gepubliceerd op 04 juni 2013
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza
8 MEI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, de artikelen 7 en 8, en artikel 9, gewijzigd door de wet van 28 maart 2003;
Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2001, 22 december 2003, 9 juli 2004 en 20 juli 2005 en 22 december 2008, en artikel 5, tweede lid, 13° ;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/11/2001 pub. 24/11/2001 numac 2001022869 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);
Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/04/2006 pub. 05/04/2006 numac 2006022305 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza sluiten houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/07/2012 pub. 25/07/2012 numac 2012018309 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels sluiten houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 september 2012;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid op 9 oktober 2012;
Gelet op het voorafgaande onderzoek met betrekking tot de noodzakelijkheid van de uitvoering van een effectbeoordeling, uitgevoerd op 8 oktober 2012, in toepassing van artikel 19/1, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling;
Gelet op de adviezen 49.358/3,51.134/3 en 52.816/1 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2011, 17 april 2012 en 7 maart 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende beschikking 2006/563/EG van de Commissie van 11 augustus 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels in de Gemeenschap en tot intrekking van beschikking 2006/115/EG;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza wordt de bepaling onder 51° vervangen als volgt : « 51° Risicogebied : gebied bestaande uit één of meerdere beschermingsgebieden, toezichtsgebieden, bufferzones, herbevolkingsgebieden, controlegebieden, monitoringsgebieden of gevoelige natuurgebieden, alsook elk ander als dusdanig door het FAVV of de Europese Commissie benoemde gebied; ».
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepalingen onder 59°, 60°, 61°, 62°, 63°, 64°, 65°, 66°, 67°, 68 en 69°, luidende : « 59° Gevoelig natuurgebied : zone met een straal van 1 km, afgebakend rondom een gebied met een hoge concentratie aan wilde watervogels of trekvogels; de geselecteerde zones worden bepaald op basis van ornithologische tellingen.
De details van de afbakening worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en zijn beschikbaar op de website www.favv.be, of kunnen op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden; 60° Verzameling : het bijeenbrengen van vogels op een beurs, een markt, een tentoonstelling, een wedstrijd, alsook op elke publieke of particuliere plaats om ze tentoon te stellen, te verkopen, te vervoeren, over te dragen, te ruilen of af te staan;61° Periode met verhoogd risico : periode vastgelegd door de Minister op basis van een risico-evaluatie uitgevoerd door het Voedselagentschap en die rekening houdt met geografische, limnologische, administratieve, ecologische en epizoötische factoren gebonden aan de soorten van wilde vogels, de eigenschappen van de aviaire influenzavirussen en de voorzieningen op het vlak van monitoring;62° PCE : provinciale controle-eenheid van het Voedselagentschap;63° Toegelaten biocide : biocide erkend volgens het koninklijk besluit van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2003 pub. 11/07/2003 numac 2003022681 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden sluiten betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden;64° Controlegebied : gebied met een straal van minimaal 3 km, afgebakend volgens de modaliteiten bepaald door de Minister, rond het gebied waar de aanwezigheid van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels bevestigd werd. De beschrijving van dat gebied wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, is raadpleegbaar op de website www.favv.be, of kan op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden; 65° Monitoringsgebied : gebied met een straal van minimaal 10 km dat het controlegebied omvat en afgebakend volgens de modaliteiten bepaald door de Minister rond het gebied waar de aanwezigheid van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels bevestigd werd. De beschrijving van dat gebied wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, is raadpleegbaar op de website www.favv.be, of kan op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden; 66° Broedeieren : broedeieren gelegd door pluimvee;67° Vrij vederwild : voor menselijke consumptie bejaagde, niet-gedomesticeerde vogels en in vrijheid levend vederwild;68° HPAI H5N1 : hoogpathogene aviaire influenza bij wilde vogels van het subtype H5 waarvan vermoed wordt of bevestigd is dat het neuraminidasetype N1 is;69° Sanitel : het geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met identificatie en registratie van dieren.».
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.Algemene maatregelen van toepassing op het hele grondgebied.
Op het hele grondgebied zijn de volgende maatregelen van toepassing : 1. Verzamelingen van pluimvee en/of van andere in gevangenschap levende vogels zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden : a) de organisator van de verzameling registreert zich bij het Voedselagentschap ten minste 48 uur voor aanvang van de verzameling;b) de organisator van de verzameling houdt een lijst bij met de namen en adressen van de houders die met hun dieren deelnemen aan de verzameling.Die lijst moet gedurende ten minste 2 maanden ter beschikking van het Voedselagentschap gehouden worden. c) de verzameling staat onder officieel toezicht van een erkende dierenarts die aangesteld is door de organisator van de verzameling. De organisator deelt de naam van de aangestelde erkende dierenarts mee aan de betrokken PCE voor aanvang van de verzameling. 2. Bovenop de in het voorgaande punt weergegeven maatregelen, is het verboden, op markten van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels te koop aan te bieden die niet opgesloten of beschermd zijn geweest om contact met wilde vogels onmogelijk te maken gedurende de 10 dagen voorafgaand aan de markt.3. Buiten de risicogebieden is de toegang tot alle plaatsen waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden, verboden voor elk voertuig, elke persoon en alle materiaal die in de 4 voorafgaande dagen : - ofwel in contact zijn geweest met pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels, gehouden in een risicogebied gelegen op het nationale grondgebied of in het buitenland, - ofwel op een plaats zijn geweest in een risicogebied, gelegen op het nationale grondgebied of in het buitenland, waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Dat verbod is niet van toepassing op het personeel van het Voedselagentschap en van andere bevoegde autoriteiten, noch op de personen die in hun opdracht werken, op voorwaarde dat zij de door het Voedselagentschap vastgelegde hygiënevoorschriften naleven. 4. Elk vervoermiddel en materiaal dat dient voor het vervoer van pluimvee, andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren of consumptie-eieren, moet reinig- en ontsmetbaar zijn of voor eenmalig gebruik dienen.Het moet worden gereinigd en ontsmet met een toegelaten biocide na elk vervoer en elke ophaling. 5. Elk vervoermiddel en materiaal dat dient voor het vervoer van pluimvee, andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren en consumptie-eieren in een derde land of in een risicogebied gelegen buiten België moet reinig- en ontsmetbaar zijn of voor eenmalig gebruik dienen. De reiniging en ontsmetting moeten onmiddellijk plaatsvinden met een toegelaten biocide en uiterlijk binnen de drie werkdagen na terugkeer op het Belgische grondgebied of voordat er een plaats wordt aangedaan waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels worden gehouden, onder toezicht van een erkend dierenarts die is aangesteld door de betrokken PCE. De reiniging en ontsmetting worden uitgevoerd volgens de aanwijzingen van de PCE. De erkende dierenarts bevestigt de reiniging en de ontsmetting in het daartoe bestemde luik van het document in bijlage I en overhandigt dit aan de vervoerder.
Na de reiniging en de ontsmetting stuurt de vervoerder het dubbel van dit document onmiddellijk naar de PCE. De vervoerder bewaart het origineel van het document gedurende ten minste vijf jaar. 6. Iedere ziekte of abnormale sterfte bij het pluimvee moet onmiddellijk door de bedrijfsdierenarts of een erkende dierenarts worden onderzocht.Indien de bedrijfsdierenarts of de erkende dierenarts bij zijn onderzoek aviaire influenza niet kan uitsluiten, moet hij dat onmiddellijk melden aan de officiële dierenarts. 7. In de volgende gevallen is het verboden om bij het pluimvee een therapeutische behandeling te starten indien vooraf geen monsters voor een laboratoriumonderzoek aan een vereniging werden toegezonden : - een daling van de normale voeder- en waterconsumptie van meer dan 20 %; - een sterfte van meer dan 3 % per week; - een daling van de leg met meer dan 5 % die langer dan twee dagen duurt; - klinische tekenen of letsels bij post-mortem onderzoek die wijzen op aviaire influenza. ».
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 3/1.Elke verantwoordelijke van een pluimveebedrijf is ertoe gehouden zijn beslag bij een vereniging te laten registreren in Sanitel. ».
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/2 ingevoegd, luidende : «
Art. 3/2.Algemene maatregelen van toepassing op pluimveebedrijven.
In alle geregistreerde pluimveebedrijven en alle broeierijen gelden de volgende maatregelen : 1. Aan de ingangen en uitgangen van elke pluimveestal en het bedrijf moet een ontsmettingsvoetbad met een toegelaten biocide worden geplaatst.2. De toegang tot een pluimveestal of een broeierij is verboden aan alle personen die niet tot het bedrijf behoren.De verantwoordelijke treft met het oog daarop alle noodzakelijke schikkingen. Dat verbod geldt niet voor : - het personeel dat nodig is voor de bedrijfsvoering; - de bedrijfsdierenarts; - het personeel van het Voedselagentschap en de personen die in opdracht ervan werken; - het personeel van andere bevoegde overheden en de personen die in opdracht ervan werken.
Deze personen moeten bedrijfseigen laarzen en kledij of overkledij aantrekken voordat zij de pluimveestal of de broeierij betreden en moeten alle nodige voorzorgen nemen om verspreiding van het aviaire influenzavirus te vermijden. 3. Elke verantwoordelijke moet een register van bezoeken bijhouden met vermelding van de datum en het uur van het bezoek, naam en adres van de bezoeker, de nummerplaat van de wagen, de reden van het bezoek alsook het al of niet betreden hebben van de stallen.In het register worden in chronologische volgorde alle personen ingeschreven die de pluimveestal of de broeierij betreden.
De bedrijfsdierenarts moet dit register bij elk bezoek dateren en ondertekenen. 4. Het voederen en drenken van het pluimvee en van de andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.5. Het is verboden om het pluimvee te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.».
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/3 ingevoegd, luidende : «
Art. 3/3.Uitvoering van een risico-evaluatie op pluimveebedrijven als bijkomende algemene maatregel. § 1. De verantwoordelijke van een geregistreerd pluimveebedrijf moet elk jaar aan zijn bedrijfsdierenarts vragen om een risico-evaluatie uit te voeren aangaande de insleep van aviaire influenza. Het model van de risico-evaluatie en de wijze waarop de risico-evaluatie moet worden gebruikt, worden door het Voedselagentschap meegedeeld. § 2. Indien de risico-evaluatie niet wordt uitgevoerd, of niet uitgevoerd wordt in overeenstemming met paragraaf 1, is elk vervoer van consumptie-eieren, van broedeieren en van levend pluimvee van en naar dit bedrijf verboden. ».
Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/4 ingevoegd, luidende : «
Art. 3/4.Bijkomende maatregelen geldend in gevoelige natuurgebieden.
In gevoelige natuurgebieden gelden de volgende bijkomende maatregelen : 1. Het voederen en het drenken van pluimvee en van andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.2. Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.3. In gevangenschap gehouden eenden en ganzen moeten van het andere pluimvee gescheiden worden.4. Pluimvee van geregistreerde pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.5. Het Voedselagentschap kan bijkomende klinische, pathologische, serologische of virologische onderzoeken voorschrijven.».
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/5 ingevoegd, luidende : «
Art. 3/5.Maatregelen geldend in een periode van verhoogd risico.
De volgende maatregelen gelden op het hele grondgebied in een periode met verhoogd risico, bovenop de maatregelen waarvan sprake in de artikelen 3/2, 3/3, en 3/4 : 1. Pluimvee van geregistreerde pluimveebedrijven moet worden opgehokt of op zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.2. Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.3. Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.4. Verzamelingen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, andere dan markten, zijn verboden, uitgezonderd tentoonstellingen en prijskampen van pluimvee gehouden door particulieren en van andere in gevangenschap levende vogels op voorwaarde dat het aanwezige pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels gedurende de 10 dagen voorafgaand aan de verzameling opgesloten werden of beschermd werden waarbij het contact met wilde vogels onmogelijk was.5. Alle slachtkippen, die afkomstig zijn van eenzelfde toom, moeten worden weggehaald binnen de twee werkdagen volgend op de eerste dag van laden met als bestemming het slachthuis.».
Art. 9.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende : « § 7. De beschrijving van deze gebieden wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en kan geraadpleegd worden op de website www.favv.be, of kan op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden. ».
Art. 10.In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : « 7° eenieder die de bedrijven binnengaat of verlaat neemt de adequate bioveiligheidsmaatregelen in acht zoals voorgeschreven door het Voedselagentschap;».
Art. 11.In artikel 50 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : « § 3. De reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden worden uitgevoerd met behulp van toegelaten ontsmettingsmiddelen die gebruikt worden conform de gebruiksaanwijzing van het ontsmettingsmiddel. ».
Art. 12.Het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, bij wilde vogels. » .
Art. 13.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 40.§ 1. Het Voedselagentschap bakent rond het gebied waar de aanwezigheid van HPAI H5N1 bij wilde vogels bevestigd is : 1° een controlegebied af met een straal van minimaal 3 km;2° een monitoringsgebied met een straal van minimaal 10 km, dat het controlegebied omvat. § 2. Het instellen van het controlegebied en het monitoringsgebied is gebaseerd op een risico-evaluatie die rekening houdt met geografische, limnologische, administratieve, ecologische en epizoötische factoren betreffende de soorten wilde vogels, de eigenschappen van de aviaire influenzavirussen en de voorzieningen op het vlak van monitoring. § 3. De beschrijving van deze gebieden wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en kan geraadpleegd worden op de website www.favv.be, of kan op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden. ».
Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/1.Indien in een beschermingsgebied of een toezichtsgebied, afgebakend naar aanleiding van een uitbraak met hoogpathogene aviaire influenza, wordt vermoed of bevestigd dat wilde vogels met HPAI H5N1 besmet zijn, dan zal het Voedselagentschap : 1° een controlegebied en een monitoringsgebied instellen;2° een risico-evaluatie uitvoeren om na te gaan of de straal van het controlegebied en het monitoringsgebied moet worden vergroot of verkleind zodat deze beide zones samenvallen met het beschermingsgebied en/of het toezichtsgebied.».
Art. 15.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/2 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/2.In een controlegebied zijn de volgende maatregelen van kracht : 1. Het Voedselagentschap identificeert alle commerciële en niet-commerciële bedrijven en gaat over tot het tellen en inventariseren van alle pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels.2. Elke verantwoordelijke van pluimvee of andere in gevangschap gehouden vogels moet voetbaden met een toegelaten biocide plaatsen bij de ingangen en de uitgangen van elke gebouw en van het bedrijf.De voertuigen, die het bedrijf binnenkomen of verlaten, dienen ontsmet te worden. 3. Elke persoon die een pluimveestal of een broeierij betreedt, inbegrepen de terreinen waarop het pluimvee of andere in gevangschap gehouden vogels gehouden wordt, moet bedrijfseigen laarzen en kledij of overkledij aantrekken voordat hij binnengaat en moet alle nodige voorzorgen nemen om verspreiding van het aviaire influenzavirus te vermijden.4. Pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moeten worden opgehokt of op een zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.5. Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.6. Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of met regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.7. In gevangenschap gehouden eenden en ganzen moeten van het andere pluimvee gescheiden worden.8. Elke verantwoordelijke van een geregistreerd pluimveebedrijf moet geregeld zijn bedrijfsdierenarts of, in voorkomend geval, een erkend dierenarts, ontbieden om zijn dieren klinisch te laten onderzoeken. Het eerste onderzoek moet gebeuren binnen de drie dagen na de afbakening van het controlegebied. De volgende onderzoeken vinden plaats met een interval van ten hoogste één week. Deze bezoeken moeten gedocumenteerd worden;
Het Voedselagentschap kan aan andere pluimveebedrijven of aan eigenaars van in gevangenschap levende vogels opleggen een erkend dierenarts te ontbieden om voormelde onderzoeken uit te voeren, waarbij voorrang gegeven wordt aan bedrijven die geacht worden het meeste risico te lopen;
Bij deze bezoeken : a) worden het pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels klinisch onderzocht en worden er, zo nodig, monsters voor een laboratoriumonderzoek genomen overeenkomstig het diagnosehandboek.Het onderzoek is gericht op pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, in het bijzonder eenden en ganzen, die nog niet opgehokt waren vóór het afbakenen van het controlegebied; b) wordt het toepassen van de onder 2° tot 7° genoemde bioveiligheidsmaatregelen geëvalueerd.9. Het verplaatsen over de openbare weg van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied over de weg of per spoor waarbij niet gelost of halt gehouden wordt, is verboden.10. Verzamelingen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels zijn verboden.11. Het vervoer van broedeieren is verboden, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied.12. Het vervoer van vers vlees, gehakt vlees, separatorvlees, vleesbereidingen, dierlijke bijproducten afkomstig van vogels, vleesproducten van pluimvee en vrij vederwild, is verboden, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied.13. Het vervoer en het uitrijden van onverwerkte mest van bedrijven die pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels in het controlegebied houden, is verboden.14. Het vervoer van gebruikte bedding en van strooisel van pluimvee is verboden.15. Het in het wild vrijlaten van in gevangenschap levend vederwild is verboden. 16. Het Agentschap maakt het bestaan van het gereglementeerde gebied en de ermee verbonden maatregelen bekend aan de bevolking via een persbericht en op de website www.favv.be. ».
Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/3 ingevoegd, luidende : « Art. 40/3.In een monitoringsgebied zijn de maatregelen opgesomd in de punten 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 10°, 15 en 16° van artikel 40/2 van toepassing. Daarenboven is het verplaatsen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels vanuit het monitoringsgebied verboden gedurende de eerste vijftien dagen volgend op de datum waarop dat gebied is ingesteld. ».
Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/4 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/4.§ 1. De afwijkingen bepaald in bijlage XI kunnen worden toegepast indien de resultaten van een risico-evaluatie, uitgevoerd door het Voedselagentschap, gunstig zijn, en indien alle nodige bioveiligheidsmaatregelen worden genomen om de verspreiding van aviaire influenza te voorkomen. § 2. Indien het verzenden, het verplaatsen of het vervoeren van de in paragraaf 1 bedoelde producten krachtens bijlage XI wordt toegestaan, dan moeten deze producten worden verkregen, gehanteerd, behandeld, opgeslagen en vervoerd zonder afbreuk te doen aan de diergezondheidsstatus van andere producten die voldoen aan alle veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer, het in de handel brengen of de uitvoer naar derde landen. ».
Art. 18.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/5 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/5.De afgebakende zones blijven gelden gedurende ten minste 21 dagen voor wat betreft het controlegebied en 30 dagen voor wat betreft het monitoringsgebied, te tellen vanaf de datum van de monsterneming die aanleiding heeft gegeven tot de meest recente bevestiging van hoogpathogene aviaire influenza. Het Voedselagentschap heft de zones aan de hand van een risicobeoordeling op. ».
Art. 19.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/6 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/6.Onverminderd de beschikkingen van de Europese Commissie, kan het Voedselagentschap op basis van een risico-evaluatie sommige of alle maatregelen waarvan sprake in de artikelen 40/2 en 40/3 opheffen, zelfs indien er nieuwe besmettingen bij wilde vogels worden ontdekt, op voorwaarde dat er minimaal 21 dagen zijn verlopen sinds het controlegebied en het monitoringsgebied voor het eerst werden ingesteld en mits er in die gebieden geen uitbraak van HPAI H5N1 is geweest, noch een verdenking van aviaire influenza bij pluimvee of andere in gevangenschap gehouden vogels. ».
Art. 20.In hetzelfde besluit wordt een artikel 40/7 ingevoegd, luidende : «
Art. 40/7.De maatregelen van de artikelen 40, 40/1, 40/2, 40/3, 40/4, 40/5 en 40/6 zijn niet van toepassing op : a) gezelschapsvogels als bedoeld in artikel 3, punt a), van verordening (EG) nr.998/2003; b) vogels bestemd voor dierentuinen, circussen, pretparken en experimentele laboratoria, alsook verklikkervogels die door de bevoegde autoriteiten geplaatst zijn in het kader van monitoring en onderzoek.».
Art. 21.Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 61.Berekening van de vergoeding. § 1. Binnen de perken van het daartoe bestemde begrotingsartikel en ten laste van het Fonds wordt, aan de eigenaar van op bevel afgemaakt pluimvee of van op bevel afgemaakte andere in gevangenschap levende vogels, een vergoeding toegekend voor zover de eigenaar de bepalingen van dit besluit heeft nageleefd. § 2. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 wordt berekend als volgt : V = R.Vw V = Vergoeding R = Refactiecoëfficiënt Vw = Vervangingswaarde.
De vergoeding wordt berekend op basis van de inventaris opgesteld op het ogenblik van de eerste tussenkomst overeenkomstig artikel 7, paragraaf 2, punten 1° en 2°.
Voor pluimvee, vogels of andere in gevangenschap levende vogels die reeds gestorven zijn wordt geen vergoeding toegekend. § 3. De vervangingswaarde van het af te maken pluimvee of van af te maken andere in gevangenschap levende vogels, van de te vernietigen eieren kan vastgesteld worden aan de hand van door de Minister goedgekeurde vergoedingstabellen na advies van de Raad van het Fonds. § 4. Indien er voor een soort of categorie pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels de in paragraaf 3 vernoemde vergoedingstabellen niet bestaan, kan de vervangingswaarde vastgesteld worden door een deskundige.
De deskundigen worden door de Minister benoemd op voordracht van de Raad van het Fonds en kunnen door hem worden ontslagen.
Indien noodzakelijk wordt de deskundige opgeroepen door de officiële dierenarts. De deskundige begeeft zich ter plaatse met de officiële dierenarts die hem de te schatten dieren of producten aanduidt.
Hij legt zijn deskundig verslag binnen de 24 uren van de eerste opvordering bij de officiële dierenarts neer. § 5. In dringende gevallen bepaalt de officiële dierenarts zelf de vervangingswaarde van de af te maken dieren. § 6. De vervangingswaarden, zoals bedoeld in paragrafen 4 en 5 kunnen tot een maximum beperkt worden. De refactiecoëfficiënt en de maxima worden vastgelegd door de Minister. § 7. De broedeieren en consumptie-eieren die in toepassing van dit besluit werden vernietigd, worden vergoed volgens dezelfde modaliteiten als het pluimvee.
Het waardeverlies van niet ingelegde broedeieren die in toepassing van dit besluit worden gekanaliseerd voor verwerking tot eiproducten naar de eiverwerkende industrie, wordt mutatis mutandis vergoed volgens dezelfde modaliteiten als broedeieren.
Het voeder dat in toepassing van dit besluit werd vernietigd wordt vergoed op basis van de aankoopprijs. § 8. Aan de eigenaars van varkens die in toepassing van dit besluit werden afgemaakt, wordt een vergoeding toegekend volgens dezelfde modaliteiten als deze bepaald in hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 10 oktober 2005 betreffende de bestrijding van mond- en klauwzeer. ».
Art. 22.In bijlage VI van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1.b) vervangen als volgt : « 1.b) de reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden worden uitgevoerd met behulp van toegelaten ontsmettingsmiddelen en gebruikt conform de gebruikershandleiding van de producent van het ontsmettingsmiddel; ».
Art. 23.In hetzelfde besluit, wordt een bijlage X ingevoegd die als bijlage I is gevoegd bij dit besluit.
Art. 24.In hetzelfde besluit, wordt een bijlage XI ingevoegd die als bijlage II is gevoegd bij dit besluit.
Art. 25.Het ministerieel besluit van 10 juli 2012Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/07/2012 pub. 25/07/2012 numac 2012018309 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels sluiten houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels wordt opgeheven.
Art. 26.Het ministerieel besluit van 3 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/04/2006 pub. 05/04/2006 numac 2006022305 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza sluiten houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza wordt opgeheven.
Art. 27.De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 mei 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE
Bijlage I bij het koninklijk besluit van 8 mei 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza « Bijlage X bij het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza Document dat de ontsmetting bevestigt van materieel en vervoermiddelen die gediend hebben voor het vervoer van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren of consumptie-eieren in een derde land of in een risicogebied gelegen buiten België 1. Luik bestemd voor de vervoerder : Ondergetekende : .. . . . (naam en voornaam van de vervoerder), straat, nr. : . . . . . postcode - gemeente : . . . . .
Sanitel nr. van de vervoerder : . . . . . eigenaar van het vervoermiddel : . . . . . voertuig : . . . . . (nummerplaat) (1) aanhangwagen : . . . . . (nummerplaat) (1) bestemd voor het vervoer van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren of consumptie-eieren, verklaart kennis te hebben genomen van de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza, in het bijzonder dat het hierboven vermelde vervoermiddel ten laatste binnen de drie werkdagen volgend op de terugkeer uit een derde land of een in een lidstaat van de Europese Unie gelegen risicogebied waar uitbraken of gevallen van aviaire influenza werden bevestigd en voordat het wordt gebruikt voor een ander vervoer van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren of consumptie-eieren, onder officieel toezicht van een door de PCE aangeduide erkende dierenarts, moet worden gereinigd en ontsmet op de daartoe bestemde plaats in zijn bedrijfszetel.
Referentiegegevens van het voornoemde transport : Nr. van het gezondheidscertificaat : . . . . .
Afgegeven : . . . . . (land, plaats, datum en uur) Aantal en categorie pluimvee : . . . . .
Datum van terugkeer van het vervoermiddel : . . . . .
Gedaan te . . . . ., op . . . . . (datum en uur) Naam en handtekening van de vervoerder, (1) Het onnodige schrappen 2.Luik bestemd voor de aangeduide erkende dierenarts Ondergetekende, Dr. . . . . . (naam van de aangeduide erkende dierenarts), belast met het officieel toezicht op de reiniging en ontsmetting van voertuigen die pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, broedeieren of consumptie-eieren hebben vervoerd naar of vanuit ....................................... verklaart dat het vervoermiddel : voertuig : . . . . . (nummerplaat) (1) aanhangwagen . . . . . (nummerplaat) (1), afkomstig uit . . . . . (land) terug op : . . . . . (datum) werd gereinigd en ontsmet volgens de onderrichtingen van de PCE, op : . . . . . (datum en uur) te : . . . . . (naam en adres van de plaats van ontsmetting) met het biocide . . . . . (naam).
Gedaan te . . . . ., op . . . . . (datum en uur) Naamstempel en handtekening van de aangeduide erkende dierenarts : (1) Het onnodige schrappen Het dubbel van het volledig ingevulde en ondertekende document voor ontsmetting moet door de vervoerder onverwijld worden ingediend bij de PCE. Het origineel van het document voor ontsmetting moet gedurende ten minste vijf jaar worden bewaard door de vervoerder. » Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 8 mei 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE
Bijlage II bij het koninklijk besluit van 8 mei 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza « Bijlage XI bij het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza 1. Afwijkingen voor levende vogels en eendagskuikens 1.1. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 is het vervoer toegestaan van : a) pluimvee naar bedrijven onder officiële bewaking die gelegen zijn in een controlegebied of een monitoringsgebied;b) legrijpe hennen en mestkalkoenen naar bedrijven onder officiële bewaking die gelegen zijn op het grondgebied en waar dat pluimvee gedurende ten minste eenentwintig dagen na aankomst moet blijven. 1.2. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 is het vervoer toegestaan van : a) pluimvee dat bestemd is om onmiddellijk te worden geslacht in een slachthuis dat in het controlegebied of het monitoringsgebied gelegen is of, als dat niet mogelijk is, in een ander door het FAVV aangeduid slachthuis.b) pluimvee uit het monitoringsgebied naar bedrijven onder officiële bewaking.c) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn in het controlegebied, naar een op het grondgebied, maar bij voorkeur buiten het controlegebied, gelegen bedrijf, onder de volgende voorwaarden : i.tijdens het vervoer en in het bedrijf van bestemming worden adequate bioveiligheidsmaatregelen toegepast; ii. het bedrijf van bestemming wordt na de aankomst van de eendagskuikens onder officiële bewaking geplaatst; iii. indien dat bedrijf buiten het controlegebied of het monitoringsgebied gelegen is, blijft het pluimvee gedurende ten minste eenentwintig dagen na aankomst op dat bedrijf. d) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn in het monitoringsgebied, naar een bedrijf onder officiële bewaking en gelegen op het grondgebied.e) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn buiten het controlegebied of het monitoringsgebied, naar om het even welk bedrijf, mits de broeierij van verzending kan aantonen dat door middel van haar werkvoorschriften op het vlak van logistiek en bioveiligheid alle contact werd vermeden tussen deze eieren en andere broedeieren of eendagskuikens afkomstig uit die gebieden en die bijgevolg een andere gezondheidsstatus hebben. 2. Afwijkingen voor broedeieren 2.1. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 is het toegestaan dat broedeieren die verzameld zijn in het controlegebied worden vervoerd : a) naar een door het FAVV aangeduide broeierij.b) naar om het even welke broeierij, mits : i.bij het pluimvee op het bedrijf met negatief resultaat een serologisch onderzoek naar HPAI H5N1 is uitgevoerd waarmee de ziekte bij een prevalentie van 5 % met een betrouwbaarheid van ten minste 95 % kan worden aangetoond, en ii. aan de voorwaarden van paragraaf 1, punt 2°, 3° en 4° van artikel 27 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza wordt voldaan. c) naar een inrichting voor de vervaardiging van eiproducten zoals vastgesteld in bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, bij verordening (EG) nr.853/2004, om te worden gehanteerd en behandeld overeenkomstig hoofdstuk XI van bijlage II bij verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad. d) om te worden verwijderd. 2.2. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 kan het Voedselagentschap toestaan dat broedeieren of SPF-eieren, die verzameld zijn in het controlegebied, voor wetenschappelijke, diagnostische of farmaceutische doeleinden worden vervoerd naar een aangewezen laboratorium, instituut of vaccinproducent. 2.3. Op de diergezondheidscertificaten die de in punt 2.1, onder b), en in punt 2.2 bedoelde zendingen broedeieren naar andere lidstaten vergezellen, wordt het volgende vermeld : « Deze zending voldoet aan de veterinairrechtelijke voorschriften van Beschikking 2006/563/EG van de Commissie ». 3. Afwijkingen voor vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten 3.1. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3, is het vervoer van het volgende vlees afkomstig uit het controlegebied toegestaan voor het in de handel brengen of de uitvoer naar derde landen : a) vers vlees van pluimvee, met inbegrip van vlees van gekweekt vederwild, dat : i.is geproduceerd overeenkomstig bijlage II en de secties II en III van bijlage III bij verordening (EG) nr. 853/2004, en ii. is gecontroleerd overeenkomstig de secties I, II en III en hoofdstuk V, deel A, punt 1, en hoofdstuk VII van sectie IV van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004. b) gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten met vlees als bedoeld onder a), en geproduceerd overeenkomstig de secties V en VI van bijlage III bij verordening (EG) nr.853/2004. c) vleesproducten die de behandeling hebben ondergaan, als aangegeven voor aviaire influenza in tabel 1, a), b) of c) van bijlage III bij richtlijn 2002/99/EG.d) vers vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, gekweekt vederwild en vrij vederwild dat vóór de instelling van het controlegebied in dat gebied aan de natuur onttrokken is, en vleesbereidingen en vleesproducten die dergelijk vlees bevatten, geproduceerd in inrichtingen in het controlegebied. 3.2. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 is het vervoer uit het controlegebied naar de binnenlandse markt toegestaan van vers vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee of gekweekt vederwild afkomstig uit het controlegebied, en van vleesbereidingen en vleesproducten die dergelijk vlees bevatten, mits dat vlees aan de volgende voorwaarden voldoet : a) het is voorzien van een identificatiemerk in overeenstemming met paragraaf 1, punt 7°, van artikel 24 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza, en b) het is, gescheiden van ander vlees van pluimvee of gekweekt vederwild verkregen, uitgesneden, opgeslagen en vervoerd en het is niet gebruikt in vleesbereidingen of vleesproducten die zijn bestemd voor verzending naar andere lidstaten of voor uitvoer naar derde landen. 4. Afwijkingen voor dierlijke bijproducten 4.1. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 is het volgende toegestaan : a) de verzending uit het controlegebied van dierlijke bijproducten van vogels die : i.voldoen aan de voorwaarden van de volgende bijlagen of delen daarvan bij verordening (EG) nr. 142/2011 : - bijlage IV, - bijlage X, hoofdstuk II, sectie 1, onder B, sectie 2, onder B, sectie 3, onder B, sectie 5, onder B en C, sectie 6, onder B, sectie 7, onder B, sectie 8, onder B, sectie 9, onder B, - bijlage XI, hoofdstuk I, sectie II, bijlage XIII, hoofdstuk II, hoofdstuk VI, onder C, punt 1, onder a); ii. onder toepassing van bioveiligheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het aviaire influenzavirus worden vervoerd naar aangewezen installaties die overeenkomstig de artikels 23, 24, 27 en 41 van verordening (EG) nr. 1069/2009 zijn erkend, om daar te worden verwijderd of zodanig verder te worden verwerkt of te worden gebruikt dat ten minste de inactivering van dat virus gewaarborgd is, iii. onder toepassing van bioveiligheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het aviaire influenzavirus worden vervoerd naar overeenkomstig artikel 18 van verordening (EG) nr. 1069/2009 gemachtigde en geregistreerde gebruikers of verzamelcentra om aan dieren te worden vervoederd na een behandeling overeenkomstig bijlage VI, hoofdstuk II, sectie 1, punt 4, onder b) en c), van verordening (EG) nr. 142/2011 om ten minste de inactivering van dat virus te waarborgen. b) de verzending uit het controlegebied van onbewerkte veren of delen van veren overeenkomstig bijlage XIII, hoofdstuk VII, onder A, punt 1, bij verordening (EG) nr.142/2011, afkomstig van pluimvee of gekweekt vederwild. c) de verzending uit het controlegebied van veren en delen van veren, verkregen van pluimvee of vrij vederwild, die zijn behandeld met stoom of op een andere wijze zodat alle ziekteverwekkers worden geëlimineerd. 4.2. De in punt 4.1, onder b) en c), van dit artikel bedoelde producten moeten vergezeld gaan van een handelsdocument overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk III, bij verordening (EG) nr. 142/2011, waarin voor producten als bedoeld in punt 4.1, onder c), in punt I.31, wordt verklaard dat de producten zijn behandeld met stoom of op een andere wijze zodat alle ziekteverwekkers worden geëlimineerd.
Een dergelijk handelsdocument is echter niet vereist voor bewerkte sierveren, bewerkte veren die door reizigers voor eigen gebruik worden vervoerd en zendingen van bewerkte veren die voor niet-industriële doeleinden aan privépersonen worden gestuurd. 4.3. In afwijking van de artikelen 40/2 en 40/3 kan het Voedselagentschap het vervoer en het uitrijden toestaan van onverwerkte mest van pluimveebedrijven in het controlegebied op voorwaarde dat deze mest afkomstig is uit stallen of hokken : a) waaruit het pluimvee is weggebracht overeenkomstig punt 1.1, a) en b) of 1.2, punt a) van deze bijlage, of b) waarin pluimvee en gekweekt vederwild zijn gehouden voor de productie van vers vlees overeenkomstig punt 3 van deze bijlage.» Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 8 mei 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE