden niet aangerekend op de in § 1 voorziene loonsverhogingen. § 3. Het bedrag van de loonsverhoging dat in rekening wordt gebracht voor de verrekening van de verhoging voorzien in artikel 2, § 3 kan niet in mindering worden gebracht voor de verrekening van de verhogingen voorzien in artikel 3, § 1.

Art. 4.De organisaties verbinden zich ertoe de sociale vrede te bewaren en zullen geen bijkomende eisen stellen op het niveau van het paritair comité en op het vlak van de onderneming voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur met ingang van 1 januari 2019.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van 3 maanden gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de vrije beroepen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 april 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^