Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 mei 2013
gepubliceerd op 18 juli 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering en werking van de mobiele equipe

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013202718
pub.
18/07/2013
prom.
08/05/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering en werking van de mobiele equipe (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de invoering en werking van de mobiele equipe.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2011 Invoering en werking van de mobiele equipe (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105794/CO/330) Deze collectieve arbeidsovereenkomst kadert in de uitvoering van punt IV van het akkoord betreffende de Federale Gezondheidssectoren Privésector - 2011 (het zogenaamd "mini-akkoord 2011").

Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de principes vast voor de verdeling van de jobs over de instellingen van de sector, het statuut van en het kader voor de werking van de mobiele equipe.

De mobiele equipe in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden niet toegevoegd aan de mobiele equipes van het "pilootproject mobiele equipes in de rusthuizen" dat in het kader van de Fiscale Maribel is opgestart.

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, die genieten van de bijkomende tewerkstelling zoals voorzien in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Definitie De mobiele equipe is een equipe van werknemer(s) die niet gebonden is aan een architectonische, structurele of functionele eenheid en die het mogelijk maakt om in de woon/zorgeenheden een onmiddellijke vervanging te verzekeren in geval van een afwezigheid of een kortstondige versterking in geval van plots verhoogde werklast.

Art. 3.Algemene doelstellingen De mobiele equipe heeft als algemene doelstellingen : - de onmiddellijke vervanging van het afwezig verplegend en verzorgend personeel voor een beperkte duur; - het verminderen van de werklast; - het verminderen van de arbeidsflexibiliteit door het stabieler maken van de uurroosters.

Art. 4.Verdeling van de arbeidsplaatsen Het mini-akkoord 2011 voorziet 105 VTE voor de sector van de ROB-RVT's.

Deze jobs zullen als volgt worden verdeeld : § 1. Maximaal 25 VTE worden toegekend aan instellingen waarin het sociaal overleg (OR en/of CPBW en/of syndicale afvaardiging) voor het eerst is opgestart vanaf het jaar 2006.

ROB-RVT's die aan het pilootproject en/of die een job toegekend gekregen hebben vanuit de middelen van de Fiscale Maribel op basis van het criterium "sociaal overleg" kunnen geen extra jobs krijgen in deze verdeling.

De lijst van deze instellingen wordt opgemaakt door de Kamer Ouderenzorg van het Fonds Sociale Maribel 330. De instellingen worden in de lijst gerangschikt van klein naar groot in functie van het aantal VTE. De concrete verdeling van de jobs gebeurt door de Kamer Ouderenzorg die de lijst met deze instellingen zal communiceren aan het RIZIV voor de officiële toekenning en financiering. § 2. Minimaal 80 VTE worden toegekend in functie van een dubbel criterium. Het eerste is het aandeel van de bewoners met een Cd profiel in de instelling en het tweede is het aantal werknemers dat in dienst is en gerekend mag worden als boven de RIZIV personeelsnorm. Er wordt door de diensten van het RIZIV een lijst opgemaakt van de instellingen met minstens 15 pct. Cd bewoners. Op basis van deze lijst wordt een tweede lijst gemaakt van de instellingen met minstens 15 pct. bovennorm personeel.

Deze instellingen worden van hoog naar laag in functie van het aantal werknemers gerangschikt voor de verdeling van de jobs. De verdeling houdt eveneens rekening met de bepalingen van artikel 5.

De concrete verdeling van de jobs gebeurt door de Kamer Ouderenzorg die de lijst met instellingen communiceert aan het RIZIV voor de officiële toekenning en financiering.

ROB-RVT's die reeds deelnemen aan het pilootproject "mobiele equipe" kunnen geen extra jobs krijgen in deze verdeling. § 3. Een instelling kan tewerkstelling toegekend krijgen ofwel op basis van de criteria vermeld in § 1 van dit artikel ofwel op basis van de criteria vermeld in § 2 van dit artikel. § 4. Al de in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst toegekende jobs zijn bedoeld voor de mobiele equipe.

Art. 5.Aantal toegekende jobs § 1. Er worden 30 VTE gereserveerd voor instellingen die 1 VTE toegekend krijgen en 50 VTE voor instellingen die 0,5 VTE toegekend krijgen.

In functie van het aantal werknemers in de instelling wordt er 0,5 of 1 VTE toegekend voor de mobiele equipe.

Indien aan een instelling 1 VTE werd toegekend, dan mag deze instelling hiermee een voltijdse of 2 halftijdse werknemers aanwerven voor de mobiele equipe. § 2. De mobiele equipe bestaat enkel uit verpleegkundigen of zorgkundigen of reactivatiepersoneel.

Art. 6.Prioriteiten in de toewijzing De drie eerste prioriteiten voor de toewijzing van de mobiele equipe zijn de volgende : 1. de onmiddellijke vervanging van onvoorzien afwezige werknemers. Onder "onmiddellijke vervanging" wordt verstaan : de vervanging van de onvoorziene afwezigheid, wegens ziekte of wegens een dwingende reden tot maximaal de eerste 5 dagen afwezigheid; 2. de onmiddellijke vervanging van geplande afwezigheden van korte duur met een maximale vervangingsperiode van 5 dagen;3. buitengewone vermeerdering van de werklast. De volgorde van de prioriteiten 2. en 3. kan omgedraaid worden door het overlegorgaan.

Art. 7.Sociaal overleg Het overlegorgaan, met name de ondernemingsraad, bij ontstentenis een lokaal paritair comité bestaande uit de werkgever en de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis het CPBW, is bevoegd voor het opvolgen van de mobiele equipe.

De ondernemingsraad, bij ontstentenis voormeld lokaal overlegcomité bestaande uit de werkgever en de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis van syndicale afvaardiging, het CPBW, ontvangt daartoe een jaarlijks kwalitatief en kwantitatief verslag over de werking, de verdeling, de samenstelling van de mobiele equipe, de redenen van de vervangingen en in voorkomend geval de redenen van de niet-vervangingen.

Art. 8.Uurroosters Voor de leden van de mobiele equipe worden specifieke uurroosters vastgelegd. Zij beschikken bij voorkeur over een vast- of cyclisch uurrooster.

Deze uurroosters worden overeengekomen in het overlegorgaan en opgenomen in het arbeidsreglement van de instelling.

De leden van de mobiele equipe kunnen werken tijdens weekdagen, in het weekend en tijdens avonduren. Zij kunnen geen volledige nachtshifts presteren.

Commentaar : De sociale partners sluiten niet uit dat in de toekomst leden van de mobiele equipe wel nachtarbeid onder de vorm van een volledige nachtshift kunnen presteren. Dit zal afhangen van de evolutie van het aantal werknemers werkzaam in de mobiele equipes en het aantal instellingen met een mobiele equipe.

Art. 9.Werkingsreglement Vóór de start van de mobiele equipe zal het overlegorgaan, zoals bepaald in artikel 7, een werkingsreglement opstellen.

Dit reglement bevat : - het aantal werknemers van de mobiele equipe, hun functie en hun namen; - de uurroosters van de mobiele equipe; - de verantwoordelijke voor het opstellen van het uurrooster van de leden/werknemers van de mobiele equipe; - de toewijzingsprioriteiten; - het aantal en de namen afdelingen/diensten binnen de instelling waar de mobiele equipe kan functioneren; - de functie van de werknemers die kunnen vragen om de mobiele equipe in te schakelen; - de naam en de functie van de verantwoordelijke die beslist over de dagelijkse inzet van de mobiele equipe; - de inhoud van de halfjaarlijkse evaluatie.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 13 juli 2011 en is afgesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der ondertekenende partijen, met een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^