gepubliceerd op 29 november 2001
Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
8 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
Bijlage Beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Overwegende dat overeenkomstig artikel 46, 3° van de wet van 30 juni 1994, de billijke vergoeding niet van toepassing is op kosteloze privé-uitvoeringen in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten;
Dat men onder « schoolactiviteiten » dient te verstaan, activiteiten van onderwijs en opleiding, inzonderheid op het stuk van tewerkstelling, socioprofessionele beroepsopleiding en integratie; dat het betreft activiteiten van al dan niet gesubsidieerde openbare of private onderwijsinstellingen, die al dan niet diploma's uitreiken, al dan niet tot de verenigingssector behoren en al dan niet gericht zijn op tewerkstelling, alsook om enig ander type van instelling of voorziening, zulks op voorwaarde dat daadwerkelijk onderwijs of opleiding wordt verstrekt; dat, onder « schoolactiviteiten » zoals hierboven gedefinieerd, wordt niet verstaan, de vermaak- en ontspanningsactiviteiten, welke ook de opvoedkundige waarde is;
Overwegende dat bij gebrek aan bepalingen binnen deze beslissing, de relevante bepalingen van de andere beslissingen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, van toepassing zullen zijn indien de activiteiten binnen hun toepassingsgebied vallen;
De commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, neemt de volgende beslissing aan : Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.In uitvoering van de artikelen 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994, die aan de producenten van fonogrammen en aan de uitvoerende kunstenaars recht geeft op een billijke vergoeding voor de openbare mededeling van fonogrammen, wordt het bedrag van deze billijke vergoeding voor de directe of indirecte mededeling van fonogrammen voor de plaatsen en activiteiten die in de onderhavige overeenkomst worden beoogd.
Art. 2.De billijke vergoeding is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd en zij moet vooruit worden betaald. Afdeling 2. - Definities
Art. 3.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : - Uitbater : elke natuurlijke of rechtspersoon die, al dan niet voor eigen rekening en in welke hoedanigheid ook, een uitbating zoals bepaald in artikel 4 uitbaat, of tijdelijk of permanente activiteiten in eigen lokalen of in een plaats zoals bepaald in artikel 4, uitoefent. - Beheersvennootschappen : de collectieve beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen alsook de collectieve beheersvennootschappen die de producenten van fonogrammen vertegenwoordigen, of hun mandataris die belast wordt met het innen van de billijke vergoeding. - Billijke vergoeding : de jaarlijkse vergoeding verschuldigd voor elke directe of indirecte mededeling van fonogrammen. Onder jaarlijks moet worden verstaan : de periode die loopt van 1 januari tot 31 december van ieder kalenderjaar. - Verantwoordelijke van de zaal : de eigenaar, verhuurder, concessiehouder of elke andere natuurlijke persoon of rechtspersoon, privaat of publiek, die alleen of gezamenlijk handelt, ongeacht de wijze, kosteloos of tegen een vergoeding, één of meer polyvalente zalen verhuurt aan of ter beschikking stelt van verschillende natuurlijke personen of rechtspersonen, zodat zij occasioneel een activiteit kunnen organiseren die valt onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst. - Gebruiker van de zaal : de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een polyvalente zaal wordt verhuurd, of ter beschikking wordt gesteld om er, ongeacht de wijze, kosteloos of tegen een vergoeding, occasioneel een activiteit te organiseren die valt onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst of van andere overeenkomsten, goedgekeurd door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. - Tijdelijke binnenactiviteit : een activiteit van tijdelijke aard, die valt onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst, en die werd uitgeoefend in dezelfde ruimte of, indien er meerdere ruimten zijn, in hetzelfde complex van zalen, wie ook de gebruikers zijn. - Dansactiviteit : elke activiteit die een aan het dansen aangepaste inrichting en/of aangepast materiaal vergt, waaronder op niet-beperkende en niet-cumulatieve wijze een aangepaste dansvloer, muziekinstallatie, verlichtingsinstallatie of decoratie wordt verstaan. - Verantwoordelijke van het jeugdhuis : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die onder eender welke hoedanigheid het jeugdhuis beheert. - Tijdelijke activiteit in open lucht : een activiteit die valt onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst die plaatsvindt in open lucht, of binnen een niet door een vaste dakconstructie beschermde plaats of lokaliteit, die buiten geplaatst is ter gelegenheid van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard. - Activiteiten « zonder drank » : activiteiten die voor het publiek toegankelijk zijn, en waar geen dranken en/of maaltijden aangeboden worden of genuttigd kunnen worden uitgezonderd indien het een marginaal gebruik betreft zoals bijvoorbeeld (niet limitatief) een drankenautomaat zonder verdere infrastructuur. - Activiteiten « met drank » : activiteiten die voor het publiek toegankelijk zijn, en waar maaltijden en/of dranken voor consumptie al dan niet ter plaatse worden bereid en/of opgediend, en dit zelfs gratis aangeboden worden. - Activiteit « met dans » : activiteiten die voor het publiek toegankelijk zijn, en waar kan gedanst worden.
Art. 4.Definities betreffende de plaats.
In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : - Polyvalente zaal : vaste ruimte in een gebouw waarin gedurende het kalenderjaar diverse activiteiten plaatsvinden die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst, en die georganiseerd worden door verschillende personen, andere dan de verantwoordelijke van de zaal, wiens tussenkomst zich beperkt tot de verhuur of de terbeschikkingstelling van de zaal en de materiële toebehoren ervan. - Jeugdhuis : het lokaal of de lokalen van het gebouw waar permanent activiteiten plaatsvinden van jeugdcentra, jeugdhuizen, jeugdclubs, jeugddiensten en jeugdateliers, zoals bedoeld in de zin van punt 8 van artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 december 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 1993 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. - Cultureel centrum : het lokaal of de lokalen van het gebouw waar permanent activiteiten plaatsvinden van de culturele centra of van elke organisatie die een vergelijkbare socioculturele activiteit uitoefent en daar ruimten voor ter beschikking stelt. Afdeling 3. - Tarieven
Art. 5.Basistarief. § 1. Elkeen die op regelmatige basis activiteiten « zonder drank », zoals bepaald in artikel 3, organiseert, waarbij muziek wordt afgespeeld, wordt gemachtigd de vastgestelde billijke vergoeding jaarlijks en vooraf, op de volgende wijze te betalen exclusief BTW voor deze activiteiten en de lokalen die ze gebruiken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertjaar 2001. § 2. Wanneer een jaarrarief wordt betaald, moet de totale oppervlakte (van muur tot muur) van de ruimte waar muziek wordt afgespeeld, aangegeven worden. Het dat sommige activiteiten tijdens het jaar slechts een beperkt gedeelte van deze ruimte in gebruik nemen, geeft geen aanleiding tot een vermindering van het jaartarief.
Art. 6.Tarieven jeugdhuizen. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 5, wordt de verantwoordelijke van het jeugdhuis gemachtigd de billijke vergoeding te betalen overeenkomstig de onderstaande nadere regels. § 2. In afwijking van artikel 12, is de verantwoordelijke van het jeugdhuis gemachtigd de vastgestelde billijke vergoeding jaarlijks en vooraf, op de volgende wijze te betalen exclusief BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertjaar 2001. § 3. De betaling van de billijke vergoeding door de verantwoordelijke van het jeugdhuis bevrijdt zowel hem als andere personen die in het jeugdhuis eigen activiteiten organiseren, van hun betalingsverplichtingen krachtens deze overennkomst of krachtens andere overeenkomsten, goedgekeurd door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 7.Tarieven polyvalente zalen. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 5, wordt de verantwoordelijke van de zaal gemachtigd de forfaitair vastgestelde billijke vergoeding jaarlijks en vooraf, op de volgende wijze te betalen exclusief BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertjaar 2001. § 2. In afwijking qan artikel 12, is er nader bepaald dat, indien de verantwoordelijke van de zaal verschillende polyvalente zalen (gezamenlijk of afzonderlijk) in hetzelfde gebouw verhuurt of ter beschikking stelt van de gebruikers, het voornoemd tarief voor elke zaal afzonderlijk (niettegenstaande de mogelijkheid om ze gezamenlijk aan te wenden) of gezamenlijk zal worden toegepast, naargelang de verklaring van de verantwoordelijke van de zaal. § 3. De betaling van de billijke vergoeding door de verantwoordelijke van de zaal overeenkomstig voormeld tarief gebeurt respectievelijk voor rekening van elkeen van de gebruikers van de polyvalente zaal, in hun hoedanigheid van uitbater in de zin van eze overeenkomst, voor de occasionele activiteiten georganiseerd in de polyvalente zaal gedurende het kalender jaar.
Voormelde betaling bevrijdt de gebruiker van de polyvalente zaal van de betalingsplichten die op hem rusten krachtens deze overeenkomst of elke andere overeenkomst goedgekeurd door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Niettegenstaande hetgeen voorafgaat, is de gebruiker van de polyvalente zaal die deze gebruikt om er een activiteit of manifestatie te organiseren die kadert binnen zijn permanente activiteiten, meer bepaald omwille van de menigvuldigheid van plaatsen waar hij dergelijke activiteiten of manifestaties organiseert, niet door betaling van bovenvermeld forfaitair bedrag bevrijd van de verplichtingen die op hem rusten krachtens deze overeenkomst of krachtens andere overeenkomsten, goedgekeurd door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 8.Tarieven culturele centra. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 5, wordt de verantwoordelijke van het cultureel centrum gemachtigd de billijke vergoeding te betalen overeenkomstig de onderstaande nadere regels. De culturele centra kunnen bovendien gebruik maken van de tarieven voor polyvalente zalen. § 2. De verantwoordelijke van het cultureel centrum is gemachtigd de forfaitair vastgestelde billijke vergoeding jaarlijks en vooraf, op de volgende wijze te betalen exclusief BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertjaar 2001. § 3. In afwijking van artikel 12, mogen per soort tarief de oppervlaktes van de verschillende ruimtes gecumuleerd worden. § 4. Artikel 7, §§ 2 en 3 wordt naar analogie toegepast.
Art. 9.Tarieven tijdelijke binnenactiviteiten. § 1. De tarieven worden bepaald door de hoofdactiviteit die plaatsvindt in de ruimte waaronder men op niet-limitatieve wijze een hal of een zaal verstaat. Heeft dezelfde activiteit in verschillende ruimtes plaats, dan mogen de oppervlaktes van deze ruimtes opgeteld worden. De tarieven worden bepaald per begonnen periode van 24 of 48 uur volgend op het aanvatten van de activiteit. § 2. De tarieven voor de activiteiten « met dans » houden ook rekening met de « inkomprijs » : deze « inkomprijs » is gelijk aan de hoogste inkomprijs die voor de activiteit aangerekend wordt. § 3. De oppervlakte van de ruimte wordt gemeten van « muur tot muur ».
Indien slechts een gedeelte van een hal of zaal gebruikt wordt dan is de oppervlakte die in aanmerking moet genomen worden de oppervlakte van het gedeelte dat door de organisator bedoeld wordt om gebruikt te worden voor de activiteit. Dit zal afgeleid worden uit feitelijke tekenen zoals het gebruik van verplaatsbare wanden of gordijnen, het plaatsen van afsluitingen en dergelijke.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertejaar 2001.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertejaar 2001.
Art. 10.Tarieven tijdelijke activiteiten in open lucht.
De hieronder tarieven worden bepaald per begonnen periode van 24 of 48 uur volgend op het aanvatten van de activiteit.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tarieven « zonder drank » en « met drank » : basisindex december 1998.
Geïndexeerde tarieven voor het refertejaar 2001.
Tarieven « met dans » : basisindex december 2000.
Geïndexeerde tarieven voor het refertejaar 2001. (*) Voor het tarief « zonder drank » zal men, wanneer de oppervlakte niet kan berekend worden, zich beroepen op het aantal luidsprekers. Afdeling 4. - Indexering
Art. 11.De in de onderhavige overeenkomst vermelde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van het voorbije jaar volgens de volgende formule. basisbedrag x nieuwe index/basisindex De basisindex is vermeld bij elke tarieftabel. De nieuwe index is deze die telkens per 1 januari van de volgende jaren van kracht zal zijn. Afdeling 5. - Bijzondere tariefmaatregelen
Art. 12.Indien in de verschillende plaatsen of lokaliteiten met een permanente oppervlakte binnen éénzelfde uitbating verschillende muziek afkomstig van verschillende geluidsbronnen wordt uitgezonden, dan wordt de billijke vergoeding voor elk van deze plaatsen of lokaliteiten afzonderlijk berekend.
Art. 13.Indien in de verschillende plaatsen of lokaliteiten met een permanente oppervlakte binnen éénzelfde uitbating tegelijkertijd of afwisselend dezelfde muziek afkomstig van dezelfde geluidsbron wordt uitgezonden, dan worden de betrokken permanente oppervlakten voor de berekening van de vergoeding samengeteld.
Art. 14.Niettegenstaande artikel 2, heeft de uitbater die in de loop van een kalenderjaar de openbare mededeling van fonogrammen definitief en onherroepelijk stopzet, recht, op zijn verzoek, op de terugbetaling van de billijke vergoeding die betrekking heeft op de periode van het kalenderjaar na het definitieve stopzetten van de openbare mededeling van fonogrammen.
De uitbater die op grond van het vorige lid om terugbetaling van een gedeelte van de billijke vergoeding verzoekt, moet aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris alle gegevens verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de openbare mededeling van fonogrammen werkelijk definitief en onherroepelijk is stopgezet.
De terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding wordt berekend vanaf de eerste dag die volgt op de datum van definitieve stopzetting van de openbare mededeling van fonogrammen.
Het verzoek om terugbetaling dient te worden ingediend bij de beheersvennootschappen of bij hun mandatarissen binnen de zes maanden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van definitieve stopzetting van de openbare mededeling van fonogrammen.
Art. 15.Voor de uitbatingen waarin in de loop van een kalenderjaar voor de eerste maal een openbare mededeling van fonogrammen wordt gegeven, zal voor dat kalenderjaar een billijke vergoeding verschuldigd zijn in verhouding tot het aantal volledige kalendermaanden dat er een openbare mededeling van fonogrammen is gegeven. Afdeling 6. - Procedure
Onderafdeling 1. - Inlichtingen
Art. 16.§ 1. Om het in de artikelen 5 en 6 bedoelde tarief te kunnen genieten, moet de verantwoordelijke van het jeugdhuis of de debiteur bedoeld in artikel 5 : a) daartoe een schriftelijke aanvraag indienen bij de beheersvennootschappen of bij hun lasthebber;b) de volgende gegevens meedelen : 1° de naam of de benaming van de verantwoordelijke van het jeugdhuis of van de debiteur, evenals zijn adres en de naam en de hoedanigheid van de persoon belast met het dagelijks beheer en de gegevensverstrekking;2° het adres van het jeugdhuis of van de plaats bedoeld in artikel 5, en de respective oppervlakte in vierkante meter toegankelijk voor het publiek in het kader van de activiteiten ongeacht de toegangsvoorwaarden;3° of er in het jeugdhuis of in de plaats bedoeld in artikel 5, al dan niet dansactiviteiten worden georganiseerd;4° de bron en de soort van muziek die in het jeugdhuis of in de plaats bedoeld in artikel 5, gewoonlijk aan het publiek ten gehore wordt gebracht;c) zoals hierboven gesteld, het vastgestelde bedrag van de billijke vergoeding betalen alsof hij uitbater was in de zin van deze overeenkomst;d) zich ertoe verbinden de organisator van activiteiten in het jeugdhuis of in de plaats bedoeld in artikel 5, op de hoogte te brengen van zijn rechten en verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst;e) iedere belanghebbende persoon ervan in kennis stellen dat, wanneer hij een voor het publiek toegankelijke manifestatie (in de zin van de bepalingen van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten) organiseert, hij zich moet onderwerpen aan de controle door de beheersvennootschappen of hun lasthebber, zoals georganiseerd door deze overeenkomst;f) zich er schriftelijk toe verbinden tegenover de beheersvennootschappen of hun mandataris voormelde bepalingen te respecteren. § 2. Om het in artikel 7 of artikel 8 bedoelde tarief te kunnen genieten, moet de verantwoordelijke van de zaal of het culturele centrum : a) daartoe een schriftelijke aan vraag indienen bij de beheersvennootschappen of hun lasthebber;b) de volgende gegevens meedelen : 1° zijn naam of benaming en zijn adres, evenals de naam en de hoedanigheid van de persoon belast met het dagelijks beheer en de gegevensverstrekking;2° het adres van de polyvalente za(a)l(en) of het culturele centrum en de respectieve oppervlakte in vierkante meter;3° verduidelijken of in de polyvalente za(a)l(en) of in het culturele centrum al dan niet activiteiten worden georganiseerd waarbij maaltijden worden geserveerd en/of dansactiviteiten worden uitgeoefend;4° de bron en de soort van muziek die er gewoonlijk aan het publiek ten gehore wordt gebracht;c) zoals hierboven gesteld, het vastgestelde bedrag van de billijke vergoeding betalen alsof hij uitbater was in de zin van deze overeenkomst;d) zich ertoe verbinden de gebruiker van de polyvalente zaal of het culturele centrum mee te delen dat hij de billijke vergoeding al dan niet betaalt overeenkomstig de bepalingen van huidig artikel en hem op de hoogte te brengen van zijn rechten en verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst;e) zich er schriftelijk toe verbinden tegenover de beheersvennootschappen of hun mandataris voormelde bepalingen te respecteren.
Art. 17.De uitbater moet aan de beheersmaatschappijen of hun mandatarissen ten minste vijf werkdagen voorafgaand aan de aanvang van de tijdelijke binnenactiviteit of de tijdelijke activiteit in open lucht, waarbij er een mededeling aan het publiek is van muziek, door middel van een daartoe bestemd formulier voor deze activiteit ten minste de volgende gegevens verstrekken : 1. naam en adres van de uitbater en/of de inrichter, alsook de naam en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die met het dagelijks beheer en het verstrekken van inlichtingen belast is;2. de oppervlakte in m2;3. de aard van de muziekbron;4. de soort muziek;5. plaats waar de tijdelijke binnenactiviteit of de tijdelijke activiteit in open lucht wordt uitgebaat;6. de datum en het aantal dagen waarop de tijdelijke binnenactiviteit of de tijdelijke activiteit in open lucht wordt uitgebaat;7. aard van de tijdelijke binnenactiviteit of van de tijdelijke activiteit in open lucht : activiteit zonder drank, met drank, activiteit met dans, en in voorkomend geval, de inkomprijs. Onderafdeling 2. - Betaling
Art. 18.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geïnd door middel van een door de beheersvennootschappen of hun mandataris opgestelde uitnodiging tot betaling.
Art. 19.Wanneer een natuurlijke of rechtspersoon verschillende in artikel 4 vermelde uitbatingen heeft, kan voor elke uitbating een afzonderlijke uitnodiging tot betaling aan de betrokken uitbater verstuurd worden.
Art. 20.De uitbater die nalaat om de billijke vergoeding binnen een termijn van twintig werkdagen te betalen, dient zonder voorafgaande ingebrekestelling vanaf de datum van de uitnodiging tot bepaling een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest te betalen, met een minimum van 7,44 euro.
Art. 21.De uitbater die onjuiste gegevens verstrekt, waardoor een lager bedrag wordt betaald dan hetgeen werkelijk verschuldigd is, dient het verschuldige resterende saldo te betalen vermeerderd met een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest vanaf de datum waarop de uitnodiging tot betaling aan de hand van de onjuiste aangifte werd opgemaakt. Afdeling 7. - Controle
Art. 22.De uitbater moet de beheersvennootschappen of hun mandataris in staat stellen de in artikel 16 bedoelde inlichtingen te controleren, evenals alle inlichtingen te verzamelen die de verdeling van de rechten mogelijk maken.
Daartoe moet de uitbater de beheersvennootschappen of hun mandataris, andere dan de personen omschreven in artikel 74 van de wet van 30 juni 1994, toestaan om kosteloos de uitbatingen zoals omschreven in artikel 4, alsook tijdelijke binnenactiviteiten en activiteiten in open lucht, te betreden tijdens de openingsuren, teneinde de juistheid van de verstrekte inlichtingen te controleren. Afdeling 8. - Forfaitair tarief
Art. 23.De uitbater die nalaat om overeenkomstig artikel 16 zijn aanvraag in te dienen, wordt geacht een inrichting uit te baten zoals bedoeld in artikel 28 van de beslissing van 23 oktober 1998 betreffende de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 april 1999, indien hij binnen het toepassingsgebied van voormelde beslissing valt.
Art. 24.Ten aanzien van uitbaters die nalaten om overeenkomstig artikel 17 aangifte te doen van de tijdelijke binnenactiviteit of van de tijdelijke activiteit in open lucht wordt het bedrag van de billijke vergoeding dat zij krachtens artikelen 9 en 10 verschuldigd zijn, met 15 % verhoogd met een minimum van 99,16 euro.
Voor de berekening van de billijke vergoeding, dienen de beheersvennootschappen of hun mandataris de oppervlakte en de duur van de gekende periode in acht nemen, en bij gebrek hieraan de veronderstelde, hier de tijdelijke binnenactiviteit of de tijdelijke activiteit in open lucht. Afdeling 9. - Opheffingsbepaling
Art. 25.Artikel 11bis van de beslissing van 23 oktober 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbaters die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen evenals door discotheken/dancings, goedgekeurd door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, ingevoegd bij beslissing van 30 juni 2000 algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 september 2000, wordt opgeheven. Afdeling 10. - Wijzigingsbepaling
Art. 26.In artikel 4 van de beslissing van 10 september 1999 genomen door de commissie zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbatingspunten gebruikt voor de promotie, de verkoop of de verhuur van goederen en diensten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 december 1999, wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Indien het een permanente buitenactiviteit betreft, worden de hierboven vermelde bedragen gehalveerd. »
Art. 27.In artikel 4 van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 april 1999, wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Indien het een permanente buitenactiviteit betreft, worden de hierboven vermelde bedragen gehalveerd. » Afdeling 11. - Slotbepalingen
Art. 28.De onderhavige overeenkomst wordt aangenomen voor een onbepaalde duur.
De tarieven beoogd in artikel 5 gelden vanaf 8 juli 1996. Voor de personen beoogd in artikel 5, die hun activiteit aangevangen hebben voor 1 januari 1998 zal de billijke vergoeding, verschuldigd voor de periode van 8 juli 1996 tot 31 december 1997, forfaitair verminderd worden tot 50 % van de jaarlijkse billijke vergoeding voorzien in artikel 5.
De tarieven beoogd in de artikelen 6 en 8 gelden van 1 januari 1999 tot 31 december 2004.
De tarieven beoogd in artikel 7 gelden vanaf 1 januari 2002.
De tarieven beoogd in de artikelen 9 en 10 gelden vanaf 1 december 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 november 2001.
De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN