8 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2007 pub. 23/01/2007 numac 2007014014 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de vergunning van spoorwegonderneming sluiten betreffende de vergunning van de spoorwegonderneming

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Spoorcodex, de artikelen 13, §§ 1 en 3, 14, derde lid en 17;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2007 pub. 23/01/2007 numac 2007014014 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de vergunning van spoorwegonderneming sluiten betreffende de vergunning van spoorwegonderneming;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juni 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 6 februari 2017;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies nr. 61.567/4 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, de Minister van Middenstand, bevoegd voor het afleveren van vergunningen om erkend te worden als spoorwegonderneming, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2012/34/EU van het Europese Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte.

Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2007 pub. 23/01/2007 numac 2007014014 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de vergunning van spoorwegonderneming sluiten betreffende de vergunning van spoorwegonderneming wordt vervangen als volgt: " Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2012/34/EU van het Europese Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte.".

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "door middel van een aangetekende zending of door afgifte met ontvangstbewijs" opgeheven.

Art. 4.Artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepalingen onder 3° tot 6°, luidende: "3° het ondernemingsnummer of het vestigingseenheidsnummer in de Kruispuntbank van ondernemingen; 4° het contact-postadres voor zover dit niet overeenstemt met het adres van de maatschappelijke zetel;5° het telefoon- en faxnummer; 6° het emailadres en eventueel de internetsite.".

Art. 5.Artikel 4, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt: « § 2. De vergunningaanvraag gaat vergezeld van de documenten die bewijzen dat de aanvrager voldoet of zal voldoen aan de voorwaarden bedoeld bij 13, § 1 van de Spoorcodex en nader bepaald bij de artikelen 5 tot 8.

Om ontvankelijk te worden verklaard worden deze documenten en stukken in het Frans of in het Nederlands gesteld met uitzondering van zuiver technische gegevens die ook in het Engels mogen zijn gesteld.

De documenten afkomstig van een andere lidstaat van de Europese Unie gaan, in voorkomend geval, vergezeld van een door een bevoegde overheid van het land van oorsprong of door een bevoegde overheid van de Europese Commissie gewaarmerkt afschrift en van een vertaling hetzij in het Nederlands, hetzij in het Frans. ».

Art. 6.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : " § 4. De instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen kan eisen dat een auditrapport en passende documenten van een bank, een openbare spaarkas, een accountant of auditor worden overgelegd. Deze documenten dienen de in bijlage I, punt 2, genoemde informatie te bevatten."

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden « Boek II » vervangen door de woorden « Boek 2 »;2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende : " 4° niet in staat van faillissement zijn verklaard of tegen hen geen vordering wegens insolventie of een soortgelijke procedure is ingesteld".

Art. 8.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden « Om de Minister toe te laten de vergunning opnieuw te onderzoeken, stelt de houder van de vergunning de Minister in kennis:" vervangen door de woorden "Om de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen toe te laten de vergunning opnieuw te onderzoeken, stelt de houder van de vergunning haar in kennis :"; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " De houder van de vergunning mag tijdens het nieuwe onderzoek de exploitatie voortzetten, tenzij de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen om veiligheidsredenen de vergunning schorst overeenkomstig artikel 15."; 3° in paragraaf 4, worden de woorden "beslist om overeenkomstig artikel 16 de vergunning in te trekken" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 16 de vergunning intrekt".

Art. 9.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen schorst de vergunning bij niet naleving van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5 tot 8.

De onmogelijkheid tot het aantonen door de houder van een vergunning dat hij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5 tot 8 wordt gelijkgesteld met de niet naleving van deze voorwaarden.".

Art. 10.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen trekt de vergunning in: 1° bij een ernstige of herhaalde tekortkoming aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen 5 tot 8;2° wanneer deze reeds werd geschorst wegens het niet naleven van de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5 tot 8 en de spoorwegonderneming niet binnen de zes maanden kan aantonen dat zij opnieuw voldoet aan deze voorwaarden; 3° wanneer tegen de houder van de vergunning een rechtsvordering wegens insolventie of een soortgelijke procedure is ingesteld en de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen ervan overtuigd is dat er geen realistische vooruitzichten zijn op een bevredigende financiële reorganisatie binnen een redelijke termijn."

Art. 11.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 13.In de artikelen 3, 9, 10, 11, 12, 13, 17 en in de bijlage I, 5., van hetzelfde besluit worden de woorden « De Minister », « de Minister », « De Minister of zijn gemachtigde", "de Minister of zijn gemachtigde" en « aan de Minister » respectievelijk en telkens vervangen door de woorden « De instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen », « de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen », « De instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen of zijn gemachtigde", "de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen of zijn gemachtigde", en « aan de instantie die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen ».

Art. 14.Bijlage II van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.De minister bevoegd voor het vervoer en de minister bevoegd voor het afleveren van vergunningen om erkend te worden als spoorwegonderneming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Minister van Middenstand, D. DUCARME