Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 oktober 1998
gepubliceerd op 28 november 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012839
pub.
28/11/1998
prom.
08/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/08/1998012839/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1990, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 september 1995;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, tot verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 23 januari 1990, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1990.

Koninklijk besluit van 27 september 1995, Belgisch Staatsblad van 11 november 1995.

Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1997 Verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45086/CO/116)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel, de regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1990 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1990) en verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 14 maart 1991, 26 mei 1993 en 29 maart 1995, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 13 september 1991 (Belgisch Staatsblad van 3 december 1991), 31 januari 1994 (Belgisch Staatsblad van 21 april 1994) en 27 september 1995 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1995), gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en die onder het toepassingsgebied vielen van de in artikel 1 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 1989.

Onder werklieden wordt verstaan : de werklieden en werksters.

Art. 3.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt uitgebreid tot de werklieden die : 1. de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 1998;2. voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);3. ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten. De betrokken werklieden zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Art. 4.Voor de betrokken werklieden gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het netto referteloon van de werkman.

Art. 5.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt toegekend vanaf het einde van de opzeggingstermijn tot en met de maand waarin de bruggepensioneerde werkman de leeftijd bereikt waarop zijn rustpensioen ingaat.

Art. 6.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Art. 7.De betrokken bruggepensioneerde werklieden verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze die aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en eindigt op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd aan het koninklijk besluit van 8 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^