Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 mei 2013
gepubliceerd op 06 juni 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2013022276
pub.
06/06/2013
prom.
08/05/2013
ELI
eli/besluit/2013/05/08/2013022276/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MEI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002011312 bron ministerie van economische zaken Wet houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen sluiten en bij de wet van 29 maart 2012 houdende diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 30 mei 2012;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 oktober 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 november 2012;

Gelet op het advies nr. 52.606/2 van de Raad van State, gegeven op 10 januari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het voorafgaande onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, de Staatssecretaris voor Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 28 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « artikel 57 van de wet van 9 augustus 1963 » vervangen door de woorden « artikel 103 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 »;2° er wordt een vierde lid ingevoegd luidend als volgt : « De voordelen toegekend door de instellingen die als opdracht de sociale en beroepsreclassering van de personen met een handicap hebben, of door de contracterende ondernemingen of openbare instellingen, overeenkomstig het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung", het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding », het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 maart 1999 « relatif à l'intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées » en het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden echter niet in aanmerking genomen voor de beperking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid.De gerechtigde vraagt aan de betrokken instelling, onderneming of openbare instelling een verklaring die vaststelt dat de voordelen toegekend worden in overeenstemming met het betrokken decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Deze verklaring wordt bij het dossier van de gerechtigde gevoegd. ».

Art. 2.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 8 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Ph. COURARD

^