8 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de toepassing van het nationaal akkoord 2011-2012 en de arbeids- en minimumloonvoorwaarden van de provincies Luik en Luxemburg (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de toepassing van het nationaal akkoord 2011-2012 en de arbeids- en minimumloonvoorwaarden van de provincies Luik en Luxemburg.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 mei 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2011 Toepassing van het nationaal akkoord 2011-2012 en de arbeids- en minimumloonvoorwaarden van de provincies Luik en Luxemburg (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2012 onder het nummer 110525/CO/111) Preambule Deze overeenkomst wordt gesloten tot uitvoering van het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011 van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw met naleving van dit akkoord en van het wettelijk kader vastgesteld in het koninklijk besluit van 28 maart 2011.

Zij is de concretisering van de bereidheid van alle sociale partners in de provincies Luik en Luxemburg om een constructieve dialoog op te zetten in het belang van de werkgevers en de werknemers van de provincies Luik en Luxemburg.

Zij is tevens het resultaat van de bereidheid van alle sociale partners uit de Luikse regio om bij te dragen tot de actie "Union pour le Développement de l'Industrie Liégoise" (UDIL), inzonderheid wat betreft de thema's competenties en veiligheid. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, gevestigd in de provincies Luik en Luxemburg, met uitzondering van de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren.

Onder "arbeiders" verstaat men : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.2.1. De enveloppe van 2 x 0,1 pct. bedoeld in artikel 7, § 1 van het nationaal akkoord van 11 juli 2011, hierna "het nationaal akkoord" genoemd wordt besteed aan een verhoging van de brutolonen ten bedrage van 0,15 pct. met ingang op 1 januari 2013. 2.2. Overeenkomstig het nationaal akkoord wordt voor 2012 door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" een uitzonderlijke bijdrage van 0,1 pct. op de brutolonen geheven.

Bij ontstentenis van een andere concrete optimale besteding door de regionale afdeling tegen uiterlijk 31 december 2011, zal een budget dat overeenstemt met het product van deze bijdrage worden toegewezen voor de tenlasteneming van een éénmalige forfaitaire bijdrage die in april 2013 moet worden toegekend aan de arbeiders en van de betreffende sociale lasten. De regionale paritaire afdeling zal de rechthebbenden alsook de toekenningsvoorwaarden met betrekking tot deze premie bepalen. HOOFDSTUK III. - Opleiding Mentorschap

Art. 3.Met het oog op de bestendiging van de betreffende functies zal het initiatief "mentorschap" worden gepromoot bij de werkgevers, de werknemers en de overheden.

Doel van deze actie is het verhogen : - van het aantal bedrijven, met name de K.M.O.'s, die één of meerdere van hun werknemers hebben opgeleid voor voormeld mentorschap, - en van het aantal opgeleide mentors.

Het statuut van de mentors zal onder de loep worden genomen om het stelsel van mentorschap te bevorderen in de K.M.O.'s via aangepaste formules en dit in het kader van het eindeloopbaanbeheer.

De ervaring op gebied van mentorschap die op provinciaal niveau werd verworven zal worden opgewaardeerd door een actieve bijdrage aan de werkzaamheden die op federaal niveau van start gaan.

Bijdragen voor de opleiding

Art. 4.Vanaf 1 januari 2013 wordt de provinciale bijdrage van 0,32 pct. van de brutolonen bepaald door artikel 2, § 3.2. van de provinciale collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1992 (registratie-nummer : 30492/CO/111-1/2) teruggebracht tot 0,25 pct. van de brutolonen. Vanaf diezelfde datum is deze bijdrage nog enkel verschuldigd door de bedrijven die meer dan 10 arbeiders tewerkstellen.

Plannen en CV-opleiding

Art. 5.De effectieve toepassing van de sectorale bepalingen betreffende de opleidingsplannen en het CV-opleiding zullen op paritair niveau worden geëvalueerd en opgevolgd.

Evaluatie

Art. 6.Voormelde bepalingen met betrekking tot de opleiding, met name de bepalingen betreffende de inning van de bijdrage voor opleiding zullen eind 2012 op paritair niveau worden geëvalueerd. HOOFDSTUK IV. - Veiligheid op het werk

Art. 7.7.1. De sociale partners stellen voor om het onderzoeken en/of bestuderen van de vraagstukken in verband met veiligheid op te starten en te ondersteunen (bijvoorbeeld, de haalbaarheid van een "CV-veiligheid" - document dat de risicoproducten waarmee de arbeiders tijdens zijn loopbaan in contact komt oplijst). Die benadering sluit aan bij een wijze van voorstellen en preventie en niet bij een context van bijkomende verplichtingen. 7.2. Er zal een inventaris worden opgemaakt van het opleidingsaanbod op gebied van veiligheid (niveau 2) in de provincies Luik en Luxemburg. Er zal worden nagegaan of het mogelijk is om in samenwerking met het OFO LL en Technifutur opleidingsmodules of -cycli te ontwikkelen of te ondersteunen. HOOFDSTUK V. - Gewaarborgd minimumloon

Art. 8.Vanaf 1 januari 2012 wordt het gewaarborgd minimumloon bij indienstneming voor de provincies Luik en Luxemburg vastgesteld op : - 11,4634 EUR/u in een stelsel van 36 u./week; - 11,1536 EUR/u in een stelsel van 37 u./week; - 10,8601 EUR/u in een stelsel van 38 u./week; - 10,5816 EUR/u in een stelsel van 39 u./week; - 10,3171 EUR/u in een stelsel van 40 u./week.

Na 6 maanden tewerkstelling bij dezelfde werkgever wordt dit provinciaal gewaarborgd minimumloon vastgesteld op : - 11,3848 EUR/u in een stelsel van 36 u./week; - 11,5149 EUR/u in een stelsel van 37 u./week; - 11,2119 EUR/u in een stelsel van 38 u./week; - 10,9244 EUR/u in een stelsel van 39 u./week; - 10,6513 EUR/u in een stelsel van 40 u./week.

De periode van tewerkstelling van 6 maanden gaat ten vroegste op 1 januari 2012.

Voor het bepalen van de periode van 6 maanden tewerkstelling bij dezelfde werkgever wordt de tewerkstelling als uitzendkracht op in het kader van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die is ingegaan na 31 december 2011 in aanmerking genomen, ook in de toekomst, voor zover er geen onderbreking is van meer dan 4 maanden tewerkstelling bij dezelfde gebruiker of dezelfde werkgever.

De maximale wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 37 uur gemiddeld op jaarbasis, de cijfers 38, 39 en 40 u./week zijn pas van toepassing wanneer de bedrijven bezoldigde inhaalrust toekennen. HOOFDSTUK VI. - Regionale eindejaarspremie

Art. 9.9.1. Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2007 betreffende de eindejaarspremie voor de provincies Luik en Luxemburg (registratienummer 87300/CO/111) wordt vervangen door de volgende bepaling : "Vanaf het dienstjaar 2013 wordt een eindejaarspremie toegekend van minstens 3 pct. van de brutolonen die voor 100 pct. zijn aangegeven bij de Rijkdienst voor Sociale Zekerheid in de loop van de referentieperiode (periode van 12 maanden die loopt van 1 december voorafgaand aan het dienstjaar op 30 november van het dienstjaar)".

Het verhogen van de gewaarborgde regionale minimum eindejaarspremie mag geen aanleiding geven tot het verhogen van de eindejaarspremies tot bedragen hoger of gelijk aan dit minimum. 9.2. De bedrijven waar de eindejaarspremie voor 2012 minder dan 3 pct. bedraagt en waar de eindejaarspremie vanaf 2013 wordt verhoogd bij toepassing van voormeld artikel 9.1., moeten hun arbeiders in januari 2013 een brutobedrag van 225 EUR uitbetalen als voorschot op de eindejaarspremie voor 2013. HOOFDSTUK VII. - Clausule van sociale vrede

Art. 10.De sociale vrede zal gewaarborgd zijn tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bijgevolg zal op provinciaal, regionaal ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen. Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

De partijen bevestigen hun engagement tot het naleven van de sectorale procedures voor overleg en conflictpreventie. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding en duur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 met uitzondering : - de artikelen 2.1., 4 en 9.1. die in werking treden op 1 januari 2013; - de artikelen 2.2 en 8 die in werking treden op 1 januari 2012.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw van de provincies Luik en Luxemburg. HOOFDSTUK IX. - Algemeen verbindendverklaring

Art. 12.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk wordt geregistreerd op de Griffie van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en algemeen verbindend wordt verklaard bij koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK