Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 mei 2013
gepubliceerd op 18 juli 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij tijdelijke werkloosheid voor de arbeiders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013202674
pub.
18/07/2013
prom.
08/05/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij tijdelijke werkloosheid voor de arbeiders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij tijdelijke werkloosheid voor de arbeiders.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2012 Aanvullende financiële bijdrage van de werkgever bij tijdelijke werkloosheid voor de arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 24 september 2012 onder het nummer 111215/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren on- der het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en die erkend zijn door het "Vlaams subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie".

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiderspersoneel. HOOFDSTUK II. - Algemeen kader

Art. 2.De ondertekenende partijen erkennen het belang van afspraken met betrekking tot het economische herstel van de sector in tijden van economische crisis.

De ondertekenende partijen erkennen dat omwille van het specifieke karakter van, onder meer, de sector en de populatie, een gedifferentieerde aanpak van doelgroep- en omkaderingsmedewerkers gepast kan zijn. HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de aanvullende financiële bijdrage van de werkgever

Art. 3.§ 1. De werkgever zal bij invoering in de sociale werkplaats of in de beschutte werkplaats van een systeem van tijdelijke werkloosheid om economische redenen een aanvullende vergoeding betalen. De werkgever zal bij invoering in de beschutte werkplaats van een systeem van tijdelijke werkloosheid omwille van weerverlet of technische stoornis een aanvullende vergoeding betalen. § 2. De aanvullende vergoeding bedraagt voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid samen : - Alleenstaanden en samenwonenden : van 1e tot en met 60e dag per kalenderjaar een toeslag van 3 EUR bruto per werkdag die omwille van de tijdelijke werkloosheid niet werd gepresteerd; - Gezinshoofden mits aflevering aan de werkgever van een officieel attest van de uitbetalingsinstelling/RVA met betrekking tot de gezinstoestand : van 1e tot en met 60e dag per kalenderjaar een toeslag van 6 EUR bruto per werkdag die omwille van de tijdelijke werkloosheid niet werd gepresteerd; - De hierboven vermelde categorieën worden bepaald op basis van de vigerende RVA-reglementering. - De hierboven vermelde dagbedragen worden omgerekend naar een uurbedrag volgens de volgende formule : aanvullende vergoeding (3 EUR of 6 EUR naargelang het geval) x 5 dagen/week/gemiddelde voltijdse arbeidsduur op het vlak van de onderneming Deze bedragen worden uitbetaald gedurende maximaal 456 uren per kalenderjaar.

Voor de arbeiders die geen voltijds uurrooster hebben gebaseerd op de werkelijke arbeidsduur omgerekend per week (38 uur) wordt het maximaal aantal uren geproratiseerd.

Na afloop van de maximale periode van aanvullende vergoeding ten belope van respectievelijk 3 of 6 EUR, waarvan sprake in dit artikel 3, § 2, wordt de hoogte van de aanvullende vergoeding gealigneerd op de vigerende wetgeving. § 3. De betaling van de aanvullende vergoeding gebeurt samen met de uitbetaling van het loon van de maand waarin de werkloosheid zoals bedoeld in artikel 3, § 1 voorkwam.

Art. 4.§ 1. De werkgevers bekomen bij het sectorale fonds voor bestaanszekerheid de terugbetaling van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 3, met een maximum van 114 uren per kalenderjaar per werknemer. § 2. Jaarlijks gebeurt er een verslaggeving aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming of aan de syndicale delegatie. Deze informatie geeft een overzicht van de werkloosheid en het aantal werknemers die een aanvullende vergoeding ontvingen, en voor welk bedrag (geglobaliseerd per werkplaats). HOOFDSTUK IV. - Gelijkstelling economische werkloosheid voor de eindejaarspremie

Art. 5.Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor arbeiders die niet gevat worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling, is voor de berekening van de eindejaarspremie het maximum aantal gelijkgestelde uren (uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur) in geval van economische werkloosheid 152 uren.

Indien er arbeiders zijn die wel gevat worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling, dan moet het aantal gelijkgestelde uren (uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur) in geval van werkloosheid om economische redenen voor de berekening van de eindejaarspremie, evenwaardig zijn als diegene voor de arbeiders die niet gevat zijn door die collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997. HOOFDSTUK V. - Aanvullende afspraken

Art. 6.De invoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan, en heft niet op, en cumuleert niet met het bestaan van individuele systemen van aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid of gelijkstellingen van de economische werkloosheid bij de berekening van de eindejaarspremie op het niveau van de individuele werkplaats.

De werkgevers doen een inspanning inzake spreiding onder de arbeiders van de werkloosheid zoals bedoeld in artikel 3, § 1. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van bepaalde duur en heeft uitwerking vanaf 1 januari 2011, behalve artikel 3, § 1, tweede lid dat uitwerking heeft vanaf 1 januari 2012.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst eindigt op 31 december 2012.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal door de sociale partners worden geëvalueerd met het oog op een mogelijke verlenging De collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2010 inzake sectoraal herstel bij economische recessie (reg. nr. 102945) wordt opgeheven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^